De op tien januari overleden David Bowie, zei ooit, toen hem gevraagd werd naar zijn persoonlijke opvattingen over spiritualiteit: ‘Ik heb altijd enkele van de grondbeginselen van het boeddhisme gevolgd, vooral die over veranderingen. Dat is onze levensstroom, onze rivier. Ik houd daar aan vast, het betekent een heleboel voor mij.’
Bowie’s interesse in spiritualiteit en boeddhisme was niet abstract. Op het in 2001 gehouden Tibet House-Benefietconcert in de Carnegie Hall in NY City vertelde Bowie een verhaal uit zijn tienerjaren – toen hij nog niet David Bowie, maar David Jones was. Hij was toen als zeventienjarige in een boeddhistische gemeenschap in Londen toen hij aan de balie de Tibetaanse lama Chime Rinpoche ontmoette die later voor korte tijd zijn leraar maar ook vriend werd.
De lama reageerde deze week op de dood van Bowie met een ontroerend video- eerbetoon. Hoewel Bowie niet de leefstijl had van een monnik bleef hij flirten met het boeddhisme dat zijn muziek en leven decennia lang zou beïnvloeden. En dat bleef niet beperkt tot zijn album Buddha of Suburbia.
In 1997 bracht Bowie zijn 21e studioalbum EARTHLING (aardbewoner) uit waarop de song ‘Seven Years In Tibet’. Mede-geschreven door gitarist Reeves Gabrels en lichtjes gebaseerd op de ervaringen van de Oostenrijkse bergbeklimmer Heinrich Harrer die beroemd werd door zijn boek met dezelfde naam. Bowie werd geadviseerd om een Mandarijn-versie van het lied op te nemen zodat de anti-Chinees getinte tekst ook toegankelijk werd voor Chinezen, Tibetanen en westerlingen. Bowie wilde zich daarmee achter het Tibetaanse volk scharen.
Dolma zegt
Ik vind dat zo mooi van u dat te zeggen, dat ik u allen wil v ragen 49 dagen amitabha en zo te doen voor David Bowie. Ik vind die nieuwe cd van hem zo goed dat ik hem de amitabha cd ga noemen.
bart zegt
https://www.youtube.com/watch?v=7j9AX85ERsA
Fennie zegt
Mooi! Dankjewel!