Ondanks de buitenlandse toenemende druk op China over de mensenrechtensituatie in het land, is de Chinese regering van plan in mei een nieuw decreet in te voeren dat alle religieuze leiders verplicht ‘de leiding van de Chinese Communistische Partij (CCP) te volgen en te steunen’.
Volgens de in de VS gevestigde omroep Voice of America (VOA) verbiedt het officiële decreet het prediken en onderwijzen door religieuze beroepsbeoefenaars die de nationale veiligheid van China in gevaar brengen, extremisme bevorderen of het land verdelen. Het decreet eist ook van religieuze beroepsbeoefenaars dat zij zich verzetten tegen de ‘infiltratie van buitenlandse krachten’ via religie, anders zullen zij worden onderworpen aan administratieve sancties en strafrechtelijke vervolging.
Volgens het rapport van de VOA valt dit laatste decreet samen met een poging van de door de regering gecontroleerde nationale religieuze verenigingen van protestantisme, katholicisme, taoïsme, boeddhisme en islam om alle gelovigen te verplichten onderwerpen te bestuderen zoals de geschiedenis van de CCP, de Volksrepubliek China en het socialisme.
Eerder deze maand heeft de United States Commission on International Religious Freedom (UCIRF) in haar jongste rapport verklaard dat de Chinese regering haar beleid van ‘sinisering van godsdienst’ heeft geïntensiveerd, waarbij zij zich vooral richt op godsdiensten waarvan wordt aangenomen dat zij buitenlandse banden hebben, zoals het christendom, de islam en het Tibetaans boeddhisme.
De autoriteiten zijn ook doorgegaan met hun ongekende gebruik van geavanceerde bewakingstechnologieën om religieuze minderheden te controleren en te volgen, en in februari zijn maatregelen voor het beheer van religieuze groeperingen van kracht geworden, waardoor de ruimte waarbinnen religieuze groeperingen kunnen opereren, nog verder is ingeperkt.