Dzogchen is een inspirerende, vrijzinnige en ondogmatische stroming binnen het Tibetaans boeddhisme. In dzogchen wordt de grondslag van het leven als een heldere, open, verbindende en spontaan vormgevende levende ervaring omschreven.
In dzogchen wordt de geest, het bewustzijn omschreven als het oerbegrip, een aanwezigheid die er altijd is geweest. Het wordt gekarakteriseerd door kwaliteiten als bijvoorbeeld spontaniteit, helderheid, volledige vrijheid, oorspronkelijke puurheid en waarachtigheid en intrinsiek bewustzijn. De ware natuur van de geest, het bewustzijn is niet toegankelijk via logische analyse. De geest creëert de verschijningen in de wereld, de plaats van het menselijk lijden. Al deze verschijningen worden echter geacht illusoir te zijn. De onwetende geest gaat ervan uit, dat zijn creaties (de verschijningen) echter in de realiteit bestaan en is onwetend van zijn ware natuur van oorspronkelijke puurheid en waarachtigheid.
De techniek om door te dringen tot de oorspronkelijke waarachtigheid is om de juiste activiteiten te ondernemen, die er op gericht zijn een aantal obstakels te verwijderen. Hierna zal de geest, het bewustzijn alle valse gedachten en ervaringen weten te elimineren en zijn eigen ware natuur weten te herkennen. Leonie Wielstra kwam na een periode van zelfvervreemding en therapie in contact met dzogchen en beschrijft in onderstaande tekst haar ervaringen met het losraken uit de vicieuze cirkel van samsara, beheerst door aantrekken, afstoten en verblinden.
Dzogchen, een van de vormen van boeddhisme. De grote perfectie. Een vorm van boeddhisme die niet te vatten valt met je verstand, maar die je moet voelen. Je bent perfect en was dit altijd al, en zult dit altijd zijn. Je hoeft niets te leren, alleen maar je te herinneren wie je in wezen bent. Daarvoor heb je iemand nodig die je introduceert in je ware natuur. Diegene moet zelf al een bepaalde mate van realisatie bereikt hebben. Dit wordt transmissie genoemd. Is dat moeilijk? Vergt het een lange voorbereiding? Nee hoor, helemaal niet. Het kan je zelfs gebeuren zonder dat je het door hebt. En voordat je het weet ben je boeddhist. Kan het echt zo snel gaan? Ja, zo snel kan het gaan. Tenminste, zo is het bij mij gegaan.
Dzogchen, de grote perfectie. De dag dat ik onverwacht en zelfs zonder dat ik het wist in aanraking kwam met dzogchen kon ik niet verder verwijderd zijn van perfectie. Maar weinig in mijn leven was perfect en ikzelf al helemaal niet. Een paar maanden daarvoor had ik om deze reden besloten in therapie te gaan. De therapie begon zijn vruchten inmiddels af te werpen. Ik kreeg zicht op wat zich allemaal in mijn hoofd afspeelde, en dat was een heleboel. Het leek wel alsof alle achterstallige gedachten en bijbehorende emoties zich geroepen voelden alsnog van zich te laten horen. Jarenlang had ik ze weg weten te stoppen maar nu mijn gedachten doorhadden dat er naar ze geluisterd werd, waren ze niet meer te houden. Enthousiast vermenigvuldigden ze zich en de ene na de andere herinnering plopte spontaan in mijn hoofd op. Op de meeste zat ik helemaal niet te wachten. Alleen, de doos van Pandora bleek niet zo makkelijk te sluiten nadat ‘ie eenmaal geopend was.
Toen ik die dag in december de kamer van de therapeut binnenstapte, was ik al aardig opgeschoten met de therapie. Waar ik maanden eerder nog gevuld was met een gevoel van zelfvervreemding, en me afvroeg wie ik nu eigenlijk was, had ik mezelf inmiddels al veel beter leren kennen: ik was slecht. De ene zelf-veroordelende gedachte was nog niet opgekomen of daar kwam de volgende alweer tevoorschijn. Het was vier dagen voor Kerst en deze gedachten wel sterker dan ooit. Ik werd er helemaal door in beslag genomen. Omdat het toch hoorde bij het therapeutische proces deelde ik deze met de therapeut in de veronderstelling dat hij nu wel op mij af zou knappen en mij de toegang tot de spreekkamer zou ontzeggen. Want cliënten met zulke zwarte gedachten, die willen we hier niet.
Maar dat gebeurde niet. Week in, week uit kon ik gewoon terecht met mijn slechte zelf. Hoe was dit mogelijk? De accepterende houding van de therapeut stond haaks op mijn eigen zelfveroordeling. Had hij niet door hoe slecht ik was? Hoe kon hij er zo normaal bij blijven zitten terwijl ik liet zien wat er allemaal door me heen ging? Sterker nog, hij vroeg aan mij wat er eigenlijk mis was met deze gedachten. Elke keer kwam ik met een tegenwerping, met een nieuwe, nog ergere gedachte die zou moeten bewijzen dat ik gelijk had. We gingen nog even zo door, en toen kwam heel plotseling het moment dat mijn gedachten stilstonden. Zomaar. Mijn hele systeem was krakend en piepend ineens tot stilstand gekomen. Wow, wat was dit? Dit voelde heel… leeg. En stil. En vredig. En ruimtelijk. En liefdevol. Dit was heel gek. Zo-even had ik mezelf nog met kracht veroordeeld en werd mijn geest nog beheerst door negatieve gedachten, en nu kon ik niet meer denken. Ik ervaarde alleen maar een grote leegte, vredig en liefdevol en allesomvattend.
Wat was hier gebeurd? Ik kon niet zoveel meer uitbrengen. De behoefte om voort te borduren op de gedachtes die ik had was volkomen verdwenen. Sterker nog, het leek me absurd dat ik mezelf zo naar beneden haalde. Hoezo mijn plannen bespreken over wat ik allemaal zou moeten veranderen om te zorgen dat ik wel zou deugen? Het liefst wilde ik gewoon zitten en zijn. Dat leek me eigenlijk meer dan voldoende.
Wat was hier gebeurd? Ik wist het niet, alleen wist ik wel dat er hier iets belangrijks gebeurd was. Ik ging naar huis, liep over de grachten om de tram naar huis te pakken, en voelde me volkomen vredig. Hoe had ik ooit kunnen vergeten dat ik volkomen perfect was? Ik was altijd al goed geweest, en zou dat ook altijd zijn. Ik herinnerde me het ineens weer. En niet alleen ik was altijd al goed geweest, ook de ander! Al die keren dat ik mijn man, mijn favoriete mikpunt, bekritiseerd had. Hoe had ik dit prachtige perfecte mens eigenlijk ooit negatief kunnen zien? Hij was helemaal goed zoals hij was, net als ik. Kritiek op hem voelde ineens als, ja , als wat? Hij en ik en alle andere mensen waren hetzelfde, en elke vorm van kritiek op hem was alsof ik mezelf en ieder ander pijn deed. Dat ik dat al die tijd gedaan had, het voelde als een grote grap. Het deed er ook eigenlijk niet toe. Ik kon me niet voorstellen waar ik me toch zo druk over gemaakt had al die tijd. De razende storm die door me heen gegaan was op de heenweg was veranderd in een koele luwte, een vredige, eindeloze ruimte, een niets. Ik was opgelost in een soort ruimte ter hoogte van mijn hart.
Thuis hield dit vredige, liefdevolle gevoel aan. Maar, de vraag bleef, wat was er nou gebeurd? Het had tijdens de sessie gevoeld alsof er een letterlijk een soort wiel krakend tot stilstand werd gebracht. En ik had mijn bewustzijn als onderdeel van een eindeloze leegte ervaren. Alsof ik die leegte zelf was. Ik was gewend om alles te analyseren wat er in me omging. Het voelde zo anders dan wat ik gewend was en tegelijk ook heel vertrouwd. Ik wilde weten wat het was en begon te googelen op gedachten stopzetten. Wiel. Leegte. Vredig. Ik weet niet of je dit ooit gedaan hebt, maar dan kom je dus uit op boeddhisme. Mijn oog viel op dzogchen boeddhisme. Grote perfectie. Ja dat was dus precies wat ik ervaren had! Ik en de ander waren perfect en altijd al geweest. En zouden dat ook altijd blijven. Onaangedaan door welke ervaring dan ook. Dat was de echte realiteit. Hoe had ik dit ooit kunnen vergeten? Dit was zo logisch en zo echt. Zo veel meer de realiteit dan mijn gedachten. Ik had al die tijd de realiteit omgedraaid. De illusies die mijn gedachten waren, aangezien voor de werkelijkheid, aangezien voor wie ik werkelijk was. Terwijl wie ik werkelijk was, zoveel liefdevoller, vrediger en vooral ook groter was dan de perceptie van mijn zelf die ik al die jaren had gehad. Als een muis onder een stolp had ik geleefd en de stolp werd er in een keer afgehaald waardoor mijn zicht ineens veel groter werd. Ik ontdekte dat er ook een naam was voor die stolp. Samsara.
Er gingen een paar dagen voorbij en in dat vredige gevoel begonnen de eerste barsten alweer te komen. Eigenlijk was dit best saai, zo zonder al die gedachten en emoties. Wie was ik eigenlijk nog? Zelfs blijdschap leek me niet zoveel meer te doen. Dit was wel heel vlak hoor. Ik miste al het drama. Het intense voelen. De pieken en dalen. Als ik in de auto zat, normaal voor mij bij uitstek een moment om van alles en nog wat te denken, leek ik alleen nog maar waar te kunnen nemen dat ik in de auto zat. En verder niks. Dit voelde leeg en saai. Dit kon toch niet de bedoeling zijn? En daar kwamen de eerste gedachten binnensluipen. Binnen de kortste keren waren alle gedachten gewoon weer terug. Na een paar positieve sessies hield ik tegen mijn therapeut weer dezelfde verhandelingen over mijn vermeende slechtheid. Mijn ego slaakte een denkbeeldige zucht van verlichting. Poeh, dat was op het nippertje.
Toch was er wel degelijk iets veranderd. Ik had begrepen dat de staat waarin ik verkeerde samsara was. Dat het mijn eigen gedachten waren die me zo hadden doen voelen. Dat ik keer op keer mijn eigen drama aan het creeren was met deze gedachten. En dat ik dus ook voor de volle 100% verantwoordelijk was voor mijn eigen lijden. Ik had ook ervaren hoe het voelde als ik mijn gedachten stopzette. Dat deze staat mijn ware natuur was. En dat ik helemaal niets hoefde te doen voor deze ware natuur. Dat deze al goed was, en altijd al geweest was, en dat helemaal niets daar wat aan kon veranderen.
Alhoewel mijn normale routine van mezelf naar beneden halen inmiddels weer teruggekeerd was, en ik weer in het vertrouwde gebied van samsara was, bleef de herinnering aan mijn ware zelf levendig. Dzogchen boeddhisme kwam het meest in de buurt van wat ik ervaren had. Maar hoe nu verder? Het antwoord kwam een paar maanden later. Tot drie keer toe kwam ik een foldertje tegen over dzogchen. Je kon je opgeven voor een 5-daagse retraite. Ik voelde direct dat ik hier naar toe wilde. Ik zou vijf dagen lang optrekken met een groep mensen en les krijgen.
Als je je opgaf zou de lama die les kwam geven eerst je inschrijfformulier lezen om te beoordelen of je klaar zou zijn voor deze retraite. Daarna zou je je pas definitief in kunnen schrijven. Ik begon te twijfelen aan mezelf. Ik had geen enkele achtergrond in het boeddhisme. Wat als ik afgewezen zou worden? Een paar weken later zat ik in de auto, mijn hoofd gevuld met gestressede gedachten over boodschappen en kinderen die opgehaald moesten worden van speelafspraakjes en sportclubs, toen ineens het beeld van de lama voor me verscheen, zo’n halve meter voor me. Tegelijk stroomde een gevoel van vrede en liefde in mij. Wat was dit? Deze lama deed screening voor de retraite niet louter door het lezen van mijn aanmeldingsformulier leek het. Hij had zojuist contact met mij gemaakt. En het was allemaal OK..
De volgende dag ontving ik de mail dat ik kon deelnemen aan de retraite. Alhoewel ik geen idee had wat ik kon verwachten, had ik er veel zin in en besloot ik alles maar gewoon op me af te laten komen. Alleen bleef iets me we bezighouden. Had mijn therapeut niet gezegd dat hij een paar dagen weg ging, precies op de dagen dat ik ook weg zou zijn op retraite? Ik besloot dit na te vragen, en ja, hij ging ook. De dzogchen transmissie was geslaagd. Zonder dat ik het wist en ook zonder dat de therapeut het wist, had hij mij geïntroduceerd bij iets dat ik allang kende, namelijk mijn ware essentie. Het gevoel van liefde en vrede dat ontstaat als je gedachten tot rust gekomen zijn. En dat er al die tijd gewoon al was. En dat is dzogchen.