Lettergrepen naar niet-weten.
De bovenste twijg
weet van ’t geheime leven
diep in de wortels.
(Shoichi)
Weten de twijgen
van het geheime leven
diep in de wortels?
Weten de wortels
van het geheime leven
hoog in de twijgen?
Weten de twijgen
van het geheime leven
hoog in de twijgen?
Weten de wortels
van het geheime leven
diep in de wortels?
Wie o wie weet wat
wortels en twijgen weten
over wie of wat?
(Hans)