Een tentoonstelling over vermeende sociale vooruitgang in Tibet in een bibliotheek in the Queens in New York city is afgelopen weekeinde na tien dagen van protesten van Tibetaanse activistische groeperingen en hun aanhangers gedwongen gesloten. Daarmee kwam een eind aan een door het Chinese consulaat -gesponsorde poging om China’s heerschappij over de ooit onafhankelijke Himalaya-natie als heilzaam aan te merken.
Congresleider Tom Suozzi, een lid van de tweeledige Amerikaanse Congressional Executive Commission voor China, noemde het resultaat van de tien dagen durende campagne ‘een belangrijke overwinning voor Tibet’.
‘Het Amerikaanse volk moet zich realiseren hoe China zijn eigen volk behandelt – niet alleen Tibetanen, maar ook Oeigoeren en studenten in Hong Kong. We moeten opkomen voor de mensenrechten van alle mensen ter wereld. Ik zal voor u blijven vechten,’ zei Suozzi tegen de demonstranten. De bibliotheek is nu van plan om boeken over Tibet, samen met Tibetaanse boeddhistische geschriften, te archiveren.
Het besluit van de bibliotheek om de tentoonstelling voortijdig af te breken toont aan dat “activisme en waarheid krachtiger zijn dan propaganda en dictatuur”, zei Dorjee Tseten, uitvoerend directeur van de belangengroep Studenten voor een Vrij Tibet, een van de groepen die deelnemen aan het protest. Andere onderwijsinstellingen moeten nu voorzichtig zijn met de inspanningen van de Chinese regering om ze te gebruiken als platform voor propaganda, zei Tseten.
Sinds hij eind 2012 aan de macht kwam, heeft de Chinese president Xi Jinping meer aandacht besteed aan soft power en propaganda, waarbij hij de staatsmedia opdroeg een positief verhaal te vertellen over een opkomend China en Chinese diplomaten toestond sociale media te gebruiken om de critici in Peking aan te vallen.