Om het hypostaseren af te leren, 6.
Leerling: Wat is het wezenlijke verschil tussen het ego en het zelf?
Meester: Is er een wezenlijk verschil tussen het ego en het zelf?
Leerling: Wat is de wezenlijke overeenkomst tussen het ego en het zelf?
Meester: Is er een wezenlijke overeenkomst tussen het ego en het zelf?
Leerling: Wat is het wezenlijke verband tussen het ego en het zelf?
Meester: Is er een wezenlijk verband tussen het ego en het zelf?
Leerling: Wat is het ego wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is het ego wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Wat is het zelf wezenlijk van zichzelf?
Meester: Is het zelf wezenlijk wat van zichzelf?
Leerling: Waar hebben we het anders over?
Meester: Hebben we het ergens over?
Leerling: Nu weet ik het helemaal niet meer.
Meester: Dan weet ik het ook niet meer.