De Israëlische bombardementen op Gaza gaan onverminderd door, evenals als de ellende en de tragedies die ze veroorzaken onder de Palestijnse burgerbevolking in de belegerde kuststrook. Volgens Al-Jazeera zijn er alleen in al gisteren al zo’n 350 Palestijnen in Gaza om het leven gekomen als gevolg van Israëlisch geweld.
De gehele Gazastrook ligt momenteel onder vuur, ook het eerder door het Israëlische leger als ‘veilig’ aangemerkte zuiden. De afgelopen dagen worden gekenmerkt door grootschalige bombardementen op Khan Younis, een grote stad in het zuiden van Gaza waar veel Palestijnen uit het noorden naartoe zijn gevlucht.
Zo zijn gisterochtend tientallen Palestijnen om het leven gekomen en vele anderen gewond geraakt bij een Israëlische luchtaanval op een huis in de buurt van het al-Amal-ziekenhuis en het hoofdkwartier van de Palestijnse Rode Halve Maan in de stad, maakte de reddingsdienst bekend. Niet veel later meldde Al-Jazeera dat een Israëlische tank gistermorgen een groep Palestijnen onder vuur heeft genomen die in een rij stonden te wachten op water. Een hulpverlener sprak van een ‘very bloody and shockingly graphic scene’, en veroordeelde de aanslag op mensen die proberen hun basisbehoeften te vervullen.
Ook scholen, waar veel Palestijnen hun toevlucht hebben gezocht, worden door het Israëlische leger bestookt met rook- en brandbommen. Een Palestijnse journalist deelde beelden op X waarop te zien is hoe een school in het noorden van de Gazastrook in vlammen opgaat.
Sinds de hervatting van de gevechten lopen de aantallen dodelijk slachtoffers en gewonden snel op. In Gaza doodde het Israëlische leger sinds 7 oktober meer dan 17 duizend Palestijnen. Het aantal gewonden klimt inmiddels richting de vijftigduizend, blijkt uit cijfers van het ministerie van Gezondheid in Gaza (dat onder toezicht staat van Hamas). Uit Israëlische cijfers blijkt dat er bij de aanslag van Hamas op 7 oktober 1.147 Israëli’s en mensen met andere nationaliteiten omkwamen. Het aantal gedode Israëlische soldaten sinds 7 oktober ligt op 418.
‘Hamasstrijders gevangen genomen’
Deze week verschenen ook beelden, in de eerste instantie op Israëlische media, waarop te zien was hoe tientallen Palestijnse mannen in Gaza worden opgepakt, door Israëlische militairen worden gedwongen zich uit te kleden en vervolgens geblinddoekt op vrachtwagens worden afgevoerd.
Het Israëlische leger claimde dat het Hamasstrijders waren, maar al snel wezen talloze Palestijnen en mensenrechtenorganisaties op sociale media erop dat onder de gevangenen hun collega’s en familieleden waren: geen Hamasstrijders, maar journalisten, artsen, wetenschappers en kinderen die onderdak zochten in een VN-school in Gaza. Eén van hen is de Palestijnse journalist Diaa Al-Kahlout, hoofdcorrespondent van de in Londen gevestigde pan-Arabische krant Al-Araby Al-Jadeed. Het Committee to Protect Journalists heeft inmiddels opgeroepen tot zijn vrijlating.
Westelijke Jordaanoever
Ook de bezette Westelijke Jordaanoever is in groeiende mate het doelwit van Israëlische militaire acties. De focus ligt daarbij voornamelijk op vluchtelingenkampen, waaronder die in Jenin, Tulkarem en Nur Shams. Het verschil met de eerste maand van de oorlog is dat de militaire operaties op de Westoever niet alleen maar ’s nachts plaatsvinden, maar steeds vaker ook overdag, en dat ze regelmatig gepaard gaan met de sloop van Palestijnse gebouwen. Op de Westoever vielen sinds 7 oktober meer dan 270 Palestijnse doden.
De Volkskrant publiceerde gisteren een bijzondere reportage over het leven in het vluchtelingenkamp Jenin op de Westelijke Jordaanoever, en over hoe jongeren daar uit wanhoop besluiten de wapens te grijpen. De Palestijns-Nederlandse documentairefotograaf Sakir Khader legt al vier jaar lang het leven in het kamp vast, en zag van dichtbij een spiraal van woede, geweld en verdriet.
Artikel 99
De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, heeft op 6 december een beroep gedaan op artikel 99 van het VN-Handvest en er bij de VN-Veiligheidsraad op aangedrongen actie te ondernemen tegen de oorlog in Gaza.
Artikel 99 stelt de secretaris-generaal in staat om ‘elke kwestie die naar zijn mening de handhaving van de internationale vrede en veiligheid zou kunnen bedreigen, onder de aandacht van de Veiligheidsraad te brengen’.
In zijn brief aan de voorzitter van de Veiligheidsraad, en in een begeleidend bericht op X, schrijft Guterres dat hij, ‘geconfronteerd met een ernstig risico op ineenstorting van het humanitaire systeem in Gaza, er bij de Raad op aan[dringt] een humanitaire catastrofe te helpen voorkomen en een oproep te doen tot het afkondigen van een humanitair staakt-het-vuren.’