Deel 7 van een dwaalgesprek in 13 delen over de onzienlijke lichtheid van niet-weten en de weidsheid voorbij alle wijsheid.
Claire: Is niet-weten nergens uitkomen?
Hans: En nergens uit komen. Nergens in zitten. Nergens verblijven. Nergens heen hoeven.
Claire: En dan?
Hans: Maar zien.
Claire: Wat zien?
Hans: Jezus.
Claire: Jezus?
Hans: Jij geeft niet op hè?
Claire: Hardnekkig hè?
Hans: Je wilt nog steeds ergens uitkomen.
Claire: Hoe zou dat toch komen?
Hans: Door de metafoor van de weg?
Claire: Maar het kan toch niet zo zijn…
Hans: Als je er bent blijkt er geen er te zijn, zei Simone Weil.
Claire: Mooi.
Hans: De volgende bron van misverstanden.
Claire: Wat voor misverstanden?
Hans: Dat er een hogere vorm van zijn bestaat dan ergens zijn, dat er verschillende vormen van zijn zijn, dat er ergens een plaatsloze plaats is waar je kunt zijn zonder zijn, een eeuwig hier-en-nu voorbij tijd en ruimte of weet ik veel.
Claire: En dat is niet wat Simone Weil wil zeggen?
Hans: Wijlen Simone wil al tijden niets meer zeggen. God weet wat ze wilde toen ze nog niet wijlde. Ik citeer haar om een denkgewoonte te doorbreken.
Claire: Het denken in termen van doelen en wegen.
Hans: En daarmee hebben we het volgende doel geïntroduceerd, het doorbreken van denkgewoontes.
Claire: En dat was niet de bedoeling?
Hans: Niet als we die denkgewoonte willen doorbreken.
Claire: Het is niet de bedoeling dat we bedoelingen hebben.
Hans: Klinkt als de volgende bedoeling.
Claire: Oké, ik zie hoe het werkt. Wat je ook zegt over niet-weten, er ontstaan misverstanden.
Hans: Misverstanden in de vorm van begrip.
Claire: En begrip is geen niet-weten.
Hans: En niet-weten is geen begrip.