Mensen zijn zeer bescheiden in hun wensen en opvattingen voor een lang en gelukkig leven. Toen onderzoekers aan de Universiteit van Queensland 8000 mensen vroegen hoeveel aspecten in hun leven ze zouden willen maximaliseren, zoals plezier, intelligentie of persoonlijke vrijheid, antwoordden ze niet voor de volle honderd procent te gaan maar genoegen te nemen met 75 procent op de scorelijst.
Daarmee doorbraken ze het beeld van steeds meer en beter als ze de kans zouden krijgen om hun omstandigheden en eigenschappen te verbeteren. In werkelijkheid streven mensen wereldwijd naar meer gematigde niveaus, zo blijk uit de studie.
De beoordelingen van perfectie waren bescheidener in landen met boeddhistische tradities en confucianisme. Deze oosterse filosofieën en religies leggen meer de nadruk op het idee dat schijnbaar tegenstrijdige krachten naast elkaar bestaan in een complementaire, met elkaar verbonden staat, zodat de een niet zonder de ander kan bestaan, zeggen de onderzoekers.
De deelnemers aan het onderzoek zeiden gemiddeld dat ze het liefst tot hun negentigste wilden leven, wat slechts iets meer is dan de huidige gemiddelde levensverwachting. Zelfs toen de deelnemers zich voorstelden dat ze een magische pil konden nemen die eeuwige jeugd garandeerde, steeg hun ideale levensverwachting met slechts enkele decennia tot een gemiddelde van 120 jaar. Ook op het gebied van de intelligentie, het IQ, stelden de deelnemers geen al te hoge eisen, ze scoorden ongeveer 130, een score die iemand zou classificeren als slim, maar zeker geen genie.
De gegevens toonden ook aan dat deelnemers uit holistische culturen – degenen die waarde hechten aan begrippen als contradictie, verandering en context – ideale niveaus van eigenschappen kozen die consistent lager waren dan die welke werden gerapporteerd door deelnemers uit niet-holistische culturen.