(Vijfde van twaalf dwaalteksten over geestelijke armoede.)
Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen, heet het in Mattheüs 5:3. De armen van geest doen denken aan de kinderen in Mattheüs 18:1-4:
1. Op dat moment kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden: Wie zal de grootste zijn in het Koninkrijk der hemelen? 2. En Jezus riep een kind bij zich en zette dat in hun midden. 3. En Hij zei: Wie niet wordt als een kind zal het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan. 4. Maar wie zich zo klein maakt als dit kind zal de grootste zijn in het Koninkrijk der hemelen.
Deze passage heeft de mystieke katholieke dichter Angelus Silesius tot diverse kwatrijnen geïnspireerd, zoals:
Mensch, wordt gij niet een kind
zoo kunt gij nimmer zijn
daar, waar Gods kind’ren zijn –
de poort is u te klein.
Wenscht gij Gods kind te zijn
en smeekt g’om kinderzin
dan was God u reeds voor
en gaf dien wensch u in.
(Angelus Silesius: de hemelse zwerver, Hilbrandt Boschma)
De wijsheid toeft graag daar
waar zij haar kinderen vindt.
Waarom? Het antwoord luidt:
zij zelve is een kind.
(Angelus Silesius, zwerver tussen hemel en aarde, Jacques Benoit)
Over de interpretatie van de frase ‘wie niet wordt als een kind’ in Mattheüs 5:3, is minstens zoveel geschreven als over de armen van geest. Zelf wil ik er alleen dit over kwijt, dat er niet staat ‘wie geen kind is’ of ‘wie geen kind wordt’. Er staat: ‘wie niet wordt als een kind’.
![](https://plaatjes.boeddhistischdagblad.nl/wp-content/uploads/2025/02/10043120/hansje.webp)
Het verschil? Kinderen van lichaam weten nog niet. Die als kinderen zijn geworden weten niet meer; zij zijn kinderen van geest. Ik bedoel niet kinds of kinderachtig maar kinderlijk, kindgelijk.
Zalig zijn de armen van geest, ze zijn als kinderen.
Kinderen van lichaam moeten nog verstandskiezen krijgen; die van kinderen van geest zijn al getrokken of weggerot.
De onwetendheid van kinderen van lichaam is aangeboren, het is de voedingsbodem van hun leergierigheid. De onwetendheid van kinderen van geest is verworven, het is de begraafplaats van hun kennis.
Voor zover zaligheid berust op kleinheid hebben kinderen van lichaam minder goede vooruitzichten dan kinderen van geest. De eersten worden groter, de laatsten kleiner.
Voor zover zaligheid berust op het onvermogen onderscheid te maken, hebben kinderen van lichaam ook minder goede vooruitzichten. Hun onderscheidingsvermogen neemt toe, dat van kinderen van geest af.
Wat is het verschil tussen kinderen van lichaam en volwassenen? Kinderen willen volwassenen worden. Volwassenen willen als kinderen worden.
Zalig zijn de kinderen van geest, ze willen niets meer worden.