Een jaar nadat de tyfoon Haiyan in de Filippijnen de stad Tacloban vrijwel in puin legde, is de wederopbouw voortvarend te hand genomen. Dat is niet op de laatste plaats te danken aan de boeddhistische hulporganisatie Tzu Chi. Binnen een week nadat de tyfoon over de stad trok, verrezen er met medewerking van de rooms-katholieke kerk enorme tenten van Tzu Chi op een plein en kwam een enorme hulpoperatie op gang.
Binnen een maand was het puin in de stad van duizenden huizen opgeruimd. Het opmerkelijke is dat dat voornamelijk door de gedupeerde burgers van Tacloban zelf gebeurde. Zij kregen in het kader van cash for work betaald voor hun inzet. De samenwerking tussen boeddhisten en de rooms-katholieke kerk wordt door betrokkenen wel gezien als een opvallend staaltje van religieuze samenwerking temidden van een humanitaire ramp. Tzu Chi deed zelfs meer dan puinruimen en doneerde een half miljoen euro voor de opbouw van de rooms-katholieke Sante Nino-parochie.
Dharmaleraar en non Cheng Yen richtte in 1966 de organisatie op in een kleine stad in het Oosten van Taiwan. Oorspronkelijk als een non-profitorganisatie, als een netwerk van huisvrouwen die bereid waren dagelijks twee cent van hun huishoudgeld af te staan om armen te helpen. Het netwerk is met 372 kantoren in 47 landen uitgegroeid tot een vrijwilligersgigant en betrouwbare partner in de rampenbestrijding. De organisatie heeft eigen ziekenhuizen, scholen en sociale instellingen
Vrijwilligers van Tzu Chi staan ook familieleden en vrienden bij van de inzittenden van het verdwenen toestel van vlucht 370 van de Maleisische luchtvaartmaatschappij. De hulpverleners praten met de familieleden, knuffelen en troosten ze- hun uitgangspunt is de bodhisattvagelofte, het lenigen van nood aan alle levende wezens, niemand uitgezonderd. De vrijwilligers verleenden ook steun aan de slachtoffers van de orkaan Sandy in New York City.
Er is ook kritiek op het cash for work programma van Tzu Chi. De vrijwilligers die in de Filippijnen puin ruimden -plaatselijke dorpsbewoners- ontvangen voor hun inzet twee maal het minimumloon. Critici vinden de beloning uiteindelijk contraproductief, omdat het de tijdelijke werknemers zou verhinderen om terug te keren naar hun normale baan. De organisatie weerlegt dat door te wijzen op het tijdelijke karakter van het programma en de daaraan gekoppelde vergoeding, die geen loon zou zijn.
Bron Boeddhistisch Dagblad vijf april 2014 en Trouw 1 november 2014.