Een schijn van openheid; wensdenken voor gevorderden.
“Ik weet wat ik niet weet”, laat Plato Socrates zeggen in zijn beroemde Apologie in de vierde eeuw voor onze jaartelling.
“Niet-weten is het meest nabij”, zegt Meester Dizang tegen monnik Fayan in koan 20 van het Boek van Sereniteit uit de dertiende eeuw.
“Alleen maar niet-weten” adviseert de Koreaanse zenboeddhist Seung Sahn in zijn Teaching Letters van de vorige eeuw.
“Nadenken over wat je bevalt en wat niet, is een geestesziekte”, lezen we in De Grote Weg; verzen over de geest van vertrouwen (Hsin Hsin Ming) uit de tweede helft van het eerste millennium.
Iedereen weet, claimt Edel Maex in zijn gelijknamige boekje met zentoespraken uit 2015.
Maex, van beroep psychiater, van roeping spiriater, is een humanistisch predikant die in zijn toespraken onvermoeibaar oproept tot openheid en mededogen, mededogen en openheid. Hoe is het met zijn eigen openheid en mededogen gesteld?
“Waar ik van gruwel,” schrijft de Vlaamse zenboeddhist uit de stal van Ton Lathouwers, “is een koude wetenschap die de werkelijkheid ‘onttovert’ en die mensen een gevoel van totale zinloosheid wil aanpraten. Waar ik van gruwel, is een fundamentalistische religie die meent de mensen te kunnen zeggen wat we moeten geloven, wie de wijsheid in pacht heeft en aan wie ze zich moeten onderwerpen.”
Volgens de blurb pleit de auteur ervoor “om met een open hart en een open geest naar religie en spiritualiteit te kijken. Want dan ontdekken we mogelijk wat we altijd al geweten hebben. Dat we niet naar boven moeten kijken voor een antwoord.”
Dat iedereen weet is een populistische drogreden*, weet ik, en een wensgedachte, wens ik, en onwaar, want ik weet niet. Maar iedereen die Iedereen weet heeft gelezen weet nu tenminste wie hier de wijsheid in pacht denkt te hebben en meent ons te kunnen zeggen wat we moeten geloven.
* https://nl.wikipedia.org/wiki/Argumentum_ad_populum
Wie kennelijk geen ‘open hart en een open geest’ hebben zijn de mensen die er anders over denken dan Edel, let op zijn woordkeuze:
Mensen die ‘koude wetenschap’ bedrijven.
Mensen die de werkelijkheid ‘onttoveren’.
Mensen die anderen ‘een gevoel van totale zinloosheid’ willen ‘aanpraten’.
Mensen die een ‘fundamentalistische religie’ aanhangen.
Mensen die zeggen aan wie we ons ‘moeten onderwerpen’.
Mensen die zich ‘onderwerpen’.
Mensen die ‘naar boven kijken voor een antwoord’ – wie weet omdat ze gruwelen van een goddeloos bestaan.
En zeldzame sukkels zoals ik, die zonder het heilig te geloven weleens denken dat iedereen heilig gelooft wat hij denkt – ook zenpsychiaters.
Waar gruwel jij van?
Teruglezen: Dick Verstegen en de teloorgang van anatman