“Wat is de wil?”
“Wat je verscheurt.”
“De wil is wat je verscheurt?”
“Dat zeg ik.”
“Geef eens een voorbeeld.”
“Je wilt deugen én ondeugend zijn. Je wilt honger hebben én vol zitten. Je wilt lui zijn én sporten. Je wilt snoepen én slank zijn. Je wilt drinken én helder blijven. Je wilt roken én fit zijn. Je wilt spelen én werken. Je wilt je binden én vrij blijven. Je wilt verzorgd worden én autonoom zijn. Je wilt leven én eruit stappen. Je wilt uitgaan én thuisblijven. Je wilt bezitten én zorgeloos zijn. Je wilt opvallen én onopgemerkt blijven. Je wilt intimideren én vertrouwen wekken. Je wilt contact én met rust gelaten worden. Je wilt geven én nemen. Je wilt vrede én oorlog. Je wilt kwellen én troosten. Je wilt scheppen én vernietigen. Je wilt je zin doordrijven én loslaten. Je wilt van anderen leren én hun ongelijk bewijzen.”
“Dat kan ik allemaal niet ontkennen.”
“Mensen bidden om veiligheid én om de volgende ramp.”
“Kun jij soms gedachten lezen?”
“De wil verdeelt en heerst.”
“Hoe kom ik tot eenheid?”
“Dat bedoel ik.”
“Wat?”
“Eenheid nastreven is verdeeld blijven.”
“Dat snap ik niet.”
“Omdat je je daarmee verzet tegen je innerlijke verscheurdheid.”
“Maar ik wil me niet verzetten!”
“Zie je wel.”
“Maar ik wil niet verscheurd blijven!”
“Zie je wel.”
Deze tekst maakt deel uit van de Perongelukexpress, een serie over de vrije wil.
Joppe zegt
Hij, je stukje, is weer gaaf Hans. :-)
Genieten.