Honderden Tibetaanse boeddhistische nonnen die door China verdreven zijn van het terrein van het Tibetaans boeddhistisch opleidingsinstituut Larung Gar, worden in een desolate omgeving in een kamp met hutten ondergebracht in de regio Kardze. Zo melden Tibetaanse bronnen aan RFA.
De verhuisoperatie begon op 1 december. Het gaat om zevenhonderd metalen onderkomens met twee verdiepingen. Het is een tijdelijk kamp, bestemd voor nonnen die oorspronkelijk uit Kardze kwamen.
Vele duizenden Tibetanen en Han-Chinezen studeerden aan het uitgestrekte Larung Gar complex, dat in 1980 werd opgericht door de religieuze leraar Khenpo Jigme Phuntsok en een van ’s werelds grootste en belangrijkste centra voor de studie van het Tibetaans boeddhisme is. Ongeveer negenduizend studenten en anderen zijn volgens RAF van het terrein verdreven uit de geïmproviseerde woningen op de heuvels rond het klooster in Serthar. Eerdere berichten spraken van 4500 mensen.
De verbannen Tibetaanse geestelijk leider de Dalai Lama sprak deze week voor de tweede keer met Tibetaanse pelgrims in India die door China gedwongen worden huiswaarts te keren. De Dalai Lama ziet wel tekenen van een verandering in China, ten opzicht van Tibet en zijn persoon. Er zijn steeds meer tekenen van steun onder Chinese intellectuelen voor het beleid ter bevordering van meer autonomie voor Tibet. Maar hun aantal is te gering om van veel invloed te kunnen zijn.