Nadat de centrale Chinese overheid de opdracht had gegeven om alle religieuze beelden in de stad Wu’an, in de provincie Hebei te slopen, besloot de lokale bevolking 500 boeddhistische beelden te verbergen in een poging om ze te redden. Een bijna 30 meter hoog beeld van Boeddha overleefde het niet.
Volgens interne bronnen heeft het Bureau voor Religieuze Zaken in Wu’an begin november een vergadering bijeengeroepen om een bevel te bespreken van de centrale autoriteiten waarin wordt geëist dat de controle over religies geïntensiveerd wordt. In de bijeenkomst werd de nadruk gelegd op het voorkomen van de verspreiding van de Tibetaanse boeddhistische cultuur, waarbij alle activiteiten van de lokale boeddhisten moesten worden beperkt en gecontroleerd.
De lokale autoriteiten hebben ook geëist dat in 502 dorpen die administratief onder de jurisdictie van Wu’an vallen alle religieuze beelden ontmanteld moeten worden. Zelfs populaire toeristische attracties met een boeddhistisch thema bleven volgens het magazine Bitter Winter, dat schrijft over religieuze vrijheid en mensenrechten in China, niet gespaard. Op de bijeenkomst zijn 500 beelden van Arahats – Boeddha’s discipelen die inzicht hebben gekregen in de ware aard van het bestaan en nirvana hebben bereikt – in het Qibugou Scenic Area, een populaire toeristische attractie in Wu’an, goedgekeurd voor sloop.
Daarop besloot de lokale bevolking de beelden aan het oog te onttrekken door ze in groene stof te wikkelen en te versieren met kunstbloemen. Een medewerker van het Qibugou Scenic Area zei dat de beelden nog steeds kunnen worden afgebroken als de autoriteiten niet akkoord gaan met de manier waarop ze afgedekt zijn. Het bestuur van het park zou ook kunnen worden beboet. Het reusachtige Boeddhabeeld bij het Jingniang meer is volgens Bitter Winter ook aangewezen voor vernieling door de lokale autoriteiten, die tot dusver weigeren het beeld te slopen. Sinds zijn bouw in 2003, is het 29.9 meter hoge standbeeld een favoriet onder de lokale bevolking.
Toen verslaggevers van Bitter Winter het Jingniang meer op 13 november bezochten, was het sloopmateriaal al opgezet rond de reuzenboeddha, en het proces van ontmanteling was aan de gang.