De internationale voedselwaakhond foodwatch roept de grootste bestrijdingsmiddelenbedrijven in Europa op om te stoppen met de productie en export van schadelijke bestrijdingsmiddelen, die bovendien in de Europese Unie zijn verboden. Syngenta, Bayer AG en BASF blijven deze verboden pesticiden buiten de EU over de hele wereld verkopen, vooral aan ontwikkelingslanden.
Deze praktijken dragen volgens foodwatch bij aan de geschatte 200.000 acute vergiftigingsdoden wereldwijd per jaar, als gevolg van pesticiden. Residuen van deze gevaarlijke pesticiden blijven achter op landbouwproducten zoals groente en fruit, die vervolgens worden geïmporteerd door de EU. Door deze ‘pesticide boemerang’ komen schadelijke stoffen nog steeds op het bord van Europese consumenten terecht.
Winst ten koste van mensenrechten
“Europese pesticidenreuzen maken enorme winsten ten koste van de mensenrechten. Dit moet nu stoppen!”, aldus Thilo Bode, directeur van foodwatch International. Syngenta, Bayer AG en BASF, die de helft van de in Europa geregistreerde pesticiden produceren, maken enorme winsten met de export van pesticiden die in de Europese Unie verboden zijn. Door (onbeschermde) boeren in ontwikkelingslanden aan te moedigen om giftige producten te gebruiken, dragen de drie bedrijven een zware verantwoordelijkheid voor de 200.000 acute vergiftigingsdoden wereldwijd per jaar (een schatting van de Verenigde Naties), als gevolg van schadelijke pesticiden. De VN-Mensenrechtenraad wil dan ook dat pesticidenbedrijven worden gereguleerd, zodat ze “de mensenrechten respecteren en milieuschade vermijden”.
Falende Europese regelgeving
Het is niet verboden voor Europese bedrijven om giftige stoffen te produceren en exporteren, terwijl de EU heeft besloten het gebruik ervan op haar grondgebied te verbieden. Dit staat ook bekend als ‘de dubbele standaard’ van de pesticidenregelgeving. Zelfs pesticiden die volgens de risicobeoordelingen van de EU “onmiddellijk gevaar opleveren voor de gezondheid van mens of dier of voor het milieu” kunnen legaal worden verkocht aan niet-EU-landen.
Thilo Bode van foodwatch: “De EU moet zich schamen voor haar dubbele standaard! Het is schandalig om deze gevaarlijke stoffen in de EU te verbieden en vervolgens de verkoop en export ervan naar derde landen toe te staan.”
De Europese pesticidenregelgeving vereist alleen dat exporterende bedrijven de autoriteiten in de importerende landen op de hoogte brengen van de import van deze pesticiden. Volgens foodwatch weerhoudt dit de pesticidenbedrijven er niet van om hun gevaarlijke chemicaliën op lokaal niveau bij de boeren te promoten.
Pesticidenlobby
Frankrijk heeft onlangs het initiatief genomen om de productie en export van deze in de EU verboden bestrijdingsmiddelen te verbieden. De wetgeving zal in 2022 in werking treden. Alle pogingen om de verordening naar het EU-niveau te tillen, werden echter geblokkeerd onder de druk van de pesticidenlobby. Deze lobbygroep heeft het grootste jaarlijkse lobbybudget in Brussel, met 12 miljoen euro in 2017.
Nicole van Gemert, directeur foodwatch Nederland: “Wat we nodig hebben zijn wetgevers die bereid zijn om de mensenrechten, consumentenrechten en het milieu over de hele wereld te beschermen. Zodra deze gevaarlijke producten naar derde landen worden geëxporteerd, strekt de verantwoordelijkheid van de EU-wetgevers zich uit tot de ontvangende landen. Maar meer nog willen we met een grote internationale e-mailactie de pesticidengiganten oproepen hun verantwoordelijkheid te nemen. Schadelijke pesticiden voor de mens en onze biodiversiteit – nota bene daarom in Europa verboden – horen gewoon onder geen enkele omstandigheid te worden geproduceerd.”
Foodwatch eist van Syngenta, Bayer AG en BASF om onmiddellijk te stoppen met de productie, verkoop en export van pesticiden die kankerverwekkend, mutageen, hormoon-ontregelend en neurotoxisch zijn en de vruchtbaarheid verminderen. Meer informatie over de mailactie zie hier.