De Boeddhistische Omroep Stichting (BOS) is per 1 september verhuisd naar het VPRO-gebouw in Hilversum. In het grotendeels uit glas bestaande pand, met in de tuin een enorme maar geurloze bruine drol, de door de VPRO voor zestigduizend euro aangeschafte sculptuur ‘Stationnement Gênant’ van Wim T. Schippers, is sinds 2011 ook de omroep HUMAN gehuisvest. Drie omroepen die levensbeschouwelijk bezig zijn, in één pand. Is dit het begin van een tsunami aan mooie, door de Drie in gezamenlijkheid gemaakte programma’s?
De verhuizing van de BOS is opgelegd door de overheid, die de kosten van de publieke omroep omlaag wil brengen. Dat betekent dat kleine, levensbeschouwelijke omroepen, zoals de BOS, qua huisvesting en faciliteiten, moeten aansluiten bij een grotere omroep. Na verkennende gesprekken met NCRV, NTR en VPRO, vielen de eerste twee af en werd unaniem gekozen voor de VPRO.
Gertjan Mulder, algemeen directeur van de BOS, verklaart die keus in de oktobereditie van Boswijzer, het programmablad voor Vrienden van de BOS. ‘De eerste (NCRV) viel al snel af, omdat de NCRV samen met de KRO, RKK en IKON een christelijke combinatie vormen. Als omroep zonder ‘godsbeeld’ of ‘boek’ zouden we daar maar een beetje bij bungelen. Met de NTR bleken er meer raakvlakken, maar de meeste aansluiting was met de VPRO.’
VPRO-directeur Lennart van der Meulen verklaart de keus van de BOS voor zijn omroep door de makers-cultuur die beide omroepen delen. ‘Het gebouw van de VPRO is een vrijplaats waar mensen werken die willen scheppen en waar het eindresultaat een beetje mag schuren. De makers bij de BOS passen prima in dit huis en we zien hen als een waardevolle aanvulling.’
Mulder zegt met zijn team door de VPRO warm verwelkomd te zijn. ‘Deze stap is ons weliswaar door de overheid opgelegd, maar wij zien dit beiden als een stap die gezet wordt vanuit kracht. We behouden onze merknaam en redactionele onafhankelijkheid en we denken hier ook van te kunnen profiteren.’
De VPRO is oorspronkelijk een omroep van vrijzinnige protestante dominees, mensen die wel open stonden voor verandering. Vanaf de late jaren zestig tot zeker in de jaren tachtig, zorgden programma’s van deze vrijzinnigen onder het behoudende deel van Nederland soms voor grote opschudding. Op negen oktober 1967, bijna vijfenveertig jaar geleden, verscheen de kunstenares Phil Bloom in het VPRO-programma Hoepla naakt op de toen nog zwart-wit buis. Burgerlijk Nederland reageerde geschokt, er werden zelfs Kamervragen over het optreden gesteld. Maar de VPRO maakte een goal in een poging de truttigheid van toen te doorbreken. Op zijn minst andere spraakmakende- en voor sommigen schokkende programma’s, onder wie die van Wim T. Schippers, Van Kooten en De Bie, en ingetogen producties van Cherry Duyns volgden. De VPRO ontwikkelde zich tot een laboratorium waarin programmamakers hun eigen weg zochten en vonden. En de toch altijd vrij gering gebleven achterban genoot er van.
Heeft met de komst van de BOS de religie haar intrede weer gedaan bij de VPRO? Van der Meulen: ‘Ik zie dat niet zo. De BOS is een levensbeschouwelijke omroep en dat botst zeker niet met de VPRO. We zijn beiden geïnteresseerd in het vertellen van een verhaal, ook als die gaan over zin en levensvragen.’ Gertjan beaamt dat in Boswijzer. ‘Ons vertrekpunt bij een verhaal is hetzelfde, en dat zijn nieuwsgierigheid, de verwondering en de geraaktheid.’
Is de redactionele onafhankelijkheid van de BOS ook in de toekomst gegarandeerd? Mulder meent dat die zal blijven omdat het zo in de mediawet is vastgelegd. Van der Meulen: ‘We weten nog niet hoe de samenwerking er precies gaat uitzien. Het begin is nu gemaakt met het delen van het gebouw en de faciliteiten. Maar na anderhalve week (het gesprek voor Boswijzer vond plaats in september) hebben verscheidene medewerkers al met elkaar gepraat en ideeën uitgewisseld. Er is dus zeker ruimte om de komende jaren ook inhoudelijk de krachten te bundelen.’