Een Amsterdamse architect en verzamelaar, eigenaar van een duizend jaar oud Boeddhabeeld met daarin het gemummificeerde lichaam van een boeddhistische monnik, waarvan vermoed wordt dat het uit de tempel in Yangchun in China gestolen is, zegt bereid te zijn het beeld terug te geven aan de bestaande boeddhistische gemeenschap (in China) als het bewijs van ontvreemding geleverd wordt en het niet in een staatsmuseum terecht komt. Dat meldt het Chinese staatspersbureau Xinhua op basis van een artikel in de NRC.
De architect, die anoniem wil blijven, zegt dat op basis van in de Chinese pers gepubliceerde foto’s van een boeddhabeeld, dat beeld lijkt op dat waarvan hij de eigenaar is. Maar op het moment dat het beeld in China gestolen zou zijn, in 1995, was het beeld al in Nederland. Er zijn foto’s die dat aantonen. Volgens de architect is zijn beeld afkomstig uit een tempel die veel belangrijker en groter is dan die in Yangchun.
Het boeddhabeeld was vorig jaar onderdeel van een tentoonstelling in het Drents Museum in Nederland, voordat het werd geëxposeerd in een tentoonstelling in het Hongaars Natuurhistorisch Museum in Boedapest. Dorpelingen in Yangchun, in Zuidoost-China, zagen de beelden op de tv en rapporteerden toen de diefstal van het beeld. Vincent van Vilsteren, conservator van het Drents Museum, zegt dat het museum tot afgelopen vrijdag het beeld geleend had en dat de eigenaar het mee terug genomen had naar Amsterdam.
De in de NRC opgevoerde architect zegt dat hij het beeld voor bijna twintigduizend dollar heeft gekocht en een bod erop van tien miljoen euro heeft afgeslagen. Een DNA-test moet uitwijzen waar het beeld werkelijk vandaan komt. Na restauratie verkeert het in betere conditie dan ooit, zegt de conservator.
Bron Xinhua.