Zelf speel ik weleens met de gedachte om dieren te bevrijden. Te bevrijden? Ja, te bevrijden. Een kilo wormen in een dierenspeciaalzaak aanschaffen en vrij laten in een groene Friese weide. Of een witte muis redden, die anders in de maag van een slang terecht komt. En ik heb bij een bezoek aan de Makro overwogen enkele kreeften te redden van de kookdood. Gelukkig stelde ik dat nog even uit. Lees verder.
Verdiensten verzamelen door het vrijlaten van gevangen dieren is in het boeddhisme geen onbekend verschijnsel. Er zijn mensen die bij een dierenspeciaalzaak muizen (voedsel voor slangen) kopen of een zak wormen (aas voor sportvissers) om de diertjes los te laten in het vrije veld.
Ogenschijnlijk is daar niks mis mee, je kunt als worm beter in de tuin leven dan aan een haak hangen. Al loert in de tuin (mollen, vogels) ook het gevaar. Maar dat zou je dan kunnen zien als een eerlijke competitie. Zonder menselijk ingrijpen. Of komt een vogel ook in een blaartrekkende hel vanwege afstotend gedrag?
Soms neemt de drang om verdiensten te verzamelen bizarre vormen aan. Want zijn de gevolgen van deze daad wel zo verdienstelijk? In Azië worden door handelaren per jaar honderdduizenden vogels gevangen en weer doorverkocht aan boeddhisten, die er weer goede sier mee kunnen maken door de vogels hun vrijheid terug te geven. Toch een goede daad? Toch niet.
Als ik bij de groothandel over de visafdeling loop word ik altijd getroffen door het beeld van kreeften, die met tape om hun scharen in een glazen bak wachten op hun einde. Oké, zij weten dat niet, ik wel. En er zit maar één Chinees haartje tussen het moment dat ik er een aantal koop en ze in het water van de Oosterschelde weer vrijlaat. Het zou zomaar morgen al kunnen zijn.
‘Niet doen,’ zegt journalist, zeevisser en agnost Hessel de Ree, ‘je richt er een enorme schade mee aan. In de Oosterschelde, het Grevelingenmeer en ook in de Noordzee, leven Europese kreeften. De dieren die je bij de groothandel koopt komen voor 95 procent uit Canada en het Amerikaanse Maine. Als je kreeften uit Noord-Amerika in Hollandse wateren dumpt, dan ben je pas echt aan het ingrijpen in de natuur, manipuleren zelfs. De kreeften blijven hier leven, vermenigvuldigen zich en vervuilen of verdringen daarmee de genetisch unieke Europese kreeftenbestanden. Zoals ook al is gebeurd met de Amerikaanse rivierkreeft, die, hier vrijgelaten, een ware plaag is en de Europese rivierkreeft volledig heeft verdrongen en ook nog eens onze dijken en slootwallen ondergraaft met tunnels. Wil de Boeddha dat?’
Volgens De Ree worden de kreeften in Noord-Amerika op een bewuste wijze gevangen. Vrouwtjes met eitjes worden weer teruggezet. Ook dieren die aan het verschalen zijn worden met rust gelaten. Het vangseizoen van Europese kreeften in ons land is kort, van half mei tot half juli. Daarna ligt de handel stil. Hessel zegt dat het om een gezonde populatie gaat. Per jaar worden er duizenden tonnen gevangen en verhandeld. Slechts een klein percentage gaat de grens over, voornamelijk naar België.
De zeevisser zegt dat kreeften tientallen jaren oud kunnen worden. ‘Ze leven in holen in veenbanken, tegen het talud van dijken. Eigenlijk zijn het grote waterspinnen die we eten. De jonge dieren zijn het lekkerst, zeg maar tot een kilo. Europese kreeften zijn het duurst, daar betaal je tot 45 euro per kilo voor. De Noord-Amerikaanse brengen zo’n 25 euro per kilo op. ‘
De agnost in hem vraagt of we wel zo nodig kreeften moeten redden. ‘Het lot der kreeften is ons allen bekend: zij worden gedood en genuttigd om het leven van mensen wat behaaglijker te maken. Zouden ze niet bevist worden dan wordt het een chaos. En let op, als jij dood in het water van de Oosterschelde valt, vreten ze jou op. Er is dan geen kreeft die respect voor jou toont’. Dus toch maar afzien van mijn plannen? Hessel: ‘Ze zijn heel goed in een aquarium te houden. Doe dat dan.’