In Bhutan, het boeddhistische koninkrijk in de Himalaya dat een bruto nationaal geluk voorstaat, en tot doel heeft het holistische welzijn van zijn burgers actief te bevorderen als nationaal beleid, staat de Nationale Raad, het Hogerhuis van de parlementaire nationale vergadering, op het punt om in januari een wetsvoorstel aan te nemen om homoseksualiteit officieel te decriminaliseren.
Amnesty International heeft de wetgevers van Bhutan opgeroepen het wetsvoorstel aan te nemen om ‘een historische kans aan te grijpen om gelijke rechten voor LGBTI-mensen in het land te waarborgen’. In het huidige wetboek van strafrecht maakt een persoon die ‘onnatuurlijke seks’ pleegt of zich bezighoudt met sodomie of enig ander seksueel gedrag dat in strijd is met de orde van de natuur, zich schuldig aan het plegen van een misdrijf.
Tashi Tsheten, directeur van Rainbow Bhutan, die de LGBTI-gemeenschap in het land vertegenwoordigt: ‘Onze religie, het boeddhisme, heeft tot nu toe nooit bezwaar gemaakt tegen de manier waarop we ons leven leiden. Onze genderidentiteit en seksualiteit zijn verbonden met onze vroegere daden of ‘karma’ van ons vorige leven. We zien dat als een kans voor acceptatie, omdat we geloven dat we zelf ons lot niet bepalen en ons leven vaak wordt bepaald door onze daden. Dit is de reden waarom onze religie ons leert om de manier waarop we zijn te accepteren en niet te oordelen over anderen voor wie ze zijn.’
Bhutan, een koninkrijk met zo’n 750.000 inwoners, is overwegend boeddhistisch, 75 procent van de bevolking volgt het Vajrayana boeddhisme. Het hindoeïsme is de op één na grootste religie in het land.
Martin van der Veen zegt
Hopen dat ook christenen en andere religieuze minderheden niet meer vervolgd worden.