Terwijl er een golf van incidenten is van zelfverbrandingen door Tibetanen uit protest tegen de Chinese overheersing van Tibet, zet een volledig stilzwijgen van de wereldregeringen een vraagteken bij de inzet van de wereldgemeenschap voor de mensenrechten en de ‘rechtsstaat’.
De Tibetanen slaagden in hun gewaagde zelfverbranding maar slaagden er niet in het geweten te wekken van een wereldgemeenschap die er prat op gaat te leven in het meest democratische en rechtvaardige tijdperk van de menselijke geschiedenis.
Tibet Press meldde dat op 27 maart van dit jaar het 160ste bekende geval van zelfverbranding door Tibetaanse jongeren, monniken en nonnen plaatsvond, waaruit de almaar groeiende woede van gewone Tibetanen tegen het Chinese bewind blijkt. Taphun, een 81-jarige Tibetaan, kwam tot zelfverbranding voor de Tibetaanse zaak in Kirti, district Ngaba om het leven. Precies een maand eerder beroofde Tsewang Norbu (25) een populaire Tibetaanse zanger, zich van het leven.
Aanvankelijk hulden de Chinese regering en de media zich in een stoïcijnse stilte over deze gebeurtenissen, omdat het verkeer van informatie en mensen in beide steden dagenlang bevroren bleef. Volgens Radio Free Asia (RFA, weigerden de Chinese autoriteiten enige informatie over deze beide gebeurtenissen te delen. Zij weigerden zelfs te bevestigen dat een dergelijke gebeurtenis überhaupt had plaatsgevonden. Maar de details die in de daaropvolgende dagen langzaam uit Tibet naar buiten kwamen, hebben bevestigd dat beide demonstranten later in hechtenis van de politie zijn overleden.
Tibetaanse diaspora en internationale waarnemers die de ontwikkelingen in Tibet nauwlettend hebben gevolgd, zijn van mening dat deze beide incidenten weerspiegelen hoe het Chinese veiligheidsapparaat geen ruimte heeft gelaten voor collectieve uitingen van woede en wanhoop van het Tibetaanse volk tegen wat het sinds 1951 onder Chinese bezetting moet doorstaan, zo bericht Tibet Press.
In een reactie op deze twee gebeurtenissen in Tibet zei Gonpo Dhundup, voorzitter van het Tibetan Youth Congress (TYC): ‘De aanwezigheid van miljoenen CCTV-camera’s en veiligheidsagenten in het Tibet van vandaag heeft gewone Tibetanen geen kans gegeven om zich op één plek te verzamelen en gezamenlijk hun onvrede te uiten over het onderdrukkende Chinese koloniale bewind. Digitale bewaking door middel van de verplichte ‘smart card’ die iedere Tibetaan bij zich moet dragen en het gebruik van de modernste technieken zoals kunstmatige intelligentie heeft het voor de Tibetaanse massa’s alleen maar erger gemaakt.’
De plotselinge toename van zelfverbrandingen begon in 2009, nadat China de Olympische Spelen van 2008 had afgesloten en het veiligheidssysteem van de Chinese Communistische Partij was begonnen met het herzien van zijn strategie om het Tibetaanse publieke verzet tegen hun Chinese meesters in te dammen. Toen China zich kandidaat stelde voor de Olympische Spelen van 2008, was er internationaal tumult over de erbarmelijke staat van dienst van China op het gebied van de mensenrechten in China en zijn kolonies zoals Tibet, Xinjiang en Zuid-Mongolië.
China heeft echter na de Olympische Spelen van 2008 in Peking zijn greep op de veiligheid en het digitale surveillancesysteem in de door China bezette regio’s Tibet, Xinjiang, Zuid-Mongolië – en zelfs Hongkong – alleen maar verder versterkt.
Johnny Reinders zegt
Dat het oorverdovend stil is omtrent dit ongemakkelijke onderwerp is omdat er een soort selectieve verontwaardiging bestaat over het leed van de ene mens ten opzichte van dat van de andere mens. De voorkeuren zijn wel oorverdovend aanwezig in alle media uitingen en wel die waarmee men kan laten zien hoe goed men wel niet is. Geen oordeel hierover omdat de oorzaak hiervan meestal onwetendheid is. Het valt mij echter wel op.