De klok voor het eten moest nog luiden, maar de meester zat al in de eetzaal. De kok zei: ‘Wat krijgen we nou?’ ‘Vraag maar aan de kok.’ ‘Ben ik soms niet de kok?’ ‘Soep? Rijst? Ingelegde pruimen?’
‘Beginnen we het een beetje kwijt te raken?’ vroeg de kok. ‘Ik heb het nooit gehad.’ ‘Wat doe ik dan hier?’ ‘Vragen stellen.’ ‘Wat?’ ‘Hoe wou je dit anders noemen?’ ‘Ik bedoel hier in dit klooster.’ ‘Koken natuurlijk.’ ‘Kom nou gauw.’ ‘Daar ben ik al’, zei de meester opgewekt.
‘Koken’, zei de kok schamper. ‘Wat dacht jij dan dat je aan het doen was?’ vroeg de meester. ‘Wachten op het licht in mijn derde oog.’ ‘Kun je lang wachten.’ ‘Waar bent u in Boeddha’s naam mee bezig!’ riep de kok. ‘Wachten op het eten.’ ‘Kunt u lang wachten’, schreeuwde de kok met rood aangelopen hoofd. ‘Wedden?’ zei de meester en luidde de klok.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.