Er zit er vast wel eentje voor je bij.
Hereniging van tegengestelden
In dit Witboek Advaita heb ik het voortdurend over ‘de deur naar non-dualiteit’. Deze uitdrukking doet denken aan het oxymoron ‘de poortloze poort’, de Nederlandse titel van de klassieke koancollectie Wumenguan, maar daar heb ik hem niet vandaan. ‘De deur naar non-dualiteit’ komt uit de Vimalakirti Nirdesa Soetra.
De Vimalakirtisoetra is een beeldenbrekende klassieker uit het mahayanaboeddhisme geschreven rond het begin van onze jaartelling. Het sleutelwoord van deze sleuteltekst is, je raadt het al, non-dualiteit – radicale bevrijding uit het onderscheidende denken.
Zo’n bevrijding laat zich natuurlijk niet beschrijven door het onderscheidende denken zelf, al doet het nog zo zijn best. Vandaar de ondertitel van de Vimalakirtisoetra, ‘Onvoorstelbare bevrijding’. Wat klopt als een bus, op de onderscheidende woorden ‘onvoorstelbaar’ en ‘bevrijding’ na.
De climax van de Vimalakirtisoetra is hoofdstuk 8, getiteld De dharmadeur naar non-dualiteit. Daarin wijzen drieëndertig bodhisattva’s elk op hun eigen manier de weg uit het dualistische denken. Vandaar de tweede ondertitel van de Vimalakirtisoetra, Hereniging van tegengestelden.
Geen leer hebben
Het hoogtepunt van hoofdstuk 8 van de Vimalakirtisoetra is zonder twijfel het slot, waarin de eeuwig frisse Manjushri zijn opwachting maakt. Hij zegt meteen waar het op staat.
‘Mijn zeergeleerde voorgangers hebben het prachtig uitgelegd. Helaas zijn hun verklaringen zelf dualistisch. Geen leer hebben, niets uitdrukken, niets uitleggen, niets verklaren, nergens naar verwijzen: dat is de deur naar non-dualiteit.’
Dan wendt Manjushri zich tot de protagonist van de Vimalakirtisoetra, de burgerboeddhist Vimalakirti naar wie de soetra is vernoemd, en nodigt hem uit om zijn visie uiteen te zetten. Vimalakirti zegt geen boe of bah, waarop Manjushri uitroept:
‘Prachtig, uwe excellentie! Dit mag beslist de deur naar non-dualiteit heten. Achter die deur heeft niemand nog behoefte aan klanken, lettergrepen of begrippen.’
De gedachte dat je beter kan zwijgen over non-dualiteit dan spreken, kom je wel vaker tegen in het boeddhisme. Bijvoorbeeld in de volgende koan:
Op een dag zat Subhuti onder een bloesemboom te nietsen toen het bloemen begon te sneeuwen. ‘We willen je feliciteren met je rede over de leegte’, verklaarden de goden. ‘Maar ik heb niets over de leegte gezegd’, zei Subhuti verbaasd. ‘Jij hebt niets over de leegte gezegd, wij hebben niets over de leegte gehoord’, zeiden de goden. ‘Dat is de ware leegte.’
(Bron: Zen Flesh, Zen Bones, Nyogen Senzaki, Paul Reps, 2008)
De begrippen ‘leegte’ en ‘non-dualiteit’ betekenen voor een agnost hetzelfde: geen onderscheid weten te maken, niet echt. Ook niet tussen leegte en non-dualiteit.
Van raison naar jargon
Aanvankelijk was ik van plan om hoofdstuk 8 van de Vimalakirtisoetra in drieëndertig stukken te splitsen, één voor elke spreker, getiteld Catch 1 tot en met Catch 33, om die als een rode draad door het Witboek Advaita te vlechten.
De tekst van gisteren getiteld Tussen de Boeddha, de Dharma en de Sangha vind je de deur naar non-dualiteit, zou Catch 22 geweest zijn.
Na een paar weken spinnen had ik mijn rode draad bijna klaar toen ik eindelijk besefte wat het probleem was: het iconoclasme van de Vimalakirtisoetra kijkt alleen maar in de spiegel. Het ziet overal zichzelf. De rest van de wereld bestaat niet.
De onderscheidingen die je volgens hoofdstuk 8 van de Vimalakirtisoetra achter je moet laten, zijn boeddhologische. Koekjes van eigen deeg. Dualiteiten die er in het dagelijks leven volstrekt niet toe doen. Geen wonder dat boeddhisten er zo graag vanaf willen.
Het navelstaren kenmerkt niet alleen de Vimalakirtisoetra maar alle mij bekende beeldenbrekende boeddhistische teksten. De Diamantsoetra. De Hartsoetra. Oude Cheng. De Linji Lu. De Poortloze Poort en de koans daarin, zoals Heeft een hond de boeddhanatuur? Is de verlichte onderworpen aan de wet van oorzaak en gevolg? Waarom heeft Bodhidharma geen baard?
Windeieren uit eigen doos, daar jaren op broeden tot je er eindelijk doorheen zakt, dat een doorbraak noemen.
Wie zich tot het boeddhisme bekeert, ruilt eerst het wrakke vlot van zijn raison in voor de holle grot van het jargon. Als het hem na mateloos mediteren, rijtjes leren en stenen eren zwaar te moede wordt en hij zijn hol wil verlaten, kan hij de uitgang niet meer vinden of durft hij niet meer naar buiten.
Ja, hè hè, wat dacht je dan. De boeddhistische geest is net zo gevoelig voor conditionering als de gewone geest. De boeddhageest ís de gewone geest. Alleen samen kunnen ze door één deur. De deur naar non-dualiteit.
Maar er is geen non-dualiteit. Er is geen dualiteit. Er is geen deur.
Er is geen boeddhageest. Er is geen gewone geest. Er is geen geest of niet-geest.
Dat zijn allemaal bedenksels, vraag me niet waarvan. Of is dat ook weer een bedenksel?
Ik wil maar zeggen, jezelf bevrijden van een bevrijdingsbeweging is geen kattenpis. Al had je negen levens en drieëndertig deuren.
Catch 33: drieëndertig deuren naar non-dualiteit
(lees verder onder de afbeelding)
Catch 1. Dharmavikurvana: tussen ontstaan en vergaan vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 2. Srigupta: tussen ik en mijn vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 3. Srikuta: tussen zuiver en onzuiver vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 4. Sunaksatra: tussen aanleiding en gedachte vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 5. Subahu: tussen bodhisattvageest en sravakageest vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 6. Animisa: tussen waarnemen en niet-waarnemen vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 7. Sunetra: tussen het ene en het ondefinieerbare vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 8. Pusya: tussen goed en kwaad vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 9. Simha: tussen schuldig en onschuldig vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 10. Simhamati: tussen volmaakt en onvolmaakt vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 11. Sukhadhimukta: tussen plezierig en onplezierig vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 12. Narayana: tussen aards en bovenaards vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 13. Dantamati: tussen samsara en nirwana vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 14. Pratyaksadarsa: tussen vergankelijk en onvergankelijk vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 15. Samantagupta: tussen zelf en niet-zelf vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 16. Vidyuddeva: tussen kennis en onwetendheid vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 17. Priyadarsana: tussen vorm en leegte vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 18. Prabhaketu: tussen de elementen en de ruimte vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 19. Sumati: tussen oog en vorm vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 20. Aksayamati: tussen vrijgevigheid en alwetendheid vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 21. Gambhirabuddhi: tussen leegte, tekenloosheid en willoosheid vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 22. Santendriya: tussen de Boeddha, de Dharma en de Sangha vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 23. Apratihatacaksu: tussen het levenslustige lichaam en het uitgedoofde lichaam vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 24. Suvinita: tussen lichamelijke terughoudendheid, geestelijke terughoudend en verbale terughoudendheid vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 25. Punyaksetra: tussen verdienstelijke daden, verwerpelijke daden en neutrale daden vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 26. Padmavyuha: tussen ego en oogmerk vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 27. Srigarbha: tussen subject en object vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 28. Candrottara: tussen duisternis en verlichting vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 29. Ratnamudrahasta: tussen wereldse genoegens en nirwana vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 30. Manikutaraja: tussen de goede weg en de verkeerde weg vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 31. Satyananda: tussen waar en onwaar vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 32. Manjushri: tussen de verklaringen vind je de deur naar non-dualiteit.
Catch 33. Vimalakirti: tussen de woorden vind je de deur naar non-dualiteit.
Niet-weten als passe-partout
Je ziet, alle dualiteiten die je volgens hoofdstuk 8 van de Vimalakirtisoetra achter je moet laten, zijn boeddhologische. Zelfs tegenstellingen die je bekend voorkomen, zoals goed versus kwaad, krijgen in de soetra een boeddhistische invulling. Geen hedendaagse maar eentje van tweeduizend jaar geleden.
Niet dat het veel uitmaakt. Ik luister nou al een decennium naar de epigonen van het eenentwintigste-eeuwse boeddhisme en het klinkt nog steeds als Bibelebons.
Ik schrijf weleens naar deze of die boeddhist om te vragen wat nou helemaal het verschil is tussen non-dualiteit en afhankelijk bestaan. Tussen afhankelijk bestaan en leegte. Tussen leegte en niet-zelf. Tussen niet-zelf en ongeborenheid.
Dan krijg ik verhalen vol andere concepten, indelingen en rijtjes. In het Pali, in het Sanskriet, in het Tibetaans, in het Japans, in het Engels, met soms zelfs een woordje Nederlands ertussen. De drie bestaanskarakteristieken. De vier nobele waarheden. De vijf aggregaten. De zes bewustzijnsorganen. De zeven factoren van ontwaken. Het achtvoudige pad. De tien perfecties. Hoe zegt u?
Of ze bekennen dat ze het zelf ook niet weten. Nog niet weten. Niet meer weten. In dit leven denkelijk niet zullen weten. Misschien nooit zullen weten. Alles liever zouden vergeten als ze maar wisten hoe. Dan haal ik opgelucht adem. Ik ben de enige niet.
In andere tradities, inclusief advaita, is het me niet beter vergaan, maar ik ken geen enkel religie die zo verbaal is als de boeddhistische. De waarheid voorbij de woorden heeft een woordenrijk voorbij het verstand verwekt, als het al niet andersom is. Vaktaal hoort erbij als een non in een pij, een steen in een kei, een wu in een wei.
Gelukkig heeft mijn weteloosheid het nooit laten afweten. Natuurlijk niet. Geen leer hebben, niets uitdrukken, niets uitleggen, niets verklaren, nergens naar verwijzen: is dat niet de deur naar non-dualiteit?
De dualiteit van alledag
Alle begrippen zetten je op het verkeerde been. Niet alleen boeddhistische maar ook non-dualistische, taoïstische, hindoeïstische, mystieke, filosofische, agnostische. Wil je door de deur naar non-dualiteit gaan dan zal je ze toch een keer achter moeten laten. Waarom niet meteen?
Als je de religieuze, spirituele en wijsgerige blabla de rug toekeert, hoef je alleen nog de dualiteiten van alledag tegen het licht te houden. Elementaire kwesties zoals het verschil tussen stoel en tafel. Tussen vloer en voet. Tussen duin en strand. Tussen noord en zuid. Tussen mens en dier. Tussen homo en hetero. Tussen juist en onjuist. Tussen jou en mij. Tussen vreugde en leed. Tussen leven en dood.
Maar wel allemaal, hè, zonder uitzondering. Telkens weer, keer op keer. Tot je er dwars doorheen kijkt. Tot je geen idee meer hebt wat je ziet en hoe het zit. Of een heleboel ideeën tegelijk, dat komt op hetzelfde neer.
Mochten alle deuren naar non-dualiteit voor je open gaan, mocht je je niet langer de hele dag verscheurd voelen door dit tegenover dat, of tenminste vrede hebben met je verscheurdheid, dan kan je je nog altijd in de wijsheidstradities verdiepen. Dan heb je iets te doen als je niets meer te doen hebt.
Wie weet vind je gaandeweg je eigen woorden om te zeggen hoe het is om gaande weg te zijn.
Wie weet vind je onderweg je eigen woorden om te zeggen hoe het is om zonder weg te zijn.
Vind je geen eigen woorden, dan hou je gewoon je mond, net als Vimalakirti. Wie weet wijdt iemand er een soetra aan.