Korte metten maken met de mind; spiritualiteit als het einde van het Bezeten Weten.
Beste Hans,
Wat is de ongedefinieerde ingrond van het zijnde? Volgens sommigen Bewustzijn, volgens anderen de Leegte of het Niets, volgens weer anderen Brahman of juist Parabrahman, Atman of juist Anatman.
Er zijn er die zeggen, ‘Dat wat is is de ingrond van dat wat is’, maar dat lijkt me een tautologie. Ik heb ook weleens gelezen dat zijn en niet-zijn de keerzijden van het Ene zijn, en dat het gekende in de kenner verschijnt, dualiteit in non-dualiteit.
Komt dit volgens jou allemaal op hetzelfde neer, een soort universele waarheid of eeuwige wijsheid die schuilgaat onder een Babylonische spraakverwarring? Of zijn het allemaal afzonderlijke theorieën?
Wat is precies de relatie tussen het duale en het non-duale, tussen het gekende en het ongekende, tussen Bewustzijn en Zijn? Wat is het verband tussen het zijnde en mijn gedachten daarover? Ben ik de schepper of alleen maar de spiegel van de schepping? Ben ik een mens of ben ik God?
Beste Jana,
Wie spreekt over de ingrond van het zijnde bedrijft zijnsleer, ontologie. Het aantal ontologen in dit universum is inmiddels groter dan het aantal sterren, hun hemelse licht oogverblindend, hun gekrakeel oorverdovend. Wie zelf wat wil zien of horen, wendt zich noodgedwongen af.
Waarom zijn er zoveel ontologen, is wat ik weleens zou willen weten. Wat is de bestaansgrond van de zijnsleer?
Jana: Laat ik me tot mijn hoofdvraag beperken. Verschijnt het Zijn volgens jou in het Bewustzijn of andersom? Gaat het kennen vooraf aan het zijn of het zijn aan het kennen?
Hans: Zelf heb ik altijd meer belangstelling gehad voor kenleer dan voor zijnsleer, totdat tijdens mijn dust bowl ook die grond onder mijn voeten werd weggeblazen. Sindsdien hang ik overal tussenin.
Jana: Hoe bedoel je?
Hans: Ik bedoel dat ik geen idee heb of het Zijn voorafgaat aan het Bewustzijn of omgekeerd. Ik weet niet eens of er wel zoiets is als het Zijn of het Bewustzijn. Ik zou niet weten hoe je het wel of niet bestaan ervan moet bewijzen. Zelfs dat je het niet kan bewijzen kan ik niet bewijzen.
Zo ook met vorm versus leegte, Brahman versus Parabrahman, Atman versus Anatman, eenheid versus veelheid, de kenner versus het gekende, dualiteit versus non-dualiteit, mens versus god. Al die woorden, ze vullen je hoofd, maar niet je buik. De honger blijft, kijk maar naar jezelf. Je gaat er alleen maar van boeren.
Jana: Jij hebt inzake de schepper, de schepping, het wezen van het zijn, het zelf en andere fundamentele kwesties niets te verklaren.
Hans: Zelfs niet dat er inzake de schepper, de schepping, het wezen van het zijn, het zelf en andere fundamentele kwesties niets te verklaren valt.
Jana: En dat noem jij niet-weten.
Hans: Niet-weten, bevrijding, agnose, advaita, vedanta, zen, wat mij betreft komt het allemaal op hetzelfde neer.
Jana: Namelijk?
Hans: Basta!
Jana: Ik dacht dat je op de Eeuwige Wijsheid doelde.
Hans: Noem het wat je wil.
Jana: Waar staat basta voor?
Hans: Korte metten maken met de mind. Spiritualiteit als het einde van het Bezeten Weten. Basta!
Jana: Hoe kom je ertoe?
Hans: Ik kom er niet toe, het overkomt me met iedere gedachte, nu deze weer. Basta!
Jana: Is basta niet gewoon een ander woord voor Stilte, Essentie, de Bron, Bewustzijn, het Ware Zelf?
Hans: En wat zeg ik dan?
Jana: Basta!
Hans: Voilà.