De Birmese regering heeft ingestemd met het verzoek van de Verenigde Naties om de islamitische minderheid in dat land de ‘moslimgemeenschap in de staat Arakan’ te noemen. De nationalistische boeddhisten blijven ze ‘Bengali’ noemen om te benadrukken dat zij volgens hen illegale migranten uit Bangladesh zijn. De moslims zelf identificeren zich als Rohingya en benadrukken dat ze al vele tientallen jaren in Birma wonen.
Duizenden boeddhisten die in de staat Arakan wonen, onder wie vele monniken, gingen afgelopen zondag in vijftien van de zeventien gemeenschappen in Arakan de straat op om te protesteren tegen het besluit van de regering. De demonstranten voerden banners met zich mee waarop te lezen viel dat Rohingya moslims zich Bengali moeten noemen.
Leden van de islamitische minderheid zijn officieel geen burgers van Birma (Myanmar) en velen leven in een isolement, hebben gebrek aan banen en onderwijs en zijn opgesloten in vluchtelingenkampen. Duizenden proberen jaarlijks te ontsnappen naar andere landen in Zuidoost-Azië.