Chinese autoriteiten die toezicht houden op de gedeeltelijke vernietiging van het Tibetaanse opleidingsinstituut Larung Gar in Sichuan, hebben de publieke viering van het achtdaagse festival Dechen Shingdrup verboden. De nonnen, monniken en leraren die nu nog in het gedeeltelijk gesloopte complex studeren en wonen moeten het festival in eigen ruimtes vieren.
Het festival begint elk jaar op de 18e dag van de negende maand van de Tibetaanse maankalender, die datum valt dit jaar op 17 november. Een van de belangrijkste kenmerken van deze bijeenkomsten is dat ervaren leraren en gereïncarneerde lama’s en andere zeer ervaren monniken religieuze teachings geven die wel dagen kunnen duren en een gehoor trekken van duizenden. Als onderdeel van het evenement, worden openbare recitaties van de mantra van de Boeddha Amitabha gehouden.
Dit jaar heeft China deze jaarlijkse bijeenkomst in het studiecentrum verboden. Ondertussen gaat de verdrijving van de studenten en de sloop van hun woningen op het terrein gewoon door. Ongeveer 3000 monniken en nonnen zijn al verdreven van Larung Gar en ongeveer duizend woningen vernietigd. De autoriteiten willen de bevolking van de uitgestrekte complex terugbrengen tot de helft, maximaal vijfduizend mensen.
Vele duizenden Tibetanen en Han-Chinezen studeren aan het Larung Gar centrum, dat werd opgericht in 1980 door Khenpo Jigme Phuntsok en een van ’s werelds grootste en belangrijkste centrum voor de studie van het Tibetaans boeddhisme is.