Een duizenden jaren oude tand, die toegeschreven wordt aan de Boeddha, is naar alle waarschijnlijkheid op korte termijn te zien in het staatsmuseum in New Delhi, India. De relikwie is in 1985 opgegraven in Lalitgiri, een gebied in Jajpur, waar meer belangrijke opgravingen zijn gedaan.
Tot nu toe wordt de tand bewaard in een zwaar beveiligde ruimte van de ASI, de organisatie van archeologisch onderzoek in India. Deze heeft zich bereid verklaard op korte termijn de relikwie aan de staat te zullen overhandigen.
Na het opgraven wilden politieke leiders in Lalitgiri dat de aan de Boeddha toegeschreven tand in het plaatselijk museum zou worden bewaard. Maar de ASI verzette zich daar uit veiligheidsoverwegingen tegen. De leiders hebben nu hun verzet gestaakt en gaan akkoord met het overbrengen naar het staatsmuseum in New Delhi. Later zal de tand overigens wel te zien zijn in het museum in Lalitgiri, de plaats waar hij is gevonden.
Bij het opgraven vonden de archeologen eerst een stenen pot. Na opening werd een zilveren beker aangetroffen, met daarin een stuk bot, de tand, gevat in een gouden zetting. De Indiase regering heeft zich garant gesteld voor de veiligheid van de relikwie, die door veel boeddhisten als heilig wordt ervaren.