Deel 3 van een 5-delig dwaalgesprek over de mystiek van niet-weten en niet weten van mystiek.
Lukas: Wat is er in godsnaam mystiek aan iconoclasme?
Hans: Met het verbrijzelen van mijn DenkBeelden zet ik mijn denken van z’n vooruit of z’n achteruit weer in z’n vrij, keer ik terug van nooit weggeweest naar ground zero, het absolute nulpunt van mijn denken – de lege leer, Ø.
Daar, of liever hier, sta ik voor zolang het duurt in een radicale ek-stase buiten alle DenkBeelden, verrückt, verrukt
Lukas: Je houdt ineens op.
Hans: Dat heb je met die ek-stasen.
Lukas: En als je daaruit terugkeert?
Hans: Waaruit?
Lukas: Uit die ek-stasen.
Hans: Hier zijn geen ek-stasen.
Lukas: ‘Hier sta ik voor zolang het duurt in een radicale ek-stase buiten alle DenkBeelden, verrückt, verrukt…’
Hans: … met mijn hoofd en mijn hart in de grote open ruimte van agnose, en een grote open ruimte van agnose in mijn hoofd en mijn hart. Vol van het niet weten waarin alles en iedereen een plaatsje heeft en overal plaats voor is.
Lukas: Overal voor?
Hans: Ook voor ruimtevrees.
Lukas: Ook voor bekrompenheid?
Hans: En ook voor kleinburgerlijkheid, kleingeestigheid, kleingelovigheid, kleinhartigheid, kleinmenselijkheid, kleinmoedigheid en kleinzieligheid, zowel van anderen als van mezelf.
Lukas: Niet-weten is een grote open ruimte.
Hans: Als je maar klein genoeg wordt.
Lukas: En jij hebt overal ruimte voor.
Hans: Niet voor het DenkBeeld van een Grote Open Ruimte.
Lukas: Want er is geen Grote Open Ruimte.
Hans: Niet in de grote open ruimte van niet-weten.
Lukas: Waarom niet?
Hans: Omdat hij dan meteen vol zou zijn.
Lukas: Vol waarvan?
Hans: Vol van grootspraak.