De zeventiende Karmapa, Orgyen Trinley Dorje, bezoekt de komende dagen Kinnaur, in de Indiase deelstaat Himachal Pradesh, om daar zijn deelneming te betuigen aan de slachtoffers van de overstromingen in juni dit jaar. Onophoudelijke regenval zorgde in die regio voor aardverschuivingen en blokkeerde vele wegen. Drieëntwintig mensen kwamen daarbij om het leven, honderden werden verdreven en meer dan driehonderd huizen raakten beschadigd.
De Karmapa is de derde belangrijke Tibetaanse religieuze leider, na de Dalai Lama en Panchen Lama. ‘Hij zal mensen uit dat gebied ontmoeten en zegenen en wil een steun zijn voor de getroffenen, van wie de meerderheid boeddhist is,’ zegt Kunzang Chungyalpa, directeur van de Karmapa-organisatie.
Met Tibet langs de oostelijke grens, is Kinnaur sterk beïnvloed door de Tibetaans boeddhistische cultuur, tradities, gewoonten en taal. De lokale bevolking, bekend als Kinnauri, hebben een diepe, historische verbinding met het Tibetaans boeddhisme. De meer dan duizend jaar oude kloosters in de regio getuigen daarvan. De directeur zegt dat het bezoek plaatsvindt op initiatief van lokale boeddhistische gemeenschappen.
De Karmapa viel een enthousiast welkom ten deel. Hij zal onder meer teachings geven en een lang leven ceremonie opdragen aan de bevolking in de regio. Met zijn bezoek treedt de Karmapa in de stappen van zijn voorganger, de zestiende Karmapa, die de regio bezocht in 1948, tijdens een bedevaart naar de berg Mount Kailash in 1948.
“Spirituele ondersteuning helpt mensen genezen in crisissituaties en de Karmapa hoopt oprecht dat hij daarin kan bijdragen,’ zegt Chungyalpa. De 28-jarige Karmapa resideert in een klooster aan de rand van Dharamsala, waar ook de Tibetaanse geestelijk leider, de Dalai Lama, in ballingschap leeft. De Karmapa, die Tibet ontvluchtte, zocht zijn toevlucht in India, in januari 2000, en staat aan het hoofd van de Karma Kagyu school, een van de vier richtingen in het boeddhisme.
Kinnaur vormt een deel van het dal van de Sutlej in de Himalaya. Het wordt in het noorden van de Spitivallei gescheiden door de Zanskarketen. In het zuiden loopt de keten van de Kinnaur Kailash, met toppen ver boven de 6000 m. Het dal van de Sutlej ligt rond de 2000 m en is diep en smal. De berg Kinnaur Kailash is heilig voor zowel hindoes als boeddhisten. Ten zuiden van deze berg ligt de Sanglavallei.
Bron BNN.