Decennialang bestonden de meeste Europese politieke systemen uit sterke centrumrechtse en sterke centrumlinkse partijen of coalities ervan. Ze ondersteunden de uitgangspunten en instituties van de liberale democratie, maar beconcurreerden elkaar op andere terreinen, aldus The Journal of Democracy. Nu blijkt bij iedere verkiezing dat dit overwicht van centrumrechts en centrumlinks sterk aan invloed inboet. De auteur van het artikel is er vooral voor beducht dat de gangbare centrumrechtse partijen verstrikt raken door tendensen die onverschillig of zelfs vijandig staan ten opzichte van de liberale democratie. De strijd om rechts naar dit kamp over te halen zal de meest ingrijpende ontwikkeling zijn voor de toekomst van de democratie. Dit artikel gaat over de democratie zoals wij die kennen en over de problemen die haar uitdagen.
Hoewel in het 20ste-eeuwse Westen democratie samenging met liberalisme in de liberale democratie en beide niet los verkrijgbaar waren, is het historisch niet vanzelfsprekend dat ze onlosmakelijk verbonden zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het recente debat over de illiberale democratie.
Democratie en liberalisme geven antwoord op twee verschillende vragen. Democratie beantwoordt de vraag wie regeert. In een democratie is het volk soeverein en kiest op zijn minst in vrije en eerlijke verkiezingen zijn vertegenwoordigers. Liberalisme geeft antwoord op de vraag wat de grenzen zijn van de macht van de regeerder, nadat hij is gekozen. Die grenzen, uiteindelijk bedoeld om de rechten van het individu te beschermen, vereisen een rechtstaat en ze zijn meestal vastgelegd in een geschreven grondwet.
Rechtvaardigheid
‘Rechtvaardigheid als billijkheid/redelijkheid’ (‘justice as fairness’) is een kernbegrip in de politieke filosofie van John Rawls. Hij wordt gezien als de meest invloedrijke politiek filosoof van de 20ste eeuw. De principes van het begrip zijn:
1.Ieder mens heeft een gelijke aanspraak op een volwaardig basispakket aan rechten en vrijheden. Deze rechten en vrijheden zijn verenigbaar met de rechten en vrijheden van anderen. De politieke overheid dient deze basisrechten en vrijheden te garanderen.
2.Sociale en economische ongelijkheid is alleen gerechtvaardigd als ze verbonden is aan posities die openstaan voor iedereen en/of als de minst bevoordeelden in de samenleving ervan profiteren.
Dit kernbegrip is het uitgangspunt van de samenleving als billijk/rechtvaardig systeem van maatschappelijke samenwerking over de loop van de tijd en van de ene generatie naar de volgende. Dit is volgens de filosoof impliciet aanwezig in de algemene cultuur van een democratische samenleving.
Samenwerking
‘Samenwerking veronderstelt het idee van billijke voorwaarden. Dit zijn voorwaarden die iedere deelnemer redelijkerwijs accepteert, op voorwaarde dat iedereen ze accepteert’, aldus Rawls. Omdat het belangrijkste onderwerp van billijkheid ook de basisstructuur van de samenleving betreft, worden deze billijke voorwaarden uitgedrukt in principes. Het doel hiervan is dat de voordelen van de inspanningen van iedereen eerlijk worden verdeeld en gedeeld van de ene generatie naar de volgende.
Rawls formuleerde het idee van een overlappende eensgezindheid op metaniveau van gewetensvrijheid, godsdienstvrijheid en politieke overtuigingsvrijheid die voor iedereen gelijk is. Hierdoor kan men in een multiculturele samenleving, waar verschillende normen en waarden naast elkaar bestaan tot een gedeeld besluit komen. Deze consensus is de erkenning van tolerantie en ze breidt haar uit en vervolledigt haar. Tolerantie leidde bovendien tot de niet-confessionele staat en de vrijheid van geweten voor iedereen. ‘Deze uitbreiding is nodig voor de overeenstemming omtrent een politieke opvatting over wat rechtvaardigheid is in de historische en maatschappelijke omstandigheden van een democratische samenleving’, bladzijde 154.
Geordende samenleving
De samenleving als billijk systeem van samenwerking ontwikkelde zich in combinatie met twee verwante ideeën, namelijk de burgers als vrije en gelijke personen en de goed geordende samenleving als een samenleving die op een ‘effectieve manier wordt geregeld door een algemeen geaccepteerde politieke opvatting over rechtvaardigheid’, bladzijde 35.
Een goed geordende samenleving brengt drie zaken met zich mee, stelt de politiek filosoof. Het is een samenleving waarin iedereen accepteert en weet dat alle anderen dezelfde regels accepteren omtrent rechtvaardigheid. Hetzelfde geldt voor de basisstructuur van de samenleving waarvan algemeen bekend is, of met goede reden wordt aangenomen, dat deze voldoet aan die principes. De basisstructuur van deze samenleving omvat de belangrijkste politieke en maatschappelijke instituties en geeft aan hoe deze in samenhang functioneren. De burgers hebben een normaal effectief gevoel van rechtvaardigheid, dat zij als juist ervaren. Een dergelijke samenleving van algemeen erkende opvattingen over rechtvaardigheid draagt bij aan een gedeelde visie van burgers op grond waarvan het beroep van de burgers op deze samenleving kan worden beoordeeld.
Het probleem van de stabiliteit bestaat niet uit de mensen die de uitgangspunten verwerpen. Ze kunnen door middel van sancties ertoe gebracht worden ze wel te accepteren, of zich in ieder geval te gedragen volgens die opvattingen. Integendeel, rechtvaardigheid als billijkheid/redelijkheid is alleen redelijk als deze steun verwerft door een beroep op de redelijkheid van de burger. Hetzelfde geldt voor de politieke legitimiteit van een autoriteit. Algemene rechtvaardiging daarvan is noodzakelijk en doet een beroep op de algemene redelijkheid, dus op de redelijkheid en rationaliteit van vrije en gelijke burgers.
Democratische samenleving
Een goed geordende democratische samenleving is geen gemeenschap in de betekenis van een samenleving die wordt beheerst door een gedeelde veelomvattende religieuze, filosofische of morele leer. Door een democratie te zien als een gemeenschap gaat men voorbij aan haar algemene redelijkheid, gebaseerd op een politieke opvatting over rechtvaardigheid. ‘De passie voor de volledige waarheid verleidt ons tot een bredere en diepere eenheid die niet kan worden gerechtvaardigd door een algemene reden.’
Het is bovendien een vergissing een democratische samenleving te zien als een vereniging en te veronderstellen dat haar algemene beweegredenen niet-politieke waarden en doelen zijn.
John Rawls schrijft op bladzijde 43 van zijn boek: ‘Doing this overlooks the prior and fundamental role in establishing a social world within which alone we can develop with care, nurture, and education and no little good fortune, into free and equal citizens. The just background of that social world is given by the content of the political conception so that by public reason all citizens can understand its role and share its political values in the same way.’
Illiberal democracy
Wikipedia omschrijft een illiberale democratie als ‘een bestuurssysteem dat zijn niet-democratische praktijken verbergt achter formele democratische instituties en procedures.’ Een voorbeeld hiervan is het Hongarije van Victor Orban.
De Indiaas-Amerikaanse journalist Fareed Zakaria introduceerde en populariseerde het begrip in 1997. Volgens hem gaat in het Westen ‘electorale’ democratie hand in hand met burgerlijke vrijheden, waaronder de vrijheid van meningsuiting en godsdienst. Zo niet in een illiberale democratie, waar de vrijheden van het volk dat deze vertegenwoordigt meer en meer worden ingeperkt, waarbij zowel de uitvoerende als wetgevende macht gecentraliseerd zijn op het allerhoogste niveau. Bovendien ziet hij dit soort bestuurssystemen wereldwijd toenemen. Zonder liberale democratie, ook wel constitutionele democratie genoemd, ontstaan er gecentraliseerde regimes, is er erosie van vrijheid, etnische strijd, conflicten en oorlog, constateert de journalist. Zie het bericht van BBC News.
Democratische rechtsstaat
Wikipedia vermeldt eveneens dat de liberale democratie grotendeels overeenkomt met de democratische rechtsstaat. Minister van Staat Herman Tjeenk Willink schrijft in zijn boekje Het tij tegen dat het begrip ‘democratische rechtsstaat’ meestal verwijst naar ‘het institutionele arrangement waarin periodiek verkiezingen worden gehouden, de politieke macht geweldloos wordt overgedragen, de meerderheid beslist en een rechter zonder vooringenomenheid oordeelt’, bladzijde 14. Volgens hem gaat het echter niet om deze regeling, maar om de onderliggende waarden ervan. Dit zijn: de ruimte voor de verscheidenheid die de democratie biedt en de gelijkheid voor het recht die de rechtvaardigheid dient. Beide zijn constant in ontwikkeling.
Machtsevenwicht
De eisen van de democratie en van het recht zijn samen het ijkpunt voor het beleid, het functioneren en de inrichting van de overheid. Ze zijn niet los van elkaar te zien. Het beleid moet in de uitvoering ruimte geven aan diversiteit en rechtvaardig zijn. Vanwege het draagvlak moet het functioneren van onze overheid politiek worden gedragen en publiek worden verantwoord. Bovendien moet dit de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid dienen, effectief en efficiënt zijn. ‘De inrichting van de overheid moet het machtsevenwicht bewaren tussen wetgever en rechter, tussen politiek, bestuur en ambtenaren, tussen overheid en burgers. Anders geldt het recht van de sterkste’, aldus Tjeenk Willink.
Kenmerken
Hij somt de vijf kenmerken op die een democratische rechtsstaat ten minste heeft:
1.Borging van het algemeen belang, dat een politiek begrip is. Wat dit inhoudt is een essentiële taak van politieke partijen. Hiervoor zijn het vermogen tot onafhankelijke oordeelsvorming en een politieke visie nodig. ‘Politici moeten zich echter steeds meer gedragen als politieke entrepreneurs, actief op een beweeglijke kiezersmarkt.’
2.Het beschikken over een inhoudelijk deskundige bureaucratie. Dit gaat over inhoudelijke kennis, maar ook over de werking van het staatsbestel, waaronder ook de EU. Deze kennis nam de laatste jaren af.
3.Het afleggen van politieke verantwoording voor de uitvoering van publieke taken. Dit is problematisch geworden, omdat de verantwoordelijkheid ervoor vaak niet meer duidelijk is.
4.Sterk verankerde staatkundige instituties. Bij het bewaken van de procedures en beginselen spelen deze instituties een belangrijke rol, want zij zijn de dragers van waarden die historisch zijn gegroeid. ‘Zij liggen echter onder vuur, juist nu zij met hun kennis en ervaring meer dan ooit nodig zijn.’
5.De aanwezigheid van een levendige maatschappelijke democratie (civil society). Dit maatschappelijk middenveld is een onderdeel van de politieke democratie en een tegenwicht tegen de eigen rationaliteit van de staat (raison d’état). Dit maatschappelijk middenveld bestaat uit maatschappelijke organisatie zoals daar bijvoorbeeld zijn: vakverenigingen, werkgeversverenigingen, koepelorganisaties in het onderwijs en in de gezondheidszorg, kerken en de milieuorganisaties. Afhankelijk van het onderwerp nemen zij deel aan het proces van de vorming van overheidsbeleid en verdedigen de beslissingen (vaak compromissen) richting hun achterban.
Op 16 mei 2023 vond de boekpresentatie plaats van Het tij tegen in de Haagse dependance van de Universiteit Leiden. De aankondiging van deze presentatie vermeldt dat Herman Tjeenk Willink meer dan een halve eeuw direct betrokken was bij de ontwikkelingen in en rond de overheid. Onvermoeibaar wees hij erop dat de overheid moet voldoen aan de eisen van de democratie en dat het recht de burgers zekerheid moet bieden.
‘Door de dominantie van het geld als ijkpunt voor beleid en het managementdenken zijn die zekerheden gestaag uitgehold. Dáártegen komen burgers – terecht, en niet voor het eerst – in opstand. Juist nu ingrijpende veranderingen nodig zijn, ontbreken vertrouwen en draagvlak. In Het tij tegen gaat de auteur na hoe het zover kon komen, en vooral wat eraan te doen valt, en door wie.’
Op de voorlaatste bladzijde vat de Minister van Staat zijn boekje samen. ‘Het gaat uiteindelijk om het morele besef, van wat wel en niet mag. Op dat morele besef is het gezag van de democratische rechtsorde gebaseerd. Gezag is altijd ook moreel gezag.’
Overpeinzing
De politiek en de overheid staan voor de grote opgave om tastbare resultaten te boeken op het gebied van bijvoorbeeld de woon- en vreemdelingencrisis en de klimaat- en stikstofcrisis. Een deel van de dringende problemen is het gevolg van jarenlange (politieke) verwaarlozing en foute keuzes. Deze tastbare resultaten vragen om een manier van werken waarbij rechtvaardigheid, betrouwbaarheid en integriteit van de overheid voorop staan en om het afleggen van verantwoording hiervoor. Doorgaan met brandjes blussen werkt niet. Hier komt nog eens bij dat de democratische rechtstaat/liberale democratie als bestuursvorm onder grote druk staat, ook bij ons.
Taigu zegt
Dank je voor deze bijdrage. Het is een lichtpuntje dat er uit alle hoeken een maatschappelijke discussie op gang komt over de vraag wat er met de wereld aan de hand is. Hopelijk helpt dit het tij van dysfunctie en rancune te keren.