Tweede van tweeëntwintig metaforen voor spirituele verlichting.
‘Wat moet ik me voorstellen bij verlichting, Hans?’
‘Geen idee.’
‘Een tijd?’
‘Hè?’
‘Dit ogenblik, de eeuwigheid, het hiernumaals, het eeuwige heden of zo?’
‘Hoe bedenk je het.’
‘Ben jij voorgoed in het nu?’
‘Ook die tijd is voorbij.’
‘Maar wel voorgoed?’
‘Voorgoed moet nog komen.’
‘Wat moet ik me dan voorstellen bij verlichting?’
‘Geen idee.’