Het nieuwe kabinet kan met het invoeren van een progressieve energiebelasting huishoudens een lagere energierekening bezorgen én in 2030 5,4 megaton minder CO2 uitstoten. Dat blijkt vandaag uit het Beleid Transitie Model (BTM) van Kalavasta, in opdracht van Milieudefensie. ‘Met deze nieuwe energiebelasting komt het behalen van de klimaatdoelen dichterbij én gaat de energierekening voor bijna alle huishoudens omlaag. De nieuwe minister van Klimaat en Groene Groei kan een grote slag slaan en een CO2-uitstoot voorkomen die gelijk staat aan de uitstoot van 277.000 huishoudens’, vertelt Donald Pols, directeur van Milieudefensie.
Volgens Milieudefensie kan de progressieve energiebelasting per 1 januari 2025 al ingevoerd worden. Hierin zit een minimum hoeveelheid energie, 500 m3 gas en 1500 kWh voor elektriciteit, waarover geen belasting betaalt hoeft te worden. Bij bovengemiddeld gebruik lopen de tarieven hard op.
Uit de doorrekening van Kalavasta blijkt dat 90% van de huishoudens hierdoor in 2030 lagere energiekosten heeft dan via het beleid in het hoofdlijnenakkoord. De 20% laagste inkomens profiteren het meeste, met een lagere energierekening van 200 euro per jaar, en alleen de rijkste 10% gaan gemiddeld per jaar 400 euro meer betalen. De inkomsten voor de overheid blijven gelijk, maar de CO2-uitstoot daalt spectaculair met 5,4 megaton in 2030. Dit komt doordat er door de prijsprikkels minder gas gebruikt wordt en meer elektriciteit, wat een lagere CO2-uitstoot heeft.
Pols: ‘Het nieuwe kabinet heeft aangegeven het Europese doel van 55% CO2-reductie in 2030 te respecteren, maar met het voorgenomen beleid raakt dat verder uit zicht. Daarom pleit Milieudefensie voor een progressieve energiebelasting. Het nieuwe kabinet wil lagere inkomens helpen en dit is een concrete maatregel die leidt tot rechtvaardig klimaatbeleid.’
Beleid hoofdlijnenakkoord zorgt voor toename CO2-uitstoot Onderzoeksbureau Kalavasta maakte met het BTM een doorrekening van het hoofdlijnenakkoord*. Het unieke model geeft voor mensen met verschillende inkomens inzicht in de financiële consequenties van vastgestelde, voorgenomen, geagendeerde en aanvullende klimaat- en energiebeleidsmaatregelen. Wat opvalt is dat met het voorgenomen beleid huishoudens er financieel niet op vooruit gaan en dat de CO2-uitstoot toe- in plaats van afneemt. Zo gaan de hoogste inkomens met hun woningen 22% meer CO2 uitstoten. De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn het verlagen van de belasting op gas en het schrappen van de warmtepompplicht.
Pols: ‘Bedrijven zoals Shell en ExxonMobil hebben profijt van de plannen van dit kabinet door een stijgend gasverbruik. Doordat gas goedkoper wordt, is er een minder sterke prijsprikkel om woningen te verduurzamen via bijvoorbeeld isolatie. Daarnaast staat in het hoofdlijnenakkoord dat de verplichte aanschaf van een warmtepomp vanaf 2026, bij vervanging van de CV-ketel, geschrapt wordt. Dit betekent ook dat minder mensen gemotiveerd zijn om voor dit duurzame alternatief te kiezen.’ Volgens Milieudefensie is een warmtepompplicht echter niet meer nodig bij de invoering van de progressieve energiebelasting, omdat die prijsprikkel dan zo sterk is dat de terugverdientijd van een warmtepomp richting enkele jaren gaat.