Nog voor de avondklok daadwerkelijk in werking trad, wilden Nederlandse jagers al een ontheffing om ’s nachts te kunnen jagen op wilde zwijnen en vossen. Ook minister Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wil dat jagers die ontheffing krijgen. Dier&Recht is van mening dat de jagers drogredenen aanvoeren om maar niet te hoeven stoppen met hun hobby. De dierenbeschermingsorganisatie roept de provincies in een brandbrief op om jagers geen ontheffing te verlenen voor de avondklok.
Jagers klagen al enige tijd dat het niet lukt om ‘voldoende zwijnen’ af te schieten. Bij gebrek aan andere uitjes gaan veel mensen in coronatijd de natuur in. Door al die drukte houden wilde dieren zich schuil in de bossen. Dat maakt het voor jagers lastig om ze te schieten.
Nederlandse jagers doden jaarlijks 80 tot 90 procent van de totale populatie aan wilde zwijnen. Deze enorme slachting zou nodig zijn om overlast te voorkomen bij boeren en particuliere grondbezitters. Volgens de jagers is een ontheffing voor nachtelijk jagen op dit moment van essentieel belang. Zo moeten er volgens hen veel wilde zwijnen worden afgeschoten om de kans op een uitbraak van Afrikaanse varkenspest te verkleinen. Ook zouden er veel vossen moeten worden geschoten om de weidevogels te beschermen. Het ministerie van LNV zou deze zienswijze delen en de provincies vragen om ontheffing te verlenen, tegen de huidige strenge coronaregels in.
Drogredenen
Frederieke Schouten, dierenarts en directeur van Dier&Recht: “Het is volstrekte waanzin dat jagers tijdens de avondklok zouden mogen jagen. De argumenten daarvoor zijn ook nog eens ontzettend misplaatst: zo is de varkenspest voornamelijk een risico voor én door de varkensfabrieken waar tienduizenden varkens veel te dicht op elkaar leven. En niet de vos, maar de intensieve veehouderij is de belangrijkste oorzaak voor de terugloop van het aantal weidevogels. Maar in plaats van het inkrimpen en verduurzamen van de veestapel zoekt LNV de oplossing in het afschieten van wilde dieren. En dat in een periode waarin deze dieren al een hoop extra stress ervaren door de enorm toegenomen drukte in hun leefomgeving.”