Schuldeisers, particulieren en bedrijven, hebben nog een bedrag van de failliete uitgeverij Asoka tegoed van tegen de 260.000 euro. Daar komen de vorderingen van de belastingdienst (28.000 euro maar dat bedrag is nog onzeker) en het UWV ( ongeveer 3000 euro) nog bij. Momenteel hebben achtendertig schuldeisers een vordering op Asoka, die half november een doorstart maakte. Asoka-oud had al zeker drie jaar met rode cijfers te maken. De verkoop van goodwill en boeken bracht de curator een opbrengst op van tegen de 66.000 euro.
In 2010 werd een verlies geleden van zo’n zesduizend euro. In 2011 was dat bedrag al opgelopen tot bijna 89.000 euro. En in 2012, tot de datum van het faillissement eind oktober, leed het bedrijf 57.000 euro verlies. Dat blijkt uit het faillissementsverslag van curator O. de Witt Wijnen. Uit de cijfers van de curator is ook te zien hoe de omzet van de uitgeverij de laatste drie jaar daalde. In 2010 draaide het bedrijf een omzet van zo’n 480.000 euro, in 2011 was die al gedaald tot 394.000 en in 2012 werd tot 1 november een omzet gedraaid van zo’n 299.000 euro. Dat jaar was qua omzet dus niet zo ongunstig voor Asoka-oud omdat nog drie maanden van verkoop en omzet resteerden.
Asoka-oud vormde een groep met onder meer Uitgeverij Synthese b.v. en het grafisch bureau Boeken uit Rotterdam. De drie bedrijven werden op dertig oktober gelijktijdig failliet verklaard. Het personeel werd ontslagen. De curator onderzoekt nog wat de feitelijke oorzaak van de teloorgang van de bedrijven is. Op basis van gesprekken met bestuurder Rob Lindeman en manager Gerolf T’Hooft trekt hij een voorlopige conclusie dat de uitgeverijen ernstig te lijden hebben gehad van de malaise in de boekenmarkt, de opkomst van nieuwe media, de faillissementen eerder in 2010 van twee grote afnemers, de boekhandels Selexyz en Libridis. Kostenreducties leverden onvoldoende resultaat op. Een poging om met banken en de vaste drukkerij Wilco tot een herstructurering van de financien en schulden te komen lukten niet. Vervolgens besloot aandeelhouder Lindeman er de stekker uit te trekken en de faillissementen van zowel de twee uitgeverijen als de vormgever aan te vragen. De curator stelt nog een eigen onderzoek in naar eventueel onbehoorlijk bestuur.
De curator verkocht in het kader van een doorstart een aanzienlijke boekenvoorraad (circa 190.000 boeken) die in het Centraal Boekhuis lagen opgeslagen aan de nieuwe eigenaar. Dat leverde een bedrag op van € 32.500,00. De ING Bank claimt een zogenoemd pandrecht te hebben op deze voorraad, als onderpand voor vorderingen. De curator onderzoekt die claim. Wordt die vordering toegewezen dan kan dat van invloed zijn op de uiteindelijke verkoopresultaten. De ING Bank heeft op dit moment nog een bedrag tegoed van zo’n 245.000 euro. In het kader van de doorstart heeft de doorstartende vennootschap Milinda b.v. 175.000 euro van de bankschuld van ING overgenomen.
Ook drukkerij Wilco claimt een eigendom te hebben op de boekenvoorraad bij het Centraal Boekhuis. De curator betwist de vordering onder meer vanwege het feit dat er op deze boeken auteursrechten rusten.
In het kader van de doorstart van Asoka, Synthese en Boeken uit Rotterdam heeft de curator met Milinda b.v. overeenstemming bereikt om inventaris, voorraden, debiteuren en goodwill te verkopen. Dat leverde de curator uiteindelijk een bedrag op van bijna 66.000 euro.