Waar je van twee walletjes mag eten.
Meester Tussen zegt:
Wat kinderen goed noemen vinden ouders slecht.
Wat christenen goed noemen vinden boeddhisten slecht.
Wat rijken goed noemen vinden armen slecht.
Wat republikeinen goed noemen vinden democraten slecht.
Wat conformisten goed noemen vinden anarchisten slecht.
Wat stedelingen goed noemen vinden boeren slecht.
Wat de sharia goed noemt vindt de halacha slecht.
Wat het ene land goed noemt vindt het andere slecht.
Wat we vroeger goed noemden vinden we nu slecht.
Wat goed is op korte termijn blijkt slecht op lange termijn.
Wat goed is in het ene opzicht blijkt slecht in een ander.
Wat goed is voor de een blijkt slecht voor een ander.
Is iets ooit alleen goed of alleen slecht? Niets is goed of slecht van zichzelf, dat maakt het denken ervan, zei Shakespeare. Of maakte zijn denken dat ervan?
Bestaan goed en slecht in werkelijkheid of alleen in onze beleving? Zijn het woorden of zaken? Kenmerken ze het object of het subject? Zijn ze relatief of absoluut? Of is het onderscheid tussen relatief en absoluut, tussen object en subject, tussen woord en zaak, tussen werkelijkheid en beleving ook weer dubieus?
Tussen goed en slecht vind je de deur naar niet-weten.
