De wondere wereld van afhankelijk ontstaan 3: niets, niets, niets.
‘Wat als alles de oorzaak van alles is?’
‘Dan weet je van niets meer waardoor het wordt veroorzaakt of wat het zelf veroorzaakt.’
‘Maar wat is iets dan nog van zichzelf?’
‘Dat weet je dan ook niet meer.’
‘Wat als je van niets meer weet wat het van zichzelf is?’
‘Dan weet je van niets meer waar het begint en eindigt of zelfs maar dat het is of niet is.’
‘Maar wat betekent het dan?’
‘Dat je van niets meer weet wat het betekent.’
‘Wat als je van niets meer weet wat het betekent?’
‘Dan weet je ook niet meer wat het betekent dat je van niets meer weet wat het betekent.’
‘Maar betekent het dan nog wel iets?’
‘Dat weet je dan ook niet meer.’
‘Maar dan betekent het toch niets?’
‘Dat weet je dan ook niet meer.’
‘Wat als je van niets meer weet wat het is of dat het is of wat het betekent en of het iets betekent?’
‘Dan weet je van niets meer.’
‘Wat als je van niets meer weet?’
‘Dan weet je evenveel als ik.’