Hoeveel facetten heeft jouw wijsheidsoog?
Beste Hans,
Jij noemt je dwaalgesprekken ergens ‘polderkoans’, maar voor mij missen ze de filosofische diepgang en literaire kwaliteit van de originele Chinese gong-an. Erg hartelijk en ingeleefd zijn ze trouwens ook niet.
Beste Musho,
Je kan van de originele Chinese koans veel zeggen, maar niet dat ze hartelijk en ingeleefd zijn. Er wordt gemept, gehakt, geschreeuwd, gescholden. Ook van filosofische diepgang en literaire kwaliteit is geen sprake, of ik moet er blind voor zijn.
Koans zijn kanonnen om je wakker te knallen, geen wiegeliedjes om je in slaap te sussen. Werp maar eens een blik op de koans van de Linji Lu of de koans van de Poortloze Poort en kijk of jouw kwalificaties daarop van toepassing zijn.
Met de term ‘polderkoan’ wilde ik aangeven dat mijn dialogen eerder geïnspireerd zijn door het lage westen dan door het verre oosten. Mijn protagonisten heten geen Bodhidharma, eten geen umeboshi’s en zijn niet gebiologeerd door de boeddhanatuur van de hond.
Wel ben ik het me je eens dat mijn teksten oppervlakkig zijn. Net zo plat als mijn denken, dat geen hoogten of diepten meer kent. Nog een reden om de polder als metafoor te kiezen.
Musho: Zen is wijsheid. Van jou word je geen steek wijzer.
Hans: De meeste mensen zien de wereld door een koker. Wat in hun blik valt noemen ze wijsheid, wat erbuiten valt dwaasheid.
Gezegend zijn de schelen, zij zien alles van twee kanten. Zelf zie ik alles van alle kanten. Een spiritueel atavisme, de spontane terugkeer naar het facetoog. Een van de tweeëndertig waarmerken van boeddha’s en strontvliegen. Dus wat ben ik nou?
Voor mij geen fundamentele vragen of antwoorden meer. Niet-weten is eenpuntig aan je stoelpoten zagen tot je erdoorheen zakt en eindelijk op je gat zit, en in wat daaruit komt. Dat shit durven noemen in plaats van de perfectie van de wijsheid, volkomen verlichting, je ware aard, je natuurlijke staat of keuzeloos gewaarzijn.
Literaire, filosofische, spirituele of religieuze talenten, ambities of pretenties heb ik niet en nooit gehad. Dwaalteksten moeten gewoon hun werk doen: een indruk geven van een ontregeld, ontregelend denken dat zichzelf bij de staart heeft. En dat doen ze – maar alleen als je er oog voor hebt.