Het Nederlandse actualiteitsprogramma Brandpunt zond gisteravond een door Dirk Mostert gemaakte reportage uit over –al of niet vermeend- seksueel misbruik door Sogyal rinpoche, oprichter en voorman van Rigpa, met onder meer een vestiging in Amsterdam. In de reportage vertelde het voormalig Rigpa-lid Oane Bijlsma hoe zij in een een-op-een situatie met deze boeddhistische leraar in haar integriteit werd aangetast toen Sogyal haar een afbeelding van een man met een enorme erectie liet zien en zij geen kant uit kon doordat Sogyal haar bij haar hoofd vasthield.
Bijlsma schetst een sfeer van seksuele losbandigheid en afhankelijkheid van en door de volgelingen van Sogyal, een sfeer die volgens haar meer past bij een zakenman dan bij een boeddhistische leraar. Zij vindt dat de boeddhistische voorman zich gedraagt als een potentaat met willige volgelingen ‘die het recht heeft alles op te eisen’. Sogyal kwam al vaker in de publiciteit vanwege zijn omgang met vrouwen. In Amerika wist hij strafvervolging wegens seksuele intimidatie te voorkomen door met zijn slachtoffer een schadevergoeding overeen te komen. In de documentaire komt ook een vrouw en ex-lid van Rigpa –Mimi- in beeld die vertelt hoe Sogyal, zij was toen twee maanden lid van Rigpa, haar vroeg zich voor hem uit te kleden. Zij deed haar relaas in een documentaire die door de Canadese omroep werd uitgezonden.
Vriendelijk
Brandpunt stelt dat veel mensen het boeddhisme nog steeds zien als een wereld met vriendelijke monniken, vredelievende rituelen en verdraagzaamheid. De ervaringen van Oane Bijlsma wijken daar zo sterk van af dat zij besloot de organisatie te verlaten en geruime tijd later haar ervaringen openbaar te maken.
Oane Bijlsma heeft een paar meditatiecursussen gevolgd in Nederland als ze de smaak flink te pakken krijgt: ze wil meer weten van het boeddhisme en besluit om een cursus te volgen in Zuid-Frankrijk. In Lérab Ling om precies te zijn, een tempelcomplex vlakbij Montpellier, het hoofdkwartier van Rigpa. Ze verwacht veel van haar verblijf daar. Al snel maakt Oane volgens haar zeggen kennis met Sogyal, ze krijgt een relatie met een vertrouweling van de leraar en komt zo terecht in de inner circle van Sogyal, vertelt ze in de documentaire. Wat haar meteen opvalt is hoe Sogyal aanbeden wordt. “Hij wordt daar echt gezien als de redder. Hij is de grote “teacher” die boven de rest staat.’ Sogyal wordt volgens haar behandeld als een vorst. Die hele sfeer van volkomen afhankelijkheid stuit Oane tegen de borst maar ze besluit toch in Frankrijk te blijven. Ze gaat vrijwilligerswerk doen.
Etensresten opeten
Dat die verering van Sogyal ver gaat, viel Oane op toen ze een keer in de keuken aan het opruimen was. ‘Toen ik daar op een avond aan het werk was zag ik dat twee vrouwen de etensresten van zijn bord aan het opeten waren. Zo ver ging dus de verheerlijking van deze man.’
Oane zegt dat ze op een gegeven moment een nare en onthutsende ervaring had met Sogyal. Sogyal zou een paar dagen in Londen blijven en -op het moment dat ze zijn kamer aan het klaarmaken is -staat ze plotseling alleen met hem in één ruimte. Oane: ‘Sogyal pakte me achter bij mijn hoofd en duwde een prentje in mijn gezicht. “Kijk, kijk,” riep hij. Op het prentje stond een tekening van een godheid met een hele grote geaderde erectie. Het voelde echt als een enorme vernedering.” Oane zegt steeds meer verhalen van andere vrouwen die ook seksueel geïntimideerd zijn of zelfs seks met Sogyal gehad hebben te hebben gehoord. Oane: ‘Ik ben er niet persoonlijk mee in aanraking geweest, maar ben ervan overtuigd dat andere vrouwen rondom hem heen seksuele handelingen met hem moesten verrichten. Er hing een lading om hem heen alsof het een eer zou zijn om seks met hem te hebben. Dat het iets heel bijzonders is. Dat noemen ze in het Tibetaans Boeddhisme tantrisch. Wat dat ook moge zijn”.
Boos en gekwetst
Nu jaren later vindt ze het tijd om haar verhaal te vertellen. ‘Ik ben heel boos en gekwetst geweest. Ik heb ook met mijzelf in het reine moeten komen. En de naïviteit heb ik moeten loslaten. Dat-omdat het boeddhistisch is- er geen sprake zou zijn van machtsmisbruik of seksueel misbruik. Dat is naïef.’
Oane heeft volgens eigen zeggen nog geprobeerd om haar ervaringen bij Rigpa Nederland aan te kaarten. Maar daar werd ze naar eigen zeggen ‘totaal niet serieus genomen.’ Rigpa Nederland stelt in een verklaring: ‘Binnen de Stichting Rigpa Nederland is misbruik onacceptabel en worden klachten daarover uitermate serieus genomen. De Boeddhistische gemeenschap heeft een onafhankelijk meldpunt waarbij we zijn aangesloten, evenals een onafhankelijk vertrouwenspersoon. Onze deuren staan al tientallen jaren open voor een breed publiek. Elk van onze studenten moet zich prettig en veilig voelen binnen onze gemeenschap. Mevrouw Oane Bijlsma heeft destijds binnen Rigpa daarom volop de ruimte gekregen haar verhaal te doen. Wij kennen de concrete feiten niet waarover Oane Bijlsma melding maakt en kunnen er derhalve ook niet over oordelen.’
Bijlsma zegt in 2015 ook haar ervaringen met het meldpunt seksueel misbruik boeddhistische gemeenschap te hebben gedeeld. Maar dat leverde vooralsnog volgens haar niks op. ‘Die verzamelen slechts slachtofferverhalen.’
Dakini’s
Rob Hogendoorn, onderzoeker en publicist, zegt in de documentaire, dat Sogyal zich schuldig maakt aan het misbruiken van een aantal jonge vrouwen, die zijn entourage vormen en dakini’s worden genoemd. Hij zegt dat Rigpa de gebeurtenissen van en door Sogyal niet weerspreekt, dat hij dit soort dingen doet, ze (Rigpa) weerspreken alleen dat dat mensen schaadt. Hogendoorn vindt dat een leraar altijd van zijn studenten moet afblijven.
In de documentaire komt ook Olivier Raurich, oud-directeur Rigpa Frankrijk aan het woord. De man heeft inmiddels de organisatie verlaten. Hij vertelt voornamelijk te zijn opgeleid en getraind om vragen als ‘jullie goeroe is beschuldigd van seksueel misbruik, war vindt u daarvan’ inhoudelijk niet te beantwoorden door te zeggen: De Dalai Lama staat achter Sogyal’. Toen begreep ik dat er iets niet in de haak was en stapte ik op, zegt hij.
Geen centraal gezag
In de Brandpunt-reportage wordt belicht dat het boeddhisme geen centraal gezag heeft dat sancties kan opleggen aan leraren die in de fout gaan, zoals de rooms-katholieke kerk wel heeft. Iedereen kan zich boeddhistisch leraar noemen en aan de slag gaan. Ron Sinnige, vakbondsbestuurder en boeddhistisch leraar: ‘Je kunt jezelf neerzetten als leraar, maar misschien was je in Tibet de slager van om de hoek. Mensen komen toch wel, ze krijgen een paar oneliners te horen die wel wijs klinken. Het is kwalijk.’ Overigens zegt Sinnige dat je nergens aan kunt zien dat hij wel deugt, omdat er geen registratie is.
Cas de Jong, redactielid bij Brandpunt, vroeg Hilde Bakker, senior adviseur bij Movisie en expert op het gebied van seksueel geweld in religieus en cultureel traditionele omgevingen naar haar bevindingen.
In de komende uitzending brengen we een groot verhaal over misbruik in de Boeddhistische gemeenschap. Bent u verbaasd dat het zelfs in deze kringen nu ook opduikt?
Bakker: ‘Nee, verbaasd ben ik hier eerlijk gezegd niet over. Zo uniek is het helaas niet wat er in die Boeddhistische centra gebeurt. Het gaat om een gesloten gemeenschap en er zijn religieuze leiders die een enorm aanzien genieten. Dat zijn risicofactoren.’
‘Wat je vaak ziet bij geestelijk leiders is –omdat ze op een enorm voetstuk staan- ze ook in hun eigen onaantastbaarheid zijn gaan geloven. Ze worden op handen gedragen door de gemeenschap en nergens in gecorrigeerd. Als zij seksueel misbruik plegen gieten zij hier dikwijls een “religieus sausje” over heen: de spirituele en de seksuele ervaring worden aan elkaar verbonden, waardoor er geen sprake meer van misbruik lijkt te zijn. Als je samen iets seksueels beleeft, dan kan de pleger dit presenteren als iets heel bijzonders. Dan sta je als het ware in contact met God. Slachtoffers raken hierdoor extra in de war. Maar door de vaak onaantastbare positie van de religieuze pleger, worden zij niet geloofd als zij – vaak na heel lange tijd – over het misbruik gaan praten.’
Maakt deze “religieuze” rechtvaardiging het extra traumatisch voor slachtoffers van seksueel misbruik?
‘Ja, je ziet vaak dat slachtoffers naast een trauma vanwege seksueel misbruik, in een geloofscrisis terecht komen hierdoor. Ze raken in vertwijfeling over hun geloof en raken het kwijt, omdat het lijkt alsof het misbruik van “hoger hand” is goed gekeurd. Bij seksueel misbruik in gezinnen waar het geloof een belangrijke rol speelt zie je soms ook dat die religieuze connectie een rol speelt. Ik hoorde bijvoorbeeld over een vader die- voordat hij misbruik ging plegen- het slachtoffer dwong om samen een gebed te doen tot God. Je kunt daardoor als slachtoffer het idee krijgen dat God het goed vindt, omdat deze ermee ingestemd heeft. Dat maakt het trauma van slachtoffers extra ernstig.’
Lama Thubten Wangmo zegt
Het is een lange reactie, maar hier onder kan men de voorwaarden lezen waar onder een leraar moet functioneren. Het is bekend in de Lam Rim en een aantal standaardwerken in het Vajrayana.
De leerling of vajra student heeft ten alle tijden de autonome vrijheid en beslist over zijn of haar eigen pad en de wil om dit te volbrengen.
De leerling heeft ook de verplichting om kritisch te zijn ten opzichte van de leraar.
De kennis die de Boeddha deelde was een boodschap van liefde, vrede, inzicht en wijsheid en heeft vele generaties van mensen in Azië, en recentelijk ook mensen over de hele wereld geïnspireerd om vreedzame en betekenisvolle levens te leiden.
Boeddha gaf verschillende leringen, sommige waren algemeen en toegankelijk voor iedereen, zoals het ontwikkelen van liefde, inzicht en hoe op een vreedzame en tolerante manier te handelen. Andere leringen waren wat meer specifiek en geheim, zoals hoe we op een directe manier de energie van lichaam en geest te reinigen en te transformeren.
We hebben een leraar nodig en waar moet deze aan voldoen?
Zoals we weten hebben we op het Mahayana pad een leraar nodig die ons bij kan staan en ons kan helpen om de Boeddha geest in ons zelf te herkennen. Het is door velen ervaren dat de leraar de deur opent naar ons eigen innerlijk pad, zegeningen geeft en ons op dit pad begeleidt en hierdoor mogelijk maakt om de Boeddha in ons zelf te herkennen.
Zoals de Boeddha ons het advies gaf om de Dharma te testen zoals we goud op z’n echtheid essayeren, eens gelijk moeten we een leraar benaderen. Pas als er een valide vertrouwen ontstaat tussen Guru en leerling, zal de leraar een representatie van de Boeddha worden voor de leerling dan zullen verworvenheden snel verkregen worden.
Een gekwalificeerde lama moet de zogenaamde tien kwaliteiten hebben,
Volgens de Ornament voor het Mahayana Sutra’s zijn deze:
1. Een geest die onder volledig controle is door de beoefening van morele discipline.
2. Een geest die kalm, vredig en onafgewend is geworden door de beoefening van
meditatie en inzicht.
3. Verminderde zelf gerichtheid door de beoefening van inzicht.
4. Bron van kennis voor de student.
5. Vreugde scheppen in het geven van Dharma onderricht.
6. Een schat van kennis in de geschriften en dat wat de leerlingen dient.
7. Diepe en stabiele realisatie van Shunyata.
8. Grote kunde in het uiteen zetten van de Dharma.
9. Ongeconditioneerde compassie en liefde voor de dharma studenten.
10. Werken voor en het welzijn van de studenten met ijver en vrij zijn van ontmoediging en nalatigheid.
Het cultiveren van Bodhicitta, de geest van verlichting gescheidt door ons zelf te motiveren om aan alle migrerende wezens uiterlijke en innerlijke vrede te brengen. Als we ons realiseren dat, alle activiteiten ondernomen vanuit deze motivatie, dan zullen we positieve zaden zaaien op onze geestesstroom. Dan zijn we Bodhisattva’s op het Mahayana pad, het grote voertuig.
Een Bodhisattva is iemand die de levensstijl na leeft zoals deze door de Boeddha gepropageerd werd en de geest van compassie ontwikkeld en vanuit deze geest handelt en streeft om vanuit deze geest te leven.
De leraar, Guru in het Vajrayana.
De algemene leringen worden de Sutras genoemd en de geheime leer worden de Tantra’s genoemd.
De boeddhistische tantra’s zijn niet te vergelijken met deze uit de Hindu tradities omdat het resultaat van verworvenheden en de doelstelling van de beoefening geheel anders is.
De leringen van de algemene aard (sutra) kunnen onafhankelijk van de meer specifieke leer (tantra) beoefend worden. Voor het beoefenen van de meer specifieke leer van de tantra’s hebben we deze algemene leer van de sutra’s nodig.
De traditie waar in de algemene leer, de sutra’s en de specifieke, verborgen leer van de tantra’s gekoppeld worden, wordt het Vajra Yana (diamanten voertuig) genoemd.
Toen de Boeddha de tantra’s openbaarde, manifesteerde de Boeddha zich in een speciale vorm van astraal vermogen wat alleen zichtbaar was voor hen die hier een verbintenis mee hadden en hier op afgestemd waren. Deze visionaire vorm waarin de Boeddha verscheen wordt Boeddha Vajradhara genoemd. Deze leer is zeer speciaal omdat deze leer ons laat zien hoe wij geheel onze geest en lichaam kunnen reinigen en alle karma’s kunnen overkomen zodat we compleet het lijden van geboorte, ouderdom, ziekte en dood kunnen transformeren in de oorzaak van bevrijding van het cyclische bestaan, en het Boeddhaschap.
Vele beoefenaars die de instructies van het Vajrayana gevolgd hebben, hebben verlichting gevonden en hebben deze kostbare methoden doorgeven aan hun leerlingen, die dit wederom hebben doorgeven in een ononderbroken lijn van overdracht.
De echte Tantrische Guru is soms moeilijk te begrijpen. Hij of Zij is bereid alles te doen, hoe schokkend ook, om jou te bevrijden uit de onwetendheid en lijden.
Wijzelf daarentegen, mogen niet misleid worden door verschijningen en verkeerd charisma.
De Tantrische leraar of de Vajra meester moet aan dezelfde discipline voldoen als de leraar zoals uitgelegd in de Lam Rim en zelfs nog meer mentale beheersing hebben over emoties, zelfgerichte gevoelens moeten geheel overwonnen zijn. De Vajra yana leraar moet thuis zijn in zijn eigen zwakheden en mag deze nooit ten nadele van de leerlingen brengen. De leerlingen mogen daardoor nooit in gevaar gebracht worden en de focus moet onverbiddelijk gericht zijn op het welzijn en de verworvenheden van de leerling. Er mag zeker geen sprake zijn van seksueel of psychisch misbruik, onjuiste genegenheid en relaties aangaan met de studenten, zowel in het Sutra en Vajrayana.
HH de Dalai Lama heeft ooit duidelijk de onderscheiding beschreven van de twee groepen van vajra meesters: Houders van de drie typen van vinaya, en houders van de twee typen van vinaya.
De houders van de drie vinaya’s : Prati moksha van de primaire sila, zoals de Sramanera/ ri – Bhiksu / Bhikshuni De Bodhisattva en de tantrische samaya’s.
De houders van de twee vinaya’s: De prati moksha van de leek (geen bikshu), Bodhisattva en de Tantrische samaya’s.
Vinaya betekent een collectie van disciplines waarbij geleefd kan worden, als een individueel.
Het zijn beloften die met tegenover zichzelf afgelegd in het bijzijn van de Abt/ Abdes in kloosters, of non Bikshu-leraar. Vinaya’s zijn kort geformuleerd en zijn adviezen die een individueel op het pad helpen. Voor de ene persoon kan dit op een ander gebied liggen in zich zelf dan voor een ander persoon omdat we alle maal individuele karma’s hebben.
Als de guru een houder is van de drie vinaya’s, dan is deze klooster gewijd en is bikshu /bikshuni of shramanera/ shramaneri en is strikt celibatair en vertoond extern het gedrag wat er van deze verwacht wordt in de context van deze vinaya. Het gedrag en houding in over eenstemmig zijn met het gedrag van een Bodhisattva en mag pertinent niet onzuiver of dat van misbruik zijn.
Zij die ‘aspirant’ gewijd zijn meestal niet in de positie om inwijdingen te geven vanwege de situatie in de kloosters. Tenzij op speciaal verzoek en instemming van de Abt en Elders.
Is de guru een houder van de Twee vinaya’s, dan is deze niet ‘klooster gewijd’.
Heeft hij of zij de vijf regels van de leeke beoefenaar, de Bodhisattva en Tantrische samaya (beloften) deze mogen niet gebroken zijn, dit geldt ook voor de houder van de drie vinaya’s.
Doordat de houder van de Twee vinaya’s niet celibaat hoeft te zijn kan deze getrouwd zijn of in een standvastige relatie leven. Zijn of Haar gedrag moet in overeenstemming zijn met het gedrag van een Bodhisattva en mag pertinent niet onzuiver of dat van misbruik zijn.
Voorts moeten leraren gekwalificeerd zijn in de lijn van overdracht en deze ononderbroken hebben ontvangen en bepaalde training volbracht hebben. Hij of zij moet onderlegd zijn in de traditie en in de rituelen in relatie met deze beoefening. Dit zijn de basis kwalificaties.
Een Guru mag nooit voor eigen gewin iets van de studenten verlangen of deze in een gevaarlijke of psychisch ongezonde positie brengen.
Aangenomen wordt, dat als de Guru misbruik maakt van het vertrouwen van de student en duistere dingen verwacht van de student, de Guru echt zwaar karma creëert met grote gevolgen van dien.
De Guru mag pertinent geen cultuur van angst creëren. Per slot van rekening is het de uiteindelijke functie van de Guru om de deur naar verlichting voor de leerlingen open te houden.
Het kan mogelijk zijn dat de Guru dingen ziet die de leerling op dat moment niet ziet,
dan kan dat zo mogelijk met uitleg toe genaderd worden. Soms kan dit moeilijk zijn voor de leerling. In deze situatie moet de leerling tijdelijk rusten in het vertrouwen in de Guru.
Het is om deze reden dat de student verwacht wordt om naar binnen te kijken en vertrouwen te vinden. De Tantrische leraar of Guru heeft daardoor nog meer verantwoordelijkheid omdat de binding van vertrouwen groter is.
Ook moet deze Guru gekwalificeerd zijn door zijn of haar leraar en geheel bonafide gevonden worden. Verder is de periode van studie vrij lang, men kan denken aan minimaal 16 jaar in georganiseerd klooster verband, daar naast nog de studies en meditatie methoden van het Vajrayana pad. Plus de retraites en meditatie perioden, dit kan in het totaal wel tot zo’n dertig jaar gaan duren.
De leerling of vajra student heeft ten alle tijden de autonome vrijheid en beslist over zijn of haar eigen pad en de wil om dit te volbrengen.
Lama Thubten Wangmo