Als je eenmaal de smaak te pakken hebt is het heerlijk om in alle toestanden tegelijk te verkeren.
Ooit heb ik zes lange jaren aan de Rijksuniversiteit Utrecht gestudeerd. Daar leerde ik dat het eenvoudiger is om dingen ingewikkeld te zeggen dan omgekeerd en dat je er hogere cijfers mee haalt.
Soms steekt de academicus in mij nog de kop op, vooral ’s winters, als je toch al meer in je hoofd zit dan buiten en meer met je neus in de boeken dan in de bloemen. En ineens heb je een dwaaltekst getiteld Non-dualiteit als superpositie en decoherentie. Fantastisch.
“In de kwantummechanica kan een systeem zich in een superpositie van eigentoestanden bevinden: de verwachte meetwaarde is onbepaald en de waarnemer onbekend. Het systeem bevindt zich in meerdere toestanden tegelijk.”
(Uit het lemma Decoherentie in de Wikipedia)
Non-dualiteit in de zin van niet-weten kan je opvatten als een superpositie of nevenschikking van alle eigen begrippen, ideeën, gedachten, waarden, meningen, gevoelens. Het denksysteem bevindt zich in alle denkbare toestanden tegelijk.
In de kwantummechanica komt zo’n superpositie van toestanden tot een eind door interactie met de omgeving van het systeem, bijvoorbeeld als gevolg van een waarneming. Zolang het systeem in superpositie verkeerd, heet het kwantummechanisch coherent; het verliezen van coherentie heet decoherentie.
Spiritueel gezien is het logischer om de innerlijke toestand van superpositie incoherentie te noemen, of inconsistentie, dissonantie, non-dualiteit, niet-weten, de wijsheid voorbij.
De val uit superpositie, waarbij een begrip, idee, gedachte, mening of gevoel dominant wordt en alle andere wegdrukt, heet dan coherentie of consistentie, consonantie, dualiteit, weten, wijsheid.
Superpositie is de decoherentie van een logisch systeem; (sup)positie is (re)coherentie. Suppositie in de zin van impliciete veronderstelling, positie in de zin van stellingname, recoherentie in de zin van het elimineren van dubbelzinnigheden en tegenstrijdigheden en het herstellen van de logica.
Nou kan ik best iets geloven zonder het te weten. Zo geloof ik dat de dood het einde is, maar weten doe ik het niet en boeien doet het me niet. Dat geloof is niet van mij, zou je kunnen zeggen, ik heb er niets mee te maken, het overkomt me. Het drukt niets weg en leidt daarom niet tot coherentie. Ik kan dus best iets geloven of vinden zonder dat het een eind maakt aan mijn niet-weten. De superpositie blijft intact.
Als je eenmaal de smaak te pakken hebt is het heerlijk om in alle toestanden tegelijk te verkeren. Het geeft een ongekend gevoel van ruimte, bewegingsvrijheid en ontspanning. Ervaringsfeit: het toppunt van cognitieve dissonantie is volstrekt consonant.
Maar ook daar kan je niet op rekenen; de beleving van incoherentie is zelf incoherent. Zou het altijd hetzelfde voelen, dan verkeerde het systeem in dat opzicht niet langer in superpositie.
Nou, dat was het weer. Hopelijk kon je me niet volgen. Ik ben benieuwd welk cijfer ik hiermee haal, en welke Latijnse loftuiting. Misschien zelfs een eredoctoraat of ereprofessoraat in de niet-wetenschap aan een gerenommeerde academische instelling als de Omniversiteit van Quatsch, je weet maar nooit.