Consumenten delven opnieuw het onderspit nu de NVWA opnieuw mogelijk onveilig vlees van de markt haalt, stelt voedselwaakhond foodwatch. Op 10 oktober maakte de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) bekend dat een partij rundvlees uit voorzorg van de markt wordt gehaald. De reden: het kan niet worden uitgesloten dat twee van de verwerkte karkassen besmet zijn geraakt met miltvuur, een voor de mens zeer gevaarlijke ziekte. De NVWA riep vervolgens het vlees terug tot en met de supermarkten, maar consumenten zijn tot op heden – net als in de paardenvleesaffaire – niet opgeroepen gekochte stukken vlees terug te brengen naar de supermarkt. Zij worden zelfs niet ingelicht over de betrokken eindproducten. Onacceptabel, vindt foodwatch.
NVWA speelt gevaarlijk spelletje
Het Buro Risicobeoordeling (BuRo) adviseerde de NVWA om het vlees, en het vlees van runderen dat met het mogelijk besmette vlees in aanraking is gekomen, van de markt te halen. Hoewel je als mens veel bacteriën binnen moet krijgen om daadwerkelijk ziek te worden en die kans klein is, kan een gevaar voor de volksgezondheid volgens het BuRo niet worden uitgesloten. Volgens het beoordelingsbureau is de kans op overlijden zo’n vijftig procent, als je ziek wordt door het eten van de bacterie.
“De NVWA speelt een gevaarlijk spelletje door consumenten bewust niet in te lichten over de producten die mogelijk onveilig zijn. Gelukkig zijn er tot nu toe geen mensen ziek geworden, maar dat kon de NVWA niet van te voren weten,” stelt Meike Rijksen, campagneleider bij foodwatch. “De inschatting van de NVWA is deze keer goed uitgepakt, maar stel dat er wel mensen ziek waren geworden? De NVWA zou altijd uit voorzorg moeten handelen en consumenten moeten oproepen het vlees terug te brengen of weg te gooien.”
NVWA liegt over openheid
Bewust of per ongeluk – foodwatch weet het niet – licht de NVWA consumenten op haar website verkeerd voor. Daar beweert het overheidsorgaan ten onrechte dat de wetgeving het niet toestaat om openbaar te maken welke vleesproducten mogelijk onveilig zijn: “Aangezien het risico voor consumenten zeer gering is, staat de wet (Warenwet/WOB) het de NVWA in deze situatie niet toe om de bedrijfsnamen openbaar te maken.”
Maar dat lijkt een leugentje om eigen bestwil. Europese en Nederlandse wetgeving geven namelijk voldoende ruimte om consumenten in te lichten, wanneer er een mogelijk gevaar is voor de volksgezondheid. De Algemene Levensmiddelen Verordening ((EG) nr. 178/2002) stelt zelfs: “de overheid moet de nodige stappen nemen om het publiek te informeren als er redelijke gronden zijn om te vermoeden dat een levensmiddel een risico voor de gezondheid kan inhouden”.
De Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) waar de NVWA nadrukkelijk naar verwijst, geeft juist ruimte om de namen van de betrokken producten, waar het mogelijk onveilige vlees in is verwerkt, openbaar te maken. De NVWA mag dus wel openheid geven, maar kiest er nadrukkelijk voor om dat niet te doen.
Belangen van bedrijven boven consument geplaatst
Gedurende de (paarden)vleesschandalen in 2013 en 2014 heeft de NVWA al laten zien dat ze de belangen van bedrijven boven die van consument stelt. Ook toen kon de veiligheid van het vlees niet worden gegarandeerd, maar weigerde de NVWA om de namen van de betrokken eindproducten en bedrijven openbaar te maken. Zwart op wit deelde de NVWA aan foodwatch mee dat de belangen van bedrijven zwaarder wegen dan het belang van openbaarmaking. Volgens de autoriteit zou openbaarmaking de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties kunnen schaden. Bovendien zou het tot onevenredige benadeling voor de betrokken bedrijven kunnen leiden.
WOB-verzoek
foodwatch heeft op 16 oktober 2014 een verzoek op basis van de WOB ingediend bij de NVWA om de namen van producten waar het mogelijk met miltvuur besmette rundvlees in zit, openbaar te maken. foodwatch vindt dat consumenten het recht hebben om te weten welke producten riskant zijn en zal dan ook bij de NVWA blijven aandringen op volledige openheid. Ook met het afdwingen van openheid in de paardenvleesaffaires van 2013 en 2014 is foodwatch nog steeds druk bezig.
Bron foodwatch