Morgenavond 9 juni, gaat het gesprek in OBA Live bij de boeddhistische radio over muziek. Te gast zijn voormalig 3FM-deejay Michael Pilarczyk en houseproducer en zenleraar Ramon Roelofs, beter bekend als Charly Lownoise. Na zijn loopbaan bij de radio maakte Pilarczyk een zeilreis langs alle kusten van Europa. In deze periode schreef hij zijn debuutroman Dansen in de Hemel, die in 2014 werd uitgebracht. Als spreker voor management en bedrijven oogst Pilarczyk de laatste jaren veel succes. Hij behandelt thema’s als mindfulness, meditatie en allerhande praktische tips om de kwaliteit van leven te verbeteren.
Met een dreun ging Charly Lownoise in 1997 neer in een Haagse discotheek. Een arts in het ziekenhuis constateerde dat hij was opgebrand. Op het hoogtepunt van zijn muzikale carrière trad hij samen met zijn muzikale gabber ‘Mental Theo’, artiestennaam van Theo Nabuurs, in discotheken en podia tot ver in het buitenland zo’n 250 keer per jaar op. Ramon: ‘Toen ik daar zo op de bühne lag dacht ik: eindelijk rust, ik was opgelucht. De show stopte, ik was bij kennis, en op dat moment was ik heel dicht bij mezelf. De paniek, het geluid om mij heen, alles klonk dichtbij, een ervaring die ik ook op mijn kussen kan hebben. Leeg en gelijk ook vol van mezelf. De dokter zei dat ik rustiger aan moest doen, maar een week later stond ik al weer op het podium. Ik wilde mijn afspraken nakomen. Veel mensen waren van mij afhankelijk, dat woog zwaar. “De show must go on”, zei Theo, het ging ook om onze eigen boterham. Maar die ervaring op de bühne bleef toch sluimeren.’
Je bent nu zenleraar in opleiding, als je niet in elkaar was geklapt, was je dan ook de dharma gaan praktiseren?
Ramon: ‘Goeie vraag, maar ik heb geen glazen bol en ik zou echt niet weten hoe mijn leven dan gelopen was. Ik ben na het lezen van het boek ‘Zen en management’ van Bernd Joschke en Peter Stemman terecht gekomen bij mijn Haagse zenleraar Raoul Destrée. Waarom lees ik zo’n boek en was dat voor mij de trigger om iets met de dharma te doen? Ik denk dat het appelleerde aan de diepere lagen in mijzelf. Verder spreekt de open houding in zen mij aan en die van Raoul is down to earth. Ik kan hier mezelf zijn.’
‘Dat er iets moest gebeuren was wel duidelijk. Ik vloog van hot naar her, werkte altijd ’s nachts, kwam bijna niet meer buiten en de lucht in discotheken is ook niet bepaald gezond. Maar ik stond er niet bij stil dat het fout zou gaan. Ik beleefde mijn passie, mijn droom. Als kleine jongen van twaalf wist ik al dat ik dj zou worden, iets met muziek wilde gaan doen. Ik werd zo jong als ik was getriggerd door het hypnotiserend effect van licht en donker en dansende mensen. De dj als dirigent van het feest, en ik wilde een van die dirigenten zijn. Ik had mijn voorbeelden, pioniers als Ben Librand, Peter Slaghuis en Rutger Kroese, die niet alleen andermans muziek maar ook hun eigen muziek draaiden.’
‘Het was housemuziek dat mij raakte. Dat gevoel en die inspiratie wilde ik graag overbrengen op anderen. In die tijd had je twee stromingen- mellow house en hardcore, twee uitersten. Mellow house was een meer rustige stroming, met mooie rustgevende geluiden. Dat paste wel bij mij, ik was in die tijd erg introvert. Een denker en zoeker. In 1992 leerde ik Theo kennen, een man van de babbels, een podiumbeest die het allemaal regelde, met lef. Ik dacht, wat is dat voor een mafketel? Moet dat nou op die manier? Hij maakte het extraverte in mij wakker. Door onze samenwerking ontstond een nieuwe muzikale stroming, een tussenvorm, de happy hardcore. Stevig en snel, maar niet agressief. In vier jaar tijd hadden we twaalf toptienhits. Ik vroeg me toen al af of het niet wat minder kon. Maar Theo zei dat we moesten scoren, de tijd was er rijp voor.’
Was je als kind muzikaal?
Ramon: ‘Ik was als jongen niet erg bekwaam in het maken van muziek, had er wel gevoel voor. Mijn vader was drummer in de band For Shame, dus bij ons thuis was bezig zijn met muziek heel normaal. Als kind nam ik keyboardlessen en leerde akkoorden pakken en liedjes spelen die ik niet zo leuk vond. Mijn vader was een introverte man die zich moeilijk kon uiten, ook naar mijn moeder toe. Ze hadden gewoon een zentraining moeten volgen, dan had hun relatie meer kans van slagen gehad.’
Denk je dat zen daar van invloed op kan zijn?
Ramon: ‘Ja, daar ben ik honderd procent van overtuigd. Door de lessen van Raoul, door coaching en door zelf op zoek te gaan en te leren, zit ik met een open mind dieper in relaties. Door zen heb ik de gave van geduld ontwikkeld bij het volgen van het achtvoudige pad. Vroeger zat ik nergens mee. Als ik met mijn vriendin een probleem had, vrat ik mijn emoties op. Ik creëerde een beeld van haar, zie je wel, ze is zo en zo. Soms kleur ik nog wel verhalen in, als er dingen in onze relatie gebeuren. Dan gaat mijn fantasie met me op de loop. Komt jaloezie op, word ik boos, verdrietig, hebzuchtig. Maar door er over te mediteren, een heldere blik te ontwikkelen, benader ik toch meer de realiteit van dingen.’
Het gemakkelijkste is om te denken dat dingen vanzelf weer over gaan en lekker op de bank blijven zitten. Door het beoefenen van zen loopt de emmer niet over. Dat geldt ook voor de relatie met onze cursisten. En met vrienden. De housewereld waarin ik leefde was echt een machowereld. Daar werd nooit over gevoelens gesproken.’
Wat wil je eigenlijk aan de cursisten overbrengen?
Ramon: ‘Laat ik het zo zeggen, ik wil niet per se een leraar zijn, dat vind ik niet zo boeiend. Daarom heb ik het ook nooit over leerlingen, maar over cursisten. Ik draag de dharma over en voel me meer een dirigent dan een leraar. Een dirigent van de stilte. Door de leer wordt het leven uiteindelijk meer.’
Je komt uit een luidruchtige wereld en treedt als dj nog regelmatig op. Is zen stilte of soms ook luidruchtig door de emoties die vrijkomen?
Ramon: ‘Zen is de wereld, het leven, het basale. In stilte op mijn kussen zitten is wel prachtig, maar is voor mij niet langer het doel. Ik wil er mee in de wereld mijn weg vinden, leven in aandacht, maar ook genieten. De Boeddha had daar geen problemen mee, als je maar niet aan die geneugten hecht. En één ding tegelijk doen, voor de volle honderd procent. Dat wil ik ook de cursisten meegeven.’
Het boeddhisme is een hype. Beschouwen beginnende beoefenaars het als Haarlemmerolie, geschikt voor het wegwerken van allerlei kwaaltjes?
Ramon: ‘Dat zou best wel eens kunnen. Van het boeddhisme wordt gezegd dat dat een gevoel van thuiskomen geeft. De bubbels, de onverwerkte ervaringen, die we met ons meedragen, onze gekleurde blik op de wereld waardoor je pijn bij jezelf opwekt en bij anderen, daar werkt het boeddhisme louterend in. Maar de Boeddha heeft ook gezegd dat er altijd weer nieuwe zaken op ons pad komen. We zijn nooit klaar, dat is ook de kern van de oefening. Voor mij is het ook het pad bewandelen en alert blijven. Dus niet alles klakkeloos aannemen, ook al komt het van de Boeddha, of van Raoul of Nietzsche, maar gewoon mijn eigen weg gaan. Een helder bewustzijn creëren door meditatie. Zen heeft ook mijn beleving van muziek beïnvloed, die nog steeds een belangrijke drijfveer in mijn leven is. Mijn zintuigen zijn versterkt, het is ruimer, weidser. Ik ben nu bezig met de productie van een album met rustige house- en loungemuziek. Dat doe ik ook voor mezelf, even uit mijn hokje komen en out of the box iets maken wat uit een heel ander bewustzijn komt.’
Hoe ervaren jullie de relatie tussen leraar en leerling? Is er een bepaalde mate van macht? Sommige boeddhistische leraren worden door hun leerlingen vereerd als een god.
Ramon: ‘Raoul is voor mij een voorbeeld. Hij is een wijs man maar ook iemand die relativeert en het leven niet al te serieus neemt. Hij leeft ook naar wat hij uitdraagt. Macht is niet aan de orde, wel respect voor elkaar. Zelf wilde ik via mijn leraar en de overdracht van de dharma weer gelukkig worden, bij me zelf komen. Vrij zijn van conditioneringen. Dat is voor mij geluk, leven vanuit je wezen, de kern. Sommige cursisten beschouwen mij als een muzikale beroemdheid en een wilde laatst dat ik een van mijn cd’s signeerde. Ik vind het fijn dat ik voor die mensen een klein vuurtorentje mag zijn. Als zenleraar wil ik doorgeven dat ik nu iets heb gevonden, dat niet nieuw is, maar wel regelmaat brengt in je leven, dat goed voelt.’
Raoul: ‘Wij staan in onze sangha een natuurlijk boeddhisme voor, waarin vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen. Je hoeft geen man te zijn om verlichting te kunnen bereiken. Wij lopen niet in gewaden en hebben ook geen kale koppen. Ik geef les vanuit mijn psychologie achtergrond en levenservaring. En Ramon vanuit de zijne. We zijn een sangha met aan de ene kant het kritische en aan de andere kant het intuïtieve denken. Er is geen hiërarchie, dat bevordert niet het kritisch denken. Het leraarschap vraagt om een uiterst zorgvuldige houding, verankerd in wijsheid en mededogen. Het blind adoreren kan leiden tot ongewenste praktijken. Daar zijn meerdere voorbeelden van. Recent is Genpo Merzel als roshi afgetreden wegens seksueel wangedrag. Het punt is natuurlijk dat als je zo’n symbolische functie hebt, het niet passend is om zoiets stiekem te doen. Stop dan als leraar. Ik hou niet van macht uitoefenen, mensen komen hier een cursus doen. We helpen ze op weg met zen, begeleiden ze in de goede zin van het woord en werpen de cursisten ook weer op zichzelf. Ze zijn niet van ons afhankelijk. Er zijn er die ons macht toedichten, maar als we dat merken kappen we dat af. Mensen hebben snel in de gaten of de leraar authentiek en integer is. Hij is wel een constante factor, met name voor beginnende cursisten die nog zoekende zijn.’
Ik begrijp weinig van karma en wedergeboorte?
Ramon: ‘Het zijn moeilijke onderwerpen. Wat je zegt, geeft of denkt, krijg je ook weer terug. Juist spreken is heel belangrijk, doe je dat niet dan worden er zoveel bubbels aangemaakt, die je je leven lang met je meedraagt. Zo is het ook met liegen, ga naar die leugen terug en los het op. In een groter geheel, waar kerncentrales in Japan defect raken, of die schietpartij in Alphen aan den Rijn, vind ik zaken niet goed te verklaren. Het lijden is een wezenlijk element van het mensdom. Wie kan er wat aan doen dat Japan met een flinke klap tien meter is opgeschoven. Je kunt de natuur toch niet straffen.’
Raoul: ‘Wedergeboorte kan je zien vanuit het perspectief van herkansing. Opnieuw kunnen beginnen, elke dag weer. Dat geeft een prettig gevoel. En de karmagedachte sluit daar bij aan. Als die niet te loodzwaar wordt beleden, is dat een goed uitgangspunt. Maar als het zo zwaar wordt dat mensen geen stap meer durven te verzetten, bang om op een wormpje te trappen, is dat ook niet goed. Dan wordt het een belemmering om te leven en te ontdekken. Het achtvoudige pad helpt je bewuster te worden van waar je mee bezig bent, het komt steeds terug in je leven. Het geeft richting om lijden te voorkomen. En dat is het mooie van zen, wij kunnen willen verklaren wat we willen, maar ga maar op je kussen zitten en op een gegeven moment kan je een bubbel accepteren. Ook relaties die in de natuur gewoon hun werk doen. Accepteren dat we de wereld niet in onze macht hebben, soms machteloos zijn.’
Moeten boeddhisten niet vaker van hun kussen komen en hulp bieden aan hen die dat nodig hebben. Er zijn mensen die de gelijkmoedigheid in het boeddhisme zien als het onttrekken aan je maatschappelijke verantwoordelijkheid, kijken maar niet kopen.
Ramon: ‘In bepaalde mate zou dat best wel mogen, als er denkbeelden of situaties zijn die verkeerd zijn, we hoeven niet over ons heen te laten lopen. De middenweg heeft ook zijn grenzen. Boeddha zag ook in dat hij in zijn ascese te ver ging, dat hij daardoor de pijp uit zou gaan, en stopte daarmee. In landen met een eeuwenoude boeddhistische traditie zie je hoe samenlevingen functioneren, mensen liefdevol met elkaar omgaan en voor elkaar zorgen.’
Raoul: ‘De verandering van de wereld begint bij jezelf, voor een groot deel in je eigen geest. Waardoor je met dingen die op je pad komen zo goed mogelijk om kunt gaan. Je kan altijd wel meer doen dan je denkt, maar je moet ook niet meer willen doen dan je kan. Je kan natuurlijk het accent leggen op financiële armoede, maar rijke mensen lijden ook. En als je ziet hoe wij met dieren omgaan, die hebben het vaak nog slechter dan arme mensen. Er is weinig ideologie in onze maatschappij. Er is geen vertrouwen in de politiek, in banken. Maar wel een verzadiging van materiele zaken. Mensen hebben niet te eten, maar wel een kleurentelevisie. Armoe kan ook een prikkel zijn om te zoeken naar iets wat je wel gelukkig maakt. Voor een groot deel gaat dat onbewust, iedereen wil gelukkig zijn. En er zijn ook veel arme mensen die wel gelukkig zijn.’
Waarom maken we ons elke dag weer zo druk?
Ramon lacht. ‘Het leven is een potje tobbedansen, een goede balans tussen werken, leven en leren. Wij beoefenen hier de Haagse zen, dat is zitten met het carillon op de achtergrond. Raoul en ik zijn twee gewone Haagse jongens. Wij zoeken niet naar iets groots buiten onszelf, alles zit al in ons.’
© 2011. Joop Hoek.