Het bestuur van de Stichting Inzichts Meditatie (SIM) buigt zich momenteel over de inhoud van het vorige week zaterdag door de algemene ledenvergadering van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) aangenomen ‘advies’ van de Dharma Advies Raad (DAR) inzake de relatie boeddhistische leraren en leerlingen. De SIM reageerde eerder op het concept advies van de DAR uit november 2017 en stelde dat op punten absoluut niet te kunnen onderschrijven.
De SIM in een brief aan het BUN-bestuur: ‘Het niet innemen van een standpunt c.q. heldere uiteenzetting door de BUN met betrekking tot (seksueel) misbruik door leraren maakt dat de koepel mede verantwoordelijk is voor mogelijke misstanden.’ De stichting had graag met andere BUN-leden een inhoudelijke discussie willen voeren, zoals deels al gedaan is n.a.v. de kwestie Sogyal Rinpoche. SIM: ‘Noodzakelijk voor zo’n discussie is het aanwezig zijn van een externe deskundige met name op het gebied van seksueel misbruik. Wat tevens een mogelijkheid is om per traditie te formuleren hoe de relatie ‘leraar’ – ‘leerling’ er uit ziet. Dat laatste doet meer recht aan de inhoudelijke verschillen.’
De Dharma Advies Raad (DAR) schreef op verzoek van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) een informatiebrief die bedoeld is voor mensen die een boeddhistisch leraar zoeken of behoefte hebben aan informatie over de vormen van boeddhistische onderwijs en boeddhistische leraren in het algemeen. De DAR vindt het essentieel dat alle boeddhistische scholen ethische richtlijnen opstellen en publiceren, en verwijzen naar vertrouwenspersonen. In het advies wordt niet expliciet ingegaan op (seksueel) wangedrag binnen sangha’s en sancties en handvatten om daar mee om te gaan.
Veiligheid en integriteit
De SIM waardeert de poging van de BUN ‘om meer verdieping aan te brengen in de vrij summiere beschrijving die op de website van de BUN staat onder de tab ‘Over de BUN’ met als kopje ‘Veiligheid en integriteit’. De opdracht aan de DAR is niet uit de lucht komen vallen. Het is een direct gevolg van machtsmisbruik, met name seksueel misbruik, door boeddhistische leraren die de afgelopen jaren aan het licht zijn gekomen, stelt de stichting.
Het Maitreya Instituut is een van de eerste boeddhistische groepen in Nederland die duidelijke richtlijnen heeft geformuleerd m.b.t. een ethische code. In navolging daarvan heeft de SIM zeven jaar geleden een eigen gedragscode ontwikkeld, een externe vertrouwenspersoon aangesteld en een klachtenprocedure opgesteld. Vijf jaar geleden heeft de SIM hierover een presentatie gegeven tijdens de BUN vergadering.
SIM: ‘De reacties op die presentaties waren deels positief, in de zin van stimulerend om zelf hieraan te werken. Grotendeels echter waren de reacties kort samengevat van de aard: ‘Bij ons (boeddhisten) gebeurt zoiets niet’, en zelfs de vrij schokkende reactie van een bestuurder uit de vajrayana traditie: ‘Mijn leraar gaat elke avond met een andere leerling naar bed’. ‘
Het ethisch drieluik van de SIM is inmiddels als voorbeeld of bijna geheel overgenomen door enkele andere boeddhistische organisaties (zowel BUN-leden als niet BUN-leden), en ook door enkele mindfulness organisaties.
In de tussentijd heeft het BUN bestuur zich ingezet om het onafhankelijk Meldpunt seksueel misbruik boeddhistische gemeenschap te ondersteunen. Er is een externe vertrouwenspersoon aangesteld bij de BUN. Tevens is er gestimuleerd dat BUN-leden een gedragscode, interne vertrouwenspersonen en klachten procedures opgesteld hebben. Dat laatste is bij ongeveer 50% van de leden gerealiseerd. Tijdens de laatste BUN vergadering van 4 november 2017 heeft de voorzitter de vraag gesteld of het tijd wordt om dit als eis te gaan opnemen voor leden van de BUN. Dit is een ontwikkeling die wij toejuichen.’
Seksueel misbruik
De hierboven geschetste ontwikkeling vereist een proces van inzicht m.b.t. (seksueel) misbruik door boeddhistische leraren. Een eerste stap is de erkenning dat seksueel misbruik ook in de boeddhistische gemeenschappen bestaat. Vervolgens, indien bekend wordt dat er sprake is van seksueel misbruik, is van belang te weten dat er zich fenomenen zullen voordoen die kenmerkend zijn in dit soort processen. Deze herkenning van fenomenen en patronen als: ontkenning, cognitieve dissonantie, opmerkingen al ‘was zo erg niet’, consequenties zo klein mogelijk houden, zwijgcultuur, klokkenluiders wegzetten, niet denken aan slachtoffers maar met jezelf bezig zijn, het instituut beschermen, en de gevolgen ervan: uiteenvallen van de ‘sangha’ in twee of meer groepen, als de bom ontploft maken de scherven ook weer slachtoffers, enzovoort is van groot belang. Het is een proces dat sterke wetmatigheden kent en gepaard gaat met heftige emoties. En het is een langdurig proces met een jarenlange – soms levenslange – impact. Deskundige procesbegeleiding door onafhankelijke externe deskundigen is absoluut noodzakelijk, stelt de SIM.
Voor de SIM is het dan ook volstrekt helder – ook op basis van eigen ervaring – dat binnen genoemde context en met inachtneming van dit proces van bewustwording er heldere antwoorden geformuleerd dienen te worden door de BUN m.b.t. tot een aantal fundamentele vragen: a. Hoe verbeterd en borgt de BUN veiligheid en integriteit van yogis / mediterenden bij de diverse leden? b. Wat te doen als het mis gaat tussen leraren en leerlingen, als er bijv sprake is van seksueel misbruik of ander machtsmisbruik? c. Wat te doen als het vertrouwen tussen leraar en leerling geschonden wordt? d. Zijn seksuele relaties tussen leraren en leerlingen toegestaan? e. Waar staat de BUN voor als het gaat om veiligheid en integriteit? f. Wat doet de BUN als er sprake is van machtsmisbruik / seksueel misbruik bij een van de leden? SIM: ‘Helaas geeft het DAR-advies geen helder antwoord op genoemde vragen. Dat is mede te wijten aan de poging om vanuit verschillende boeddhistische tradities met één advies te komen.’
Onheilzaam gedrag
Het DAR-advies gaat (bijna) uitsluitend uit van het goede, het positieve(de heilzame leraar?). Voorbeelden uit het DAR-advies: – “zelf verantwoordelijkheid nemen”; – “Een gezonde leerling – leraar relatie is een bron van wederzijdse vreugde.”; – “gepast vriendschappelijk lichamelijk contact.”; – “De leraar inspireert”; – “Ethische richtlijnen en wederzijds vertrouwen”. – “Alle instructeurs en leraren horen ook de grens……..in de gaten te houden” Het gaat er juist om wat er gebeurt als de leraar onheilzaam gedrag vertoond; als de leerling geen verantwoordelijkheid kan nemen; als de relatie een bron van pijn is; als er seksueel misbruik in het spel is; als het geen gepast lichamelijk contact is; als het vertrouwen geschaad wordt; als de grens overschreden wordt, vindt de SIM.
Het DAR-advies begint met de stelling van een ‘onderzoekende geest staat voorop’ en een verwijzing naar het Kalama Sutta. Eigen ervaring en ‘zélf verantwoordelijkheid te nemen voor de weg’. SIM: ‘Deze nadruk op ‘zélf’ ontslaat de leraar niet van zijn of haar verantwoordelijkheid. Wat als de leerling die verantwoordelijkheid zelf niet kan nemen? Wat te doen met iemand die sterk verward, psychotisch, borderline of andere psychische stoornis heeft? Op dat moment heeft de leraar een sterke verantwoordelijkheid om hier mee om te gaan.’
SIM: ‘Uitgaan van het absolute (…) kun je stellen dat het DAR-advies eenzijdig uitgaat van de absolute waarheid: de ontwaakte, heldere en compassievolle leraar. Absoluut en relatief zijn echter twee handen op één buik. Het kan wel zijn dat de ene hand boven ligt, maar de andere is er ook. Bovendien veronderstelt het dat de leraar volledig ontwaakt is en dat is nog maar de vraag. En als het niet zo is, hoe dan omgaan met onheilzaam en negatief gedrag van die leraar?’
SIM: ‘Er wordt verwezen naar therapeuten en artsen. Helaas wordt niet gezegd wat dat betekent? Zoals bekend vallen artsen en therapeuten ook onder wetgeving waarin sprake is dat seksuele relaties en handelingen met cliënten niet mogen voorkomen. De SIM is van mening dat tussen Dharma-leraren en -leerlingen sprake is van een asymmetrische relatie, waarin overdracht en tegenoverdracht een rol kunnen spelen. Seksuele relaties tussen Dharma-leraren en -leerlingen mogen niet voorkomen.’
Voorop lopen
BUN-voorzitter Michael Ritman reageert op verzoek van het BD op de reactie van de SIM. ‘Volgens mij is een aantal zaken (van de SIM) wel (door de DAR) overgenomen, en een aantal niet. Uiteraard staat het de leden vrij om in bepaalde opzichten verder te gaan dan de ALV. In ieder geval heeft de ALV unaniem besloten de tekst zoals hij nu is op de website te plaatsen. Ook is afgesproken dat opmerkingen en aanvullingen ook achteraf nog welkom zijn. Het is de bedoeling dat de tekst in de toekomst aan de hand van voortschrijdend inzicht regelmatig geüpdatet wordt.
Voor de rest is het goed om te weten dat er in de reactie van de SIM vanuit werd gegaan dat het artikel van de DAR een antwoord was op het beleid van de BUN op het gebied van ethiek en veiligheid. Dat is niet het geval. De vraag aan de DAR was om inzicht te geven over de rol van leraren en leerlingen in het boeddhisme, voor personen die geïnteresseerd zijn in het boeddhisme en op zoek zijn naar een leraar, of voor personen die al een leraar hebben maar er meer over willen weten. Voor het ethisch beleid van de BUN en haar leden verwijst de DAR naar de BUN en haar leden. Die bepalen ook het beleid. Ze onderschrijven wel het beleid van de BUN en de stappen die zijn genomen.
De eerstvolgende stap is een belangrijke. Drie jaar geleden waren er 3 leden met een gedragscode. Nu zijn dat er 20. Van een aantal andere leden weten we dat ze er actief mee bezig zijn. Wat we besproken hebben is het voorstel om binnen 2 jaar 100% te gaan. Honderd procent van de leden heeft dan een gedragscode. En binnen 6 maanden verwijst dan 100% van alle leden naar de externe vertrouwenspersoon van de BUN. Dit voorstel wordt op de ALV in november in stemming gebracht. Die overgangstermijn van respectievelijk 2 jaar en 6 maanden geldt ook voor nieuwe leden. Er zijn nog meerdere stappen te bedenken, maar we doen het bewust stapje voor stapje, want we willen iedereen meekrijgen. Binnen Europa lopen we echt voorop met ons beleid. Daarom ben ik ook uitgenodigd om komend weekend een toespraak te houden voor de ALV van de Duitse Boeddhistische Unie.’
Lana zegt
Meest vooruitlopend hierin zijn m.i. toch de Amerikanen met beleid als van Kagyu Thubten Chöling http://www.kagyu.com/introduction/ethics-policy en Spirit Rock https://www.spiritrock.org/teacher-code-of-ethics-2016
Zeer waardevolle punten van de SIM ondanks de ontstane verwarring over de positionering van (het genoemde document van) de DAR binnen het BUN beleid.
De DAR profileert zich overigens met de taken:
– de BUN te ondersteunen bij het stimuleren van het gesprek over maatschappelijke thema’s in relatie tot het boeddhisme.
– adviezen te geven met betrekking tot die vraagstukken die spelen binnen de context van het georganiseerd boeddhisme in Nederland die een gedeeld dharma-perspectief behoeven.
De brief van de SIM is wat mij betreft zeer welkom in het kader van zulks ”gesprek over maatschappelijke thema’s” en ”vraagstukken die spelen binnen de context van het georganiseerd boeddhisme in Nederland” binnen de BUN. Dank daarvoor aan de SIM.
Ujukarin zegt
Ja er bestaat de nodige verwarring over wie wat doet, en de plek van de brief. Wellicht ten overvloede, en hopelijk geen nieuwe verwarring zaaiend, mijn kwartje qua antwoorden op de SIM-vragen
a. Hoe verbeterd en borgt de BUN veiligheid en integriteit van yogis / mediterenden bij de diverse leden?
–> Door te eisen _dat_ elk lid een gedragscode heeft waarin deze punten benoemd worden.
b. Wat te doen als het mis gaat tussen leraren en leerlingen, als er bijv sprake is van seksueel misbruik of ander machtsmisbruik?
–> In directe zin heeft de BUN, slechts een organisatorische en geen spirituele ‘koepel’ voor de leden, geen macht. In indirecte zin faciliteert ze wel melden en oplossen van dit soort issues, o.a. door de BUN Vertrouwenspersoon en het Meldpunt. En daardoor zou een geval van misgaan tijdig gemeld moeten worden en hopelijk naar tevredenheid van allen opgelost. Waar dan de ‘macht’ ligt zal per BUN-lid verschillen; voor een ex-BUN lid waar jaartje of 20 terug een officieel celibatair monnik geconfronteerd werd met bewijs van overtreding was dat de hoogste persoon van zijn Traditie en Europa, en die ontnam hem ook subiet zijn pij.
c. Wat te doen als het vertrouwen tussen leraar en leerling geschonden wordt?
–> Zie b]
d. Zijn seksuele relaties tussen leraren en leerlingen toegestaan?
–> Dat moet in de gedragscode van het BUN lid staan. Als die hier ook maar meer dan een kiertje ruimte voor laat dan zou ik persoonlijk geen would-be student aanraden bij die sangha te komen maar het is uiteindelijk individuele smaak en keuze; en hangt er ook erg van af hoe ‘leraar’ gedefinieerd wordt, zie het voorbeeld wat ik een tijd terug gaf van pilote-versus-steward waar de relatie niet kan als ze samen op 1 basis werken maar juist wel als het totaal verschillende bases (van dezelfde werkgever) zijn.
e. Waar staat de BUN voor als het gaat om veiligheid en integriteit?
–> Zie a], dat er iets geregeld is wordt eis voor leden.
f. Wat doet de BUN als er sprake is van machtsmisbruik / seksueel misbruik bij een van de leden?
–> Zie b]
With folded palms,