Zoals velen worstel ik met de naderende hashtag#4mei herdenking. Vorig jaar mocht ik zelf een toespraak houden, elders in Amsterdam, en was daarna op de Dam, nota bene voor het eerst. Het voelde belangrijk om aanwezig te zijn, ondanks of juist vanwege het grote zwijgen over het leed en onrecht van nu. Vanuit de gedachte ‘dit pakken jullie niet van ons af’.
Want voor mij en mijn familie zit 4 mei diep. We zijn opgegroeid met de verhalen van mijn joodse moeder en grootouders die elkaar tijdens de oorlog moesten loslaten omdat samen onderduiken te riskant was. Wonder boven wonder overleefden ze, anders dan de meeste familie. Tijdens de stilte denk ik aan hen én aan mijn extra opa en oma, die mijn moeder als peuter destijds in hun gezin opnamen. Zonder hun moed waren wij er nooit geweest.
Nu is het bijna weer zover en zowel het leed in Gaza als de hypocrisie in onze politiek hebben een nieuw dieptepunt bereikt. Zelfs een recente motie met de basale oproep ‘tot onmiddellijke toelating van humanitaire hulp’ werd door 2 coalitiepartijen verworpen. En straks zitten ze daar weer, vroom zwijgend op een rijtje of ‘nooit meer’ prevelend in een plechtig betoog – zolang het G-woord maar niet valt.
Ik begon haast te twijfelen aan mijn herinnering dat het ooit anders was en zocht in oude toespraken. Maar nee, ‘het gaat voor mij om de verbinding die je maakt met nu’, zei Dieuwertje Blok nog in 2023. Of een jaar eerder: ‘Ik weet zeker dat mijn gedachten, en die van velen, ook uitgaan naar de slachtoffers van het oorlogsgeweld in Marioepol, Charkov en Kiev’, aldus Wim van de Donk, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Gelijk had hij.
Maar de mooiste toespraak die ik terugvond is van nog langer terug. In 1996 – het jaar na de genocide in Srebrenica – sprak Schelto Patijn, toen burgemeester van Amsterdam, de volgende woorden:
‘Herdenken is niet vrijblijvend. Steeds meer ontmoeten we nieuwe landgenoten, die met geheel eigen herinneringen hier komen. Velen van hen hebben in hun leven verschrikkingen meegemaakt die niet anders zijn dan die van ’40-’45. Als wij ons voorstaan op onze internationale verantwoordelijkheid, dan kunnen wij niet zeggen dat een verre oorlog ons niet aangaat. Nee, herdenken is voor niemand vrijblijvend. Het is een dringende oproep om het vreselijke dat oorlog is uit te bannen.’
Ik begrijp als mensen zeggen dat ze het zwijgen over een genocide tijdens de herdenking van een genocide niet aankunnen. Gelukkig zijn er dit jaar ook alternatieven, zoals Alternatieve Nationale Dodenherdenking 4 mei met prachtige sprekers.
En tegelijkertijd voelt het als een overgave wanneer we accepteren dat dé Nationale Herdenking er niet langer voor iedereen is of dat niet alles gezegd mag worden. Het is van relatief belang vergeleken met wat de Palestijnen nu ondergaan, maar het raakt me. En ik blijf hopen dat we op een dag weer sprekers op de Dam mogen horen die, als Patijn, benoemen wat benoemd moet worden en een brug slaan tussen verleden en heden.
Bron LinkedIn klik hier
Geef een reactie