In november ondergaat China zijn Universal Periodic Review (UPR) in de raad voor de mensenrechten van de Verenigde Naties. Tijdens het UPR-proces zal de Chinese delegatie aangeven wat China heeft gedaan om de mensenrechten in China te verbeteren. Naar verwachting zullen andere staten reageren door de bezorgdheid over de mensenrechten in China aan de orde te stellen en aanbevelingen te doen over de aanpak van de voortdurende schendingen van die mensenrechten, stelt de mensenrechtenorganisatie Free Tibet.
Eerder dit jaar heeft Free Tibet een samenvatting van de mensenrechtenschendingen in Tibet voorgelegd aan de raad. In deze verslagen worden gedetailleerde gevallen van willekeurige aanhoudingen, martelingen en sterfgevallen in de gevangenis, alsmede wijdverbreide schendingen van de vrijheid van meningsuiting, het vrije verkeer en de godsdienstvrijheid van de Tibetanen beschreven. Veel van deze schendingen zijn volgens Free Tibet verergerd sinds China in 2013 zijn laatste UPR had.
Free Tibet vindt het van cruciaal belang dat internationale regeringen China confronteren met zijn schendingen van de mensenrechten in Tibet en Peking op de korrel nemen. De organisatie: ‘We moeten laten zien dat de buitenwereld de gebeurtenissen in Tibet volgt en zich niet zal laten afschrikken door pogingen om misstanden te verdoezelen.’