Boeddhisme en psychologie hebben veel raakvlakken. Op donderdag 29 oktober organiseren de Stichting Psychotherapie en Boeddhisme en het Tarab Instituut Nederland een conferentie rond het thema Boeddhisme en Psychologie. Als ondertitel krijgt de conferentie ‘schuivende of schurende panelen?’ mee.
Centraal staat de dynamische ontmoeting tussen twee richtingen; die van het boeddhisme en van de psychologie. Meditatie en mindfulness zijn intussen gemeengoed geworden, maar wat gebeurt er met het overgebleven boeddhistische gedachtegoed? De wederzijdse beïnvloeding komt uitvoerig aan de orde en de vraag is: waar schuurt het of schuift het nog?
Alan Wallace is één van de ‘keynote speakers’, evenals Edel Maex en Lene Handberg. Daarnaast is de top van Nederland en België bereid gevonden een workshop voor haar rekening te nemen over hun werk op het snijvlak van boeddhisme en psychologie.
Stichting Psychotherapie en Boeddhisme is opgericht in 2003 en bestaat hoofdzakelijk uit psychotherapeuten (psychologen en psychiaters) die voornamelijk werkzaam zijn in de reguliere geestelijke gezondheidszorg en interesse hebben in het samengaan en de wisselwerking tussen psychotherapie en boeddhisme. Uitwisseling van kennis en ervaring en het met elkaar in gesprek komen en blijven zijn belangrijke uitgangspunten voor de stichting.
In september 1997 werd door prof. dr. Ria Kloppenborg (disciplinegroep Godsdienstwetenschap van de Universiteit Utrecht) de onderzoeksgroep “Aziatische Religies en Psychotherapie” opgericht. In eerste instantie werd begonnen met een inventarisatie van psychiaters en psychotherapeuten in Nederland, die van oorsprong Aziatische, religieuze technieken in hun praktijk toepasten.
In augustus 1998 werd vanuit een groep psychotherapeuten, die met van oorsprong boeddhistische technieken werken, samen met Ria Kloppenborg, een initiatief genomen om te komen tot oprichting van een werkgroep Boeddhisme en Psychotherapie.
In september 1998 werden de inspanningen van het onderzoek van de Universiteit Utrecht en het initiatief van de therapeuten gekoppeld in de Landelijke Werkgroep Boeddhisme en Psychotherapie. De werkgroep ontwikkelde zich tot een Stichting. De oprichting van deze stichting werd in september 2003 een feit. Ria Kloppenborg, de eerste voorzitter van deze kersverse stichting, zou enkele weken daarna overlijden. Haar opvolger werd Paul van der Velde. Hij is in 1993 gepromoveerd bij Ria Kloppenborg en is thans universitair docent Hindoeïsme en Boeddhisme aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Tarab instituut Nederland
De oprichter van de internationale Tarab-instituten is Tarab Tulku, PhD (1934-2004) opgeleid aan Drepung in Lhasa, Tibet, en behaalde de graad van Geshe Lharampa. Hij heeft aan het hoofd gestaan van het Tibet House in New Delhi en was docent aan de Universiteit van Kopenhagen en onderzoeker aan de Koninklijke bibliotheek van Kopenhagen.
Tarab Tulku heeft er zijn levenswerk van gemaakt om de universeel geldende kennis met betrekking tot de werking van onze geest en de aard van de werkelijkheid, uit boeddhistische geschriften te destilleren. Tevens haalde hij de essentie uit de traditionele beoefeningen en ontwikkelde hij toepassingen voor persoonlijke en spirituele ontwikkeling op een wijze die aan kan sluiten bij iedere culturele en/of religieuze achtergrond. De Unity in Duality (UD) opleiding is gebaseerd op dit levenswerk.
“Ik had de mogelijkheid om deze oude universele kennis te verkennen via de Indo-Tibetaanse boeddhistische traditie, waar ik in ben opgegroeid. Ik voel me persoonlijk bevoorrecht om in deze traditie op te groeien aangezien dat mij de ideale omstandigheden bood voor mijn studie en onderzoek in een tijd dat deze traditie nog springlevend was. Het was een immense schat aan theorie en methodes. Maar ik ben me er ook bewust van dat ik in principe tot het zelfde inzicht had kunnen komen in iedere mogelijke cultuur”.
Tarab Tulku Rinpoche
Het doel van de Unity in Duality opleiding is om het individu, door middel van een theoretische basis en praktische toepassingen, het inzicht en de middelen te verschaffen om controle te kunnen krijgen over zichzelf en de ervaring van de werkelijkheid. In de opleiding komt hiertoe eerst de wetenschap van geest en werkelijkheid aan de orde, bezien vanuit de vier belangrijkste boeddhistische filosofische scholen. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de toepassing van deze kennis in persoonlijke ontwikkeling. Daarna komen toepassingen binnen intermenselijke relaties en binnen psychotherapie aan de orde.
Tendrel: de grondslag
Boeddhistische filosofie en psychologie kent een ander paradigma dan in het westen gebruikelijk is. In dit paradigma staat het Tibetaanse begrip tendrel centraal. Letterlijk betekent tendrel ”onderling afhankelijk bestaan” en het verwijst naar het begrip uit het boeddhisme en andere oosterse filosofieën en wetenschappen dat onze ervaring van de werkelijkheid, onze waarneming, afhankelijk is van onze staat van zijn. Dit betekent dat als we onszelf in een goede staat van zijn kunnen brengen en we daar zorg voor dragen, onze ervaring van de werkelijkheid transformeert. Kortom, we hebben invloed op hoe onze werkelijkheid ontstaat en aan ons verschijnt.
Het concept tendrel kan worden uitgelegd aan de hand van drie paar onderling afhankelijke begrippen: subject-object, lichaam-geest en materie-energie. Deze paren vormen tegengestelde polen, die niet zonder elkaar kunnen bestaan en in onderlinge afhankelijkheid functioneren.
Subject – Object
De boeddhistische psychologie kan niet begrepen worden zonder haar filosofische grondslagen. Een essentieel basisprincipe is dat het object van onze ervaring (onze werkelijkheid) niet los bestaat van het ervarende subject (de geest). Subject en object worden beschouwd als onderling afhankelijk. Het subject ervaart het object onder meer door middel van de zintuigen, de conceptuele geest en via het vermogen om te voelen. Hoe we onze capaciteiten op deze niveau’s inzetten, bepaalt hoe we het object ervaren. Door sturing te geven aan dit proces kunnen we onze ervaring beïnvloeden.
Lichaam – Geest
Deze psychologie en filosofie is er op gericht om de aard en het functioneren van de geest te doorgronden in al zijn verschillende staten van ervaring. Daarbij worden geestelijke ervaringen niet als een geïsoleerd fenomeen gezien. Lichaam en geest vormen een samenspel dat bepalend is op alle lagen van onze ervaring. Dit geldt voor zowel de alledaagse ervaring als op het niveau van energie. In de alledaagse ervaring worden lichaam en geest als gescheiden ervaren terwijl op energieniveau lichaam en geest als een geheel worden beleefd. Deze zienswijze impliceert dat er geen geest kan bestaan zonder een overeenkomstig lichaam en vice versa, op alle niveaus van functioneren.
Gemma Panhuysen zegt
Dank voor deze uiteenzetting en mededeling .Heel boeiend.
Dit maakt mij nieuwsgierig en roept wat vragen op.
Wanneer vindt deze conferentie plaats?Datum graag.
Voor wie toegankelijk?
Waar kan ik meer informatie krijgen en me eventueel hiervoor opgeven?
Graag een emailadres of iets dergelijks…
Metta
Gemma
Joop Ha Hoek zegt
Gemma, die informatie kun je vinden als je de link onderaan het artikel aanklikt.