“Is kiezen lastiger als je niets weet?”
“Wel als je zelf kunt kiezen.”
“Kun je zelf kiezen?”
“Dat weet ik niet.”
“En als je niet zelf kunt kiezen?”
“Dan gaat het kiezen vanzelf.”
“Maakt het dan nog uit of je niets weet?”
“Alleen als je er iets voor moet weten.”
“Moet je er iets voor weten?”
“Hoe moet ik dat weten?”
“Is kiezen voor jou moeilijker geworden sinds je niet meer weet?”
“Wie zegt dat ik niet meer weet?”
“Maar is kiezen moeilijker voor je geworden?”
“Tja.”
“O.”
“Maar dat zeg ik onder voorbehoud.”
“Welk voorbehoud?”
“Dat er een sinds is.”
“Is er een sinds?”
“Zeg jij het maar.”
“Vond jij kiezen vroeger moeilijk?”
“Soms wel, soms niet.”
“En tegenwoordig?”
“Tegenwoordig vind ik er niets meer van.”
“Sinds je niet meer weet of nu, op dit moment?”
“Ik zie het verschil niet.”
“Is het een keuze of overkomt het je?”
“Wat?”
“Om niets meer van kiezen te vinden.”
“Ik heb voornamelijk kronen.”
“Toe nou.”
“Ik zou het echt niet weten.”
“Niet zelf kunnen kiezen lijkt mij makkelijker.”
“Waarom?”
“Dan kun je rustig afwachten tot de keuze zichzelf maakt.”
“Alsof je dan nog kunt kiezen om rustig af te wachten.”
“Hoe voelt het om niet zelf te kunnen kiezen?”
“Vraag dat maar aan iemand die niet zelf kan kiezen.”
“Dus je kunt toch zelf kiezen?”
“Daar zou ik zeker voor kiezen.”
“Is kiezen lastiger als je niets weet?”
Deze tekst maakt deel uit van de Perongelukexpress, een serie over de vrije wil.
G.J. Smeets zegt
Kroongetuigen? daar trap ik niet in. Reclamepraatje zal othodeontologist van Dam bedoelen. Als ongekroond tuig met een holle verstandskies krijg ik het alweer voor de kiezen. Maar goed ik doe het ermee, ik heb het niet voor ’t kiezen. En hoe eerder het achter de kiezen is, des te beter voor de cariës op de tand des tijds.
Mooi kunstgebit, trouwens, in de folder. Ik wil niet onkies zijn maar is dat ’t enige model in het aanbod of valt er nog wat te kiezen?