Het Ebola-virus zou nu ook een Tibetaanse tulku- een gereïncarneerde boeddhistische leraar hebben getroffen. Ashoka Mukpo (33), de in Liberia met het Ebola-virus besmette freelance cameraman van NBC-News, wordt in sommige boeddhistische kringen beschouwd als een tulku. Hij zou een reïncarnatie zijn de negende Khamman tulku, en in 1981, een paar maanden oud, als zodanig herkend zijn.
De cameraman is een zoon van Diana Mukpo, voorheen Lady Diana Pybus van Northumberland en afkomstig uit een aristocratisch Brits geslacht, die op zestienjarige leeftijd in 1970 in Engeland in het huwelijk trad met Chögyam Trungpa, een bekende boeddhistische lama. Van haar wordt gezegd dat ze een affaire had met Mitchell Levy, de lijfarts van de in 1987 overleden Chögyam Trungpa Rinpoche. Ashoka is geboren in 1981. Trungpa, die uitgegroeide tot een belangrijke figuur in de transmissie van het boeddhisme in het Westen, en inmiddels gescheiden van Diana, nam Ashoka onder zijn hoede en beschouwde hem als zijn eigen zoon.
Ashoka Mukpo ouders- de biologische vader is Levy, tegenwoordig een arts uit Rhode Island, vertelden verslaggevers maandag dat hun zoon bang is maar enorm opgelucht is om in een ziekenhuis in Nebraska behandeld te worden.
Chögyam Trungpa Rinpoche (1939-1987) was een Tibetaans geestelijke, kunstenaar en oprichter van de wereldwijde organisatie Shambhala-Boeddhistische traditie.
Hij werd geboren in Tibet en opgeleid in de strikte kloostertraditie van het Tibetaans boeddhisme, als de 11e incarnatie van de Trungpa tulku’s. Hij was hoofd van het Surmangklooster in Oostelijk Tibet – een klooster van de kagyütraditie, één van de vier grote scholen van het Tibetaans boeddhisme, waarin de meditatieve ervaring veel nadruk krijgt. Daarnaast is hij opgeleid in de nyingmatraditie, de oudste van de vier scholen. Hij was een aanhanger van de Rimé-beweging in Tibet, die probeerde zo veel mogelijk waardevolle leringen samen te brengen en toegankelijk te maken, ongeacht de traditie waaruit ze voortkwamen.
Vanaf 1963 woonde Chögyam Trungpa een paar jaar in Engeland, waar hij filosofie, kunst en vergelijkende godsdienstwetenschappen studeerde aan de Universiteit van Oxford. Hij was vanaf 1968 medeoprichter van het Samye Ling meditatiecentrum in Schotland. Om een aantal redenen – waaronder een auto-ongeluk waardoor hij halfzijdig verlamd raakte – besloot hij kort daarna zijn kloostergeloften terug te geven. Hij vertrok in 1970 naar Amerika, waar hij de grondslag legde voor de huidige internationale Shambhala-organisatie.
Chögyam Trungpa’s grote streven was de kern van de meditatietraditie toegankelijk te maken voor westerse studenten. Hij had grote empathie met het Westerse moderne levensgevoel en de problemen daarvan: vervreemding, materialisme, agressie, angst, en het verlammende gebrek aan zelfvertrouwen. Aan de andere kant had hij een onwrikbaar vertrouwen in de menselijke goedheid en ons vermogen om een verlichte gemeenschap te vormen.
Hij had een buitengewoon brede belangstelling en verkende verschillende vormen van kunst en cultuur. Zo legde hij zich toe op kalligrafie, bloemschikken (ikebana), poëzie en toneel. Zijn inzicht in de verlichte aspecten van de militaire discipline leidde tot de oprichting van de Dorje Kasung, een ordedienst ter bescherming van de dharma. Oorspronkelijk bedoeld als training van een toneelgroep bracht hij oefeningen ter voorbereiding van monniksdansen onder in Mudra Space Awareness. Een unieke vorm van kleurbeleving, eerst gebruikt als therapie, werd een programma genoemd Maitri Space Awareness. Hij stichtte de eerste boeddhistisch geïnspireerde universiteit van Noord-Amerika, de Naropa-universiteit in Boulder, Colorado. Via Naropa ontstond het contact met talrijke Amerikaanse dichters, zoals Allen Ginsberg, Gary Schneider en Ann Waltman.
Al deze onderwerpen kwamen terug in zijn onderricht en dit maakte hem tot een van de belangrijkste leraren van de spirituele traditie in het westen. Hij heeft meer dan twintig boeken over meditatie, boeddhisme, kunst, poëzie en het Shambhala-pad van krijgerschap op zijn naam, boeken die in vele talen vertaald zijn en tot op de dag van vandaag veel gelezen en herdrukt worden.
Hij heeft veel grote Tibetaans boeddhistische leraren, waaronder de Gyalwa karmapa, voor het eerst naar het westen gebracht. De Vajradhatu-organisatie die Chögyam Trungpa oprichtte, geeft studie en meditatie in meer dan 100 centra in steden over de gehele wereld. Hij stichtte ook een aantal landelijk gelegen centra, voor intensieve meditatie- en studieprogramma’s. Zijn onderricht trok duizenden studenten, die meditatiebeoefening leerden te integreren in hun dagelijks leven. Onder zijn leiding werd een aantal van deze westerse studenten opgeleid als leraar en meditatie-instructeur. Na de dood van Chögyam Trungpa Rinpoche in 1987 ging de leiding van de organisatie over op zijn zoon, Sakyong Mipham Rinpoche.
Pieter zegt
Nooit geweten dat Chogyam Trungpa was gescheiden van Diana. 2 dikke boeken en een film hebben dat buiten beschouwing gelaten, volgens mij.
Als ik in google “chogyam Trungpa” en “divorced” intoets, dan zie ik alleen info over de scheiding van Pema Chödrön.