De clown spelen is voor de Utrechtse zenbeoefenaar en docent Jannah Wijffels een manier om met open hart in het leven te staan. Zodat alle emoties binnen kunnen komen en ze die met anderen kan delen. Het spel van de dwaas met de rode neus is voor haar de weg naar verlichting, het midden. Niet dit of dat.
‘Een clown leeft vanuit zijn hart en leert, net als een boeddhist, omgaan met emoties. Ik ben een opleiding tot clown gaan volgen omdat ik de neiging heb zwaar op de hand te zijn. Ik was jaloers op mensen die licht en luchtig door het leven gaan. En had het gevoel dat ik dat niet zou kunnen. Tijdens de productie van een koor, toen ik wat clownesk deed, voelde ik dat ik daarvan opleefde. Toen besefte ik, ik wil hier meer van, ik kan me hiermee laten zien. Op dat moment ook was er een verbinding met in het hier en nu zijn, bewustwording, alles laten zijn. Ook de minder leuke kanten. De dwaas is voor mij inmiddels een diamant met vele schakeringen. Onbevangenheid is er een van. Het open hart, dat alles binnen kan komen en de omgeving ziet wat er in je omgaat en je dat kan delen.’
‘Van hoofd naar hart is een aspect dat me als zenstudent en trainer erg aanspreekt. Als ik trainingen geef nodig ik mensen uit om meer in hun lichaam te komen en minder in hun denken. Dat ze de censuur op wat je wel en niet mag doen loslaten. Dat is een volstrekt andere manier van in het leven staan dan vanuit controle, of met voorbedachten rade. Ik oefen om niet te veel vast te leggen. Dat ik echt probeer te voelen; wat wil ik nu? Voor mezelf maar ook in mijn relaties met anderen, mijn kinderen bijvoorbeeld. Ik kan niet compassievol zijn dan via mijzelf. Helemaal aanwezig zijn in jezelf, voelen waarin je vast zit en waar je vrij bent. En vanuit die aanwezigheid er zijn voor een ander. Volgens mij kan dat op geen andere manier.’
‘Leven vanuit mijn hart bevalt me goed. Daarmee kan ik me openen voor een ander, kan ik liefde onvoorwaardelijk laten stromen. Ook al zit de ander dicht. De clown is daarin voor mij een vorm, een bedding. Hij is ontwapenend omdat hij zo eerlijk is. Zijn rode neus maakt dingen open, mensen zien dat er een knipoog bij zit. “Je hoeft me niet helemaal serieus te nemen, ik ben hier voor de lol”. Dat opent al harten, het is een ingang. Ik denk dat het te maken heeft met het kind in ons dat aangesproken wordt. Dat het niet erg is als dingen mislukken en dat gevoelens ook niet meer verdoezeld hoeven te worden. Die speelsheid kwam ik ook tegen toen ik de opleiding tot zenleraar volgde. Toen merkte ik dat mijn neiging tot spelen juist mijn kracht is.’
De kracht van humor is erg belangrijk, het opent harten. Iedereen zou daar meer van doordrongen mogen zijn. Er zijn er wel, de Japanse zenleraar Shunryu Zuzuki gebruikte soms humor om studenten te laten ontspannen als ze hun training te serieus nemen. Door bijvoorbeeld tijdens een diner met hoog bezoek een servet op zijn hoofd te leggen. Pfff, dan is er totale ontspanning. In het zenboeddhisme moet alles honderd procent zijn, met aandacht voor detail. Totaal aanwezig zijn in het moment. Dat is devotie, passie wat mij betreft. Maar als je devotie tot in het oneindige op blijft voeren en je vergeet de andere kant, dan krijg je starheid. Je hebt devotie nodig om er te komen, maar als je onthoudt dat je een mens blijft, met al zijn tekorten, ben je weer in balans. Het leven is én én.’
‘Mensen met wie ik werk zijn blij, worden warm in hun buik. Mijn clown lacht alleen maar om zichzelf. Zij lijkt een loser, lukt het niet dan probeert zij het nog maar een keer. Dat is de oefening. Als een kind stroomt zij over van liefde voor het leven. Welke tegenslag de clown ook heeft, hij incasseert, als bamboe veert hij overeind. Steeds weer, er blijft niets haken. Dat staat symbool voor onze vrije geest. Vergelijk het met meditatie, ook een oefening in incasseren. Stoppen, voelen, kijken, in het moment, dat is wat je op het kussen doet.’
‘Het helemaal aanwezig zijn van de clown bepaalt zijn kracht. Het echt volledig gaan voor wat er op dat moment gebeurt. Hij is verbaasd, verdrietig, geschokt of erg blij. Maar altijd voor honderd procent. Dan komt het over, dat is zijnskwaliteit. Niet doen maar zijn. Niet iedereen begrijpt die essentie van de clown. Er komen cursisten naar mijn workshop “Zen en de clown”, die moeite hebben met het spelen voor publiek. Dat is toch geen boeddhisme, contact maken met publiek? Dan denk ik, ja misschien voor jou niet, voor mij is dat ook een deel van de training. Jezelf zichtbaar maken. En anderen gelegenheid geven contact te maken met dat essentiële aspect van het leven waar we allemaal deel van uit maken. De clown maakt onze menselijkheid zichtbaar en is daardoor zo ontwapenend, dat doet wat met mensen. Dus dat de theatrale kant van de clown niet bij het boeddhisme zou horen, is voor mij kolder.’
‘Zijn met alles wat er is komt wat mij betreft neer op menselijk zijn. Met alle tekortkomingen en falen. Daarin is de clown echt een ster. Hij is de laatste die iets verdoezelt. Hij zoekt de fouten op en speelt er mee. In gesprekken merk ik dat sommige mensen een ideaalbeeld nastreven. Ik zit hier en de verlichting is daar. Maar het is hier en nu, die jij nu bent, met alles wat er is. Verlichting is zoals wij nu met elkaar aan tafel zitten en liefde ervaren voor wat er is. De clown is voor mij de weg naar verlichting, is verlichting. Ik merk dat het echt zo werkt. Hij brengt je tot het midden, hier en nu, helemaal ja zeggen. Uit je eigen verhaal komen. En zijn boodschap is dat mensen het leven niet te serieus moeten nemen. Dat ze leren spelen met een open hart en dat ze dan welkom zijn.’