Amnesty International levert op woensdagochtend 23 oktober een reddingsboei met begeleidende brief af bij premier Rutte. De organisatie vraagt Rutte via deze weg ervoor te zorgen dat bij alle maatregelen die de EU neemt bij de bewaking van de buitengrenzen, het redden van levens en het beschermen van de mensenrechten van vluchtelingen, asielzoekers en migranten centraal staat.
Amnesty vraagt de premier om de reddingsboei mee te nemen naar de vergadering van Europese Raad van Ministers op 24 en 25 oktober in Brussel. Als symbool van onze zorgen over het huidige Europese grensbewakingsbeleid en de impact die dit heeft op mensenlevens en mensenrechten.
Lampedusa
Begin oktober kwamen honderden mensen om het leven toen de boot waarmee ze Europa probeerden te bereiken zonk voor de kust van Lampedusa. Dit was zeker niet het eerste drama dat zich op de Middellandse Zee afspeelde. Het zorgde er wel voor dat het vluchtelingenprobleem in het Middellandse Zeegebied en het Europese grensbewakingsbeleid scherp in beeld werd gebracht.
Amnesty heeft met zorg geconstateerd dat veel van de “oplossingen” om volgende rampen te voorkomen worden gezocht in meer veiligheidsdenken, meer grenscontrole en meer pogingen om te voorkomen dat vluchtelingen, asielzoekers en migranten vanuit Noord-Afrika de tocht naar Europa wagen.
In de brief aan premier Rutte vraagt Amnesty International in Europees verband in ieder geval de volgende maatregelen te nemen:
1.Uitbreiding van de redding capaciteit in het Middellandse Zeegebied. Veelal wordt gewezen op de noodzaak het Eurosur-systeem verder op te tuigen en het EU-grensbewakingsagentschap Frontex meer financiële middelen te geven.
Dan moet echter wel zeker zijn dat deze middelen worden aangewend om levens te redden, niet slechts om de deur naar Europa zo ver mogelijk dicht te gooien. Goede afspraken tussen lidstaten over verantwoordelijkheden bij reddingsacties en voor het ontschepen van opgepikte opvarenden zijn hierbij cruciaal. Hierbij moet steeds aansluiting worden gevonden bij internationale mensen-en vluchtelingen rechtelijke kaders, waaronder het principe van non-refoulement.
2.Beschikbaarheid van voldoende veilige mogelijkheden voor vluchtelingen om in Europa bescherming te krijgen. Hierbij horen met name de Syrische vluchtelingen aandacht te krijgen. Onder meer Nederland benadrukt keer op keer dat hun opvang en bescherming in “de regio” moet plaatsvinden. Maar landen in die regio ondervinden vanwege de schaal van de vluchtelingencrisis grote problemen. Dit leidt onder meer tot pogingen van vluchtelingen om naar andere landen, bijvoorbeeld Egypte en Libië, te reizen.
De situatie daar kan vervolgens weer bijdragen tot de beslissing de uiterst riskante reis naar Europa over zee te maken. Zie bijvoorbeeld: We cannot live here anymore: refugees from Syria in Egypt van 17 oktober 2013, Mede hierom moet aan hen ruimhartige hervestigingsmogelijkheden worden geboden en zou gebruik moeten worden gemaakt van humanitaire visa en het versoepelen van de voorwaarden voor visa voor familiebezoek om veilige routes naar Europa te bieden.
3.Geen samenwerking op het gebied van migratiecontrole met derde landen die de rechten van vluchtelingen, asielzoekers en migranten op grote schaal schenden. Mensenrechten dienen de hoeksteen van alle migratiesamenwerking met derde landen te zijn. Te allen tijde dient te worden voorkomen dat de EU haar grensbewaking “uitbesteedt” aan derde landen die zich daarbij schuldig maken aan het schenden van mensenrechten, landen als bijvoorbeeld Libië.