Het was volgens de boeddhistische omroep een kleine maar spraakmakende revolutie die vorig jaar plaatsvond op de Vrije Universiteit in Amsterdam. In het voormalige protestantse bolwerk startte een nieuwe studierichting: Religie en levensbeschouwing, traject boeddhisme. Zenboeddhist André van der Braak is er de eerste hoogleraar. Filmmaker Pat van Boeckel volgde hem voor de boeddhistische omroep tijdens zijn eerste schreden op dit pad.
Fietsend in Peking laat André laat zien hoe het boeddhisme in China aan een comeback bezig is. Een heel verschil met de situatie tussen 1949 en de jaren tachtig, toen het boeddhisme onder druk stond van het communistisch bewind. Nu kan André zich vrijelijk bewegen en namens de VU een uitwisseling op poten zetten met de Renmin universiteit van Peking. Het op gang brengen van een dialoog tussen Oost en West staat namelijk hoog op de agenda van de nieuwbakken hoogleraar. Daarvoor bezoekt hij ook verschillende Chinese boeddhistische kloosters, waaronder het Chan klooster in Peking. Een bezoek dat overigens tussen 17 en 20 juni wordt beantwoord als drie vertegenwoordigers uit een van de kloosters de VU zullen aandoen.
Terug in Amsterdam wordt duidelijk dat André voortdurend heen en weer reist tussen filosofie, meditatie, ritueel en praktijk. Zo laat hij zich graag inspireren door Europese denkers. Hij promoveerde op Nietzsche, in wiens westerse filosofie hij de kern van de oosterse boeddhistische leer weerspiegeld ziet. Vanuit Sils Maria, het Zwitserse dorp waar Nietzsche zijn bekende werken schreef, kruipt hij in de huid van Zarathustra, de Perzische profeet die Nietzsche opvoert om de westerse cultuur onder loep te nemen. Al wandelend, naar oud gebruik van Nietzsche zelf, laat André zien dat de kloof tussen Oost en West kleiner is dan wij denken.
Het verre Oosten in het Westen.
Zondag 2 juni, 14.00 uur, Ned. 2
Herhaling 8 juni 09:30. Ned. 2
Ook te zien op Uitzending Gemist.
Bron BOS-tv.
Joop Romeijn zegt
In 2011 schreef André van der Braak een artikel waarvan ik hieronder een deel citeer.
Wat betreft dat ‘diploma’ is het de vraag in hoeverre dit ook van toepassing is voor de boeddhistisch geestelijk verzorger aka chaplain waartoe de VU (misschien) gaat opleiden.
En wat betreft die transmissie ben ik benieuwd wat André vindt van de huidige perikelen met Zen.Nl en Ritskes, ik heb hem er nog niet over gehoord.
En verder: hadden de aanhangers van Fayan nu maar gewonnen ….
Of kan dat nog? Want terecht zegt hij “De vraag is: welke afslag nemen wij in het Westen als het gaat om transmissie? “ Ik zou zeggen: doen.
“Het fabeltje van een diploma
Het begrip “transmissie” heeft in de zentraditie een beladen betekenis. … Het krijgen van transmissie wordt dan gezien als het ontvangen van een “zegel van verlichting”. Iemand die transmissie heeft gekregen is dan gecertificeerd verlicht. Dat dit tot vreemde taferelen kan leiden heeft bijvoorbeeld de geschiedenis rondom Baker Roshi uitgewezen. Als abt van het San Francisco Zen Center kon hij zich te buiten gaan aan talloze affaires met leerlingen en financieel wangedrag zonder dat iemand hem erop durfde aan te spreken: hij had immers transmissie gekregen …
Veel mensen pleiten er daarom tegenwoordig voor om “transmissie” wat nuchterder te benaderen: als een lerarendiploma, of een teken dat iemands zen-opleiding is afgerond. Er wordt dan wel verwezen naar de situatie in Japan, waar het krijgen van dharma-transmissie vergelijkbaar is met het afronden van het groot seminarie bij ons in het Westen. Toch ligt de zaak wat gecompliceerder dan dat. De bijzondere status van de term “transmissie” zit namelijk in het hart van de zentraditie zelf.
De Canadese zen-scholar Albert Welter heeft onderzoek gedaan naar de Chinese geschiedenis van de zentraditie. In de elfde eeuw woedde er in China een verwoede strijd tussen aanhangers van verschilllende zengroeperingen over wat de essentie van zen was. De heersende opinie was die van de aanhangers van Fayan (885-958): zen kon een veelheid aan boeddhistische praktijken omvatten. Het was een kwestie van upaya (vaardig hulpmiddel) welke praktijk het meest geschikt was voor een bepaalde beoefenaar. Zen was dus compatibel met andere vormen van boeddhisme. Aanhangers van Linji (d. 860) hadden echter een radicaal andere visie op zen: het was een “aparte praktijk buiten de boeddhistische leer om” (jiaowai biexing): zen had niets te maken met andere boeddhistische scholen, maar stond daar ver boven.
Een iets andere variant op deze uitspraak werd een beroemd zen-motto: zen is een “aparte transmissie buiten de boeddhistische leer om” (jiaowai biechuan). Het ware inzicht van zen kan nooit via sutra’s worden onderricht, maar is een woordenloze realisatie die rechtstreeks van leraar op leerling wordt overgedragen. Deze zen-opvatting van de Linji-school werd dominant in de loop van de elfde eeuw. De literati aan het hof waren gefascineerd door deze nieuwe benadering die de vloer aanveegde met intellectuele studie en boeddhistische geschriften. Juist omdat zen zo radicaal verschillend was van andere boeddhistische scholen werd het zo populair. En het idee van transmissie maakte daar een cruciaal onderdeel van uit.
Er kwam ook al snel een nieuw verhaal in omloop dat deze opvatting onderbouwde: de Boeddha gaf eens les door te blijven zwijgen en een bloem omhoog te houden. Alleen Mahakashyapa begreep het en glimlachte. De Boeddha benoemde Mahakashyapa tot zijn opvolger. Dit was de eerste aparte transmissie buiten de boeddhistische leer om. Ze werd gevolgd door vele transmissies van leraar op leerling: zo ontstond de lineage van zenpatriarchen.
Het is te gemakkelijk om te concluderen dat die aparte transmissie dus maar een fabeltje was. Want of het verhaal over Mahakashyapa nu wel of niet “waar gebeurd” is, er is wel degelijk iets heel kostbaars doorgegeven in al die generaties van zenleraren en hun leerlingen. En om uitdrukking te blijven geven aan dit mysterie moeten we onvermijdelijk een vorm kiezen. In de elfde eeuw werd in China een bepaalde afslag genomen die een zekere mystificatie rondom transmissie aanbracht. Als de aanhangers van Fayan het hadden gewonnen, had transmissie nu wellicht een heel andere vorm gehad. De vraag is: welke afslag nemen wij in het Westen als het gaat om transmissie? Welke vorm geven wij aan dit mysterie dat het levensbloed vormt van de zentraditie? Alleen lerarendiploma’s uitdelen doet er toch niet echt recht aan. Maar hoe moet het dan wel?
Zelfs de Boeddha kan het ons niet vertellen …
M-J. zegt
…En wat betreft die transmissie ben ik benieuwd wat André vindt van de huidige perikelen met Zen.Nl en Ritskes, ik heb hem er nog niet over gehoord.
Reactie: Maar we hoeven toch niet overal over te oordelen?? Ik zou zeggen: Wu wei.
Joop Romeijn zegt
‘Wu wei’ betekent toch niet: ‘schone handen’?
Je kan alles wel ‘oordelen’ noemen, een werkwoord waarin impliciet het gebod ‘Gij zult niet oordelen’ zit ingesloten.
Ron Sinnige zegt
Nu mag het toch wel eens gezegd worden:
‘Niet oordelen’ is een oordeel. Met het pleidooi daarvoor, zet je namelijk iedereen die kritische kanttekeningen plaatst buitenspel. Kun je dat zien?
Als je oproept tot niet oordelen, wil je niet horen en niet zien, maar je zwijgt ook niet. In plaats daarvan probeer je anderen monddood te maken, met een eenzijdige interpretatie van het boeddhisme (en in dit geval ook Taoïsme).
Nou, ben benieuwd naar het oordeel hierover. Ik maak me vooralsnog niet teveel illusies :-).
Tom zegt
OK Ron, thx. En ik schreef het inderdaad fout, het moet Anne zijn. Sorry Anne!
Anne zegt
Moet echt elk onderwerp dan over Ritskes en Zen.nl gaan? Heb al weer spijt dat ik dit stukje geopend heb om te lezen. Als je BD leest zou je haast denken dat de wereld om Ritskes draait in plaats van om de zon.
Ron Sinnige zegt
Als je het hem vraagt, zal hij dat naar alle waarschijnlijkheid beamen :-).
Tom zegt
Ron, ik zou toch bijna gaan denken dat het om jou draait……..
Ik deel het gevoel van Sanne. Als het niet verandert in het BD, denk ik dat ik maar eens een paar edities oversla. Even alleen met m’n leegte…..
Ron Sinnige zegt
Mijn excuses. Wil je niet wegjagen, maar geef toe, ze legde ‘m op de penaltystip… (ze heet trouwens Anne, tenminste, zo noemt ze zich hier). Zie ook mijn column http://www.ronsinnige.nl/1/post/2013/05/eerste-schisma-in-westers-boeddhisme.html. En ongetwijfeld tot snel weer :-).
Tarini zegt
Anne: het gaat tenminste eens een keer niet over de BUN (maar misschien komt dat nog.)
Misschien moeten we ophouden een mening te willen van iedereen die hier genoemd wordt, er zijn al genoeg meningen.
Joop Ha Hoek zegt
Joop R., even achterover leunen, de handen onder de kin en verder niets doen. En wie weet, worden jouw vragen wel beantwoord in deze documentaire. En wat Ritskes betreft, het BD heeft hem al een paar keer uitgenodigd om in deze krant een reactie te geven op zijn al of niet vermeende autorisatie. En nee, aan het feit dat hij (nog) niet heeft gereageerd, maken we niets op en leiden we niks af. En Anne, blijf ons vooral lezen, we bieden ook andere berichten aan.
Joop Romeijn zegt
Beste Joop H
U zegt het weer mooi
Niettemin is het jammer dat de aanhangers van Fayan het hebben verloren
Zo zie ik het tenminste
En ik kan het weten
Nietwaar?
.
Nou dan
Laat ik maar wachten op die film
Edel Maex zegt
De belangrijke vraag is niet wie toen in China gewonnen heeft. De vraag is hoe wij het nu hier in het Westen gaan doen.
Je kunt Aziatische modellen niet zomaar overnemen. Wat dan wel? Eerlijk, dat weet niemand. Dat wordt iets van vallen en opstaan. Pas na enkele eeuwen zullen we dat op een zinvolle manier kunnen evalueren.
Joop Romeijn zegt
Natuurlijk kunnen we een strijd (ja dat deden ze, het ging het soms stevig aan toe, steviger dan gevoelige zieltjes nu leuk zouden vinden) van ruim duizend jaar geleden niet over doen.
Eerst voor de duidelijkheid: ik beoefen geen Zen, alleen stukjes ervan spreken me aan, ik beoefen vooral Theravada en lees soms ook graag over het Tibetaans boeddhisme. Wat ik graag wil is een gesprek tussen de diverse boeddhistische tradities maar dat blijkt steeds weer lastig. Eén van de factoren vanuit mijn perspectief is de anti-rationalistische cultuur van veel Zen-beoefenaren die een gesprek bemoeilijken; een cultuurt die bij sommigen stevig verankerd is en bij anderen slechts een verdedigings-laagje (een maniertje).
Sleutelzin uit het citaat van van der Braak is voor mij “Zen was dus compatibel [bij Fayan] met andere vormen van boeddhisme. Aanhangers van Linji (d. 860) hadden echter een radicaal andere visie op zen: het was een ‘aparte praktijk buiten de boeddhistische leer om’: zen had niets te maken met andere boeddhistische scholen, maar stond daar ver boven.”
Edel heeft natuurlijk gelijk als hij zegt: “De vraag is hoe wij het nu hier in het Westen gaan doen” Ik zou er aan toe willen voegen: de vraag is ook of het boeddhisme in het Westen gaat divergeren (de tradities steeds verder uit elkaar gaan lopen) of convergeren (één boeddhisme te worden, extreem gezegd).
Uit sommige reacties hier (bv over het recente X-probleem) krijg ik het gevoel dat de verschillen steeds groter worden; als dat zo is, is de organisatie genoemd Y helemaal niet meer nodig: er is niets dat ons bindt.
Pjotr Bos zegt
Interessant citaat. Over Fayan en Linji.
Goh ik behoor/volg officieel de Linji-school.
Tja want wie wil er nu niet de beste zijn en overal boven staan?
Maar zo heb ik het nooit bekeken. Ik ben ook niet bekend met die strijd.
Ik zou daar wel meer van willen weten. En volgens mij is Rinzai zen ook compatibel met andere vormen, ik zie geen hindernissen.
Toen hadden ze ooit ruzie? Straks ontstaat er de Ritskes zen-school. Los van andere vormen en is uiteraard beter (kijk maar naar de resultaten in de onderzoeken)
Tja dus Linji vond zich beter? Daar wil ik meer van weten. Wie kan mij verwijzen naar teksten
daarover?
Maar gelukkig gaan er ook Rinzai zenleraren en meesters de fout in door de kern van Boeddha’s leer als leidraad te nemen en ook nog meesters uit de Soto traditie aan te halen. Als Rinzai dat maar niet ziet! Gelukkig is hij dood. En wij zennies geloven niet zo dat doden zich in hun graf om kunnen draaien.
Pjotr
Pjotr Bos zegt
oeps sorry ‘wij zennies’. Dat weet ik niet.
Ik geloof in ieder geval niet dat doden in hun graf om kunnen draaien.
Mijn excuus.